◄ 76:3
Verhandeling 76
76:5 ►

De Tweede Hof

4. Het violette ras

76:4.1

Adam en Eva waren de grondleggers van het violette mensenras, het negende ras dat op Urantia verscheen. Adam en zijn nakomelingen hadden blauwe ogen, en de violette volken werden gekenmerkt door een blanke huidkleur en lichte haarkleur—goudgeel, rood en bruin.

76:4.2

Eva leed geen pijn bij het baren, evenmin als de eerste evolutionaire rassen. Alleen de gemengde rassen die ontstonden uit de vereniging van de evolutionaire mens met de Nodieten en later met de Adamieten, ondergingen hevige barensweeën.

76:4.3

Evenals hun broeders op Jerusem, werden Adam en Eva van energie voorzien door middel van tweevoudige voeding, want zij leefden zowel van voedsel als van licht, aangevuld met bepaalde superfysische energieën die op Urantia niet zijn geopenbaard. Hun nageslacht op Urantia erfde niet de eigenschap van hun ouders waardoor dezen energie konden opnemen en een lichtcirculatie konden hebben. Het nageslacht had een enkelvoudige circulatie, het menselijke type levensonderhoud via het bloed. Zij waren met opzet sterfelijk, ofschoon zij lang leefden, maar deze lange levensduur kwam met iedere volgende generatie dichter bij de menselijke norm.

76:4.4

Adam en Eva en hun kinderen van de eerste generatie aten geen dierlijk voedsel. Zij leefden geheel van ‘de vruchten der bomen.’ Na de eerste generatie begonnen alle nakomelingen van Adam zuivelproducten te gebruiken, maar velen van hen bleven een vleesloos dieet volgen. Veel van de zuidelijke stammen met wie zij zich later vermengden, aten evenmin vlees. Later migreerden de meeste van deze vegetarische stammen naar het oosten waar zij thans nog voort leven, vermengd met de volken van India.

76:4.5

Zowel het fysieke als het geestelijke gezichtsvermogen van Adam en Eva was veel beter dan dat van de huidige volkeren. Hun speciale zintuigen waren veel scherper en zij konden de middenwezens en de engelenscharen, de Melchizedeks en de gevallen Vorst Caligastia zien; de laaste kwam verscheidene malen overleggen met zijn edele opvolger. Het vermogen om deze hemelse wezens te zien, behielden Adam en Eva meer dan honderd jaar na hun nalatigheid. Deze speciale zintuigen waren bij hun kinderen niet zo sterk aanwezig en namen over het algemeen bij iedere volgende generatie verder af.

76:4.6

De Adamische kinderen hadden als regel een inwonende Richter, aangezien zij allen ontwijfelbare capaciteit hadden tot overleving. Deze superieure nakomelingen waren niet zo onderhevig aan angst als de kinderen der evolutie. Dat de huidige rassen op Urantia nog zoveel vrees kennen, komt doordat uw voorvaderen zeer weinig van het levensplasma van Adam hebben ontvangen door de vroege mislukking van de plannen voor de fysieke verheffing der rassen.

76:4.7

De lichaamscellen van de Materiële Zonen en hun kinderen hebben veel meer weerstand tegen ziekten dan de cellen van de evolutionaire wezens die op de planeet zijn ontstaan. De lichaamscellen van de inheemse rassen zijn verwant aan de levende, ziekteverwekkende microscopische en ultra-microscopische organismen van dit gebied. Deze feiten verklaren waarom de volken van Urantia zich zoveel wetenschappelijke inspanningen moeten getroosten om weerstand te kunnen bieden aan de vele lichamelijke ziekten. Ge zoudt veel meer weerstand tegen ziekten hebben indien uw rassen meer van het Adamische leven in zich droegen.

76:4.8

Toen hij in de tweede hof aan de Eufraat geworteld was geraakt, besloot Adam zoveel mogelijk van zijn levensplasma achter te laten, om na zijn dood de wereld ten goede te doen komen. Dienovereenkomstig werd Eva aan het hoofd gesteld van een commissie van twaalf voor de verbetering van de rassen, en voordat Adam stierf had deze commissie 1682 vrouwen geselecteerd van het hoogste type van Urantia, en deze vrouwen werden bevrucht met het levensplasma van Adam. Op 112 na, werden al hun kinderen volwassen, zodat er langs deze weg 1570 additionele superieure mannen en vrouwen ten goede kwamen aan de wereld. Ofschoon deze kandidaat-moeders werden uitgekozen uit alle omringende stammen en de meeste rassen op aarde vertegenwoordigden, werd de meerderheid toch gekozen uit de beste families der Nodieten, en dezen vormden het prille begin van het machtige ras der Andieten. Deze kinderen werden geboren en opgevoed in de tribale omgeving van hun respectieve moeders.


◄ 76:3
 
76:5 ►