◄ 77:0
Verhandeling 77
77:2 ►

De Middenwezens

1. De primaire middenwezens

77:1.1

De primaire middenwezens hebben hun genese in een unieke wederzijdse verbinding tussen het materiële en het geestelijke op Urantia. Wij weten van het bestaan van soortgelijke schep- selen op andere werelden en in andere stelsels, doch dezen zijn door andere technieken ontstaan.

77:1.2

Men doet er goed aan steeds te onthouden dat de opeenvolgende zelfschenkingen van de Zonen Gods op een evoluerende planeet opvallende veranderingen teweegbrengen in de geestelijke organisatie van het betrokken gebied en somtijds de werking van de wederzijdse verbindingen tussen geestelijke en materiële krachten op een planeet dermate veranderen, dat er situaties ontstaan die inderdaad moeilijk te begrijpen zijn. De status van de honderd lichamelijke leden van de staf van Vorst Caligastia is een goede illustratie van zo’n unieke onderlinge verbinding: als opklimmende morontia-burgers van Jerusem waren zij bovenmateriële schepselen zonder de prerogatieven van voortplanting. Als afdalende planetaire dienaren op Urantia waren zij materiële geslachtelijke schepselen die in staat waren materiële nakomelingen voort te brengen (zoals sommigen van hen later hebben gedaan). Wat wij niet op bevredigende wijze kunnen uitleggen is hoe deze honderd op bovenmaterieel niveau als ouders konden functioneren, doch dit is precies wat er gebeurde. Een bovenmateriële (niet-geslachtelijke) verbinding tussen een mannelijk en vrouwelijk lid van de lichamelijke staf had de verschijning van de eerstgeborene der primaire middenwezens tot gevolg.

77:1.3

Er werd onmiddellijk ontdekt dat een schepsel van deze orde, het midden houdend tussen het niveau der stervelingen en dat der engelen, belangrijke diensten zou kunnen bewijzen bij het behandelen van de zaken van het hoofdkwartier van de Vorst, en ieder paar van de lichamelijke staf kreeg bijgevolg toestemming om eenzelfde soort wezen voort te brengen. Deze pogingen hadden de eerste groep van vijftig middenwezens tot gevolg.

77:1.4

Na een jaar lang het werk van deze unieke groep te hebben geobserveerd, gaf de Planetaire Vorst machtiging tot het onbeperkt voortbrengen van deze middenwezens. Dit plan werd uitgevoerd zolang de creatieve kracht in stand bleef, en zo werd het oorspronkelijke korps van 50.000 middenwezens tot aanzijn geroepen.

77:1.5

De middenwezens werden voortgebracht met tussenperioden van een half jaar, en toen er bij ieder paar duizend van deze wezens waren geboren, kwamen er geen meer bij. Er is geen verklaring voor het feit waarom deze kracht na het verschijnen van de duizendste nakomeling was uitgeput. Alle verdere experimenten liepen steeds op mislukking uit.

77:1.6

Deze schepselen vormden de inlichtingendienst van het bestuur van de Vorst. Zij zwierven naar heinde en ver om de rassen op de wereld te bestuderen en te observeren en bewezen de Vorst en zijn staf ook andere onschatbare diensten bij het beïnvloeden van de menselijke samenleving ver van het planetaire hoofdkwartier.

77:1.7

Dit regime duurde tot de tragische tijd van de planetaire rebellie die iets meer dan vier- vijfde van de primaire middenwezens in haar netten verstrikte. Het loyale korps trad in dienst van de Melchizedek-curatoren en werkte tot de tijd van Adam onder de titulaire leiding van Van.


◄ 77:0
 
77:2 ►