Voor ons Levendragers was het verdrietig dat onze speciale inspanningen om het intelligente leven op Urantia te modificeren zo werden belemmerd door de tragische perverteringen die wij niet konden verhelpen: het verraad van Caligastia en de nalatigheid van Adam.
Doch onze grootste teleurstelling gedurende al deze biologische belevenissen kregen wij toen bepaalde primitieve planten terugvielen tot niveaus van vóór het bladgroen, en parasitaire bacteriën werden, en nog wel op zo’n uitgebreide, onverwachte schaal. Deze onvoorziene gebeurtenis in de evolutie van het plantenleven veroorzaakte vele verontrustende ziekten onder de hogere zoogdieren, vooral bij de meer kwetsbare menselijke soort. Toen we met deze verbijsterende situatie geconfronteerd werden, hebben we de moeilijkheden die deze met zich meebracht niet al te serieus genomen, omdat we wisten dat de latere vermenging met het Adamische levensplasma de weerstand van het gemengde ras dat hieruit zou voortkomen dermate zou versterken, dat het nagenoeg immuun zou worden voor alle ziekten die door plantaardige organismen worden verwekt. Maar wij zouden in onze verwachtingen teleurgesteld worden door de tegenslag van de nalatigheid van Adam.
Het universum van universa, ook deze kleine wereld Urantia, wordt niet louter bestuurd met het oogmerk om onze goedkeuring te kunnen wegdragen of het ons naar de zin te maken, en nog veel minder om tegemoet te komen aan onze grillen of onze nieuwsgierigheid te bevredigen. De wijze, almachtige wezens die de veranwoordelijkheid dragen voor de leiding van het universum, weten ongetwijfeld precies wat zij doen en dus past het Levendragers en betaamt het stervelingen zich in te zetten om af te wachten en oprecht mee te werken met het bewind der wijsheid, de heerschappij van macht en de opmars der vooruitgang.
Er zijn natuurlijk bepaalde compensaties voor beproevingen, zoals de zelfschenking van Michael op Urantia. Maar ook ongeacht al dergelijke vergoedingen, spreken de latere hemelse toezichthouders op deze planeet hun volle vertrouwen uit in de uiteindelijke evolutionaire triomf van het menselijk geslacht, en in de uiteindelijke rechtvaardiging van onze oorspronkelijke plannen en levenspatronen.