◄ 61:2
Verhandeling 61
61:4 ►

De zoogdieren-era op Urantia

3. Het jonggebergte-stadium—Het tijdperk van de olifant en het paard

61:3.1

Door landverheffing en scheiding der zeeën veranderde het weer op de wereld langzamerhand, waarbij het geleidelijk koeler werd, maar het klimaat was nog steeds mild. Er groeiden sequoia’s en magnolia’s op Groenland, maar de subtropische planten begonnen zich in zuidelijke richting te verplaatsen. Tegen het einde van deze periode waren deze planten en bomen van het warme klimaat grotendeels verdwenen uit de noordelijke breedten en was hun plaats ingenomen door meer wintervaste planten en loofbomen.

61:3.2

Er was een grote toename in de variëteiten der grassoorten, en de tanden van vele zoogdiersoorten veranderden geleidelijk totdat ze overeenkwamen met het huidige grasetende type.

61:3.3

25.000.000 jaar geleden vond er, na het lange tijdvak waarin het land boven water had gelegen, een lichte overstroming van het land plaats. Het gebied van de Rocky Mountains bleef hoog, zodat de afzetting van erosiemateriaal over het gehele oostelijke laagland doorging. De Sierra’s kwamen opnieuw sterk omhoog; in feite zijn zij sinds die tijd aldoor blijven rijzen. De grote, zes kilometer brede verticale breuk in de aardkorst in het Californische gebied stamt uit deze tijd.

61:3.4

20.000.000 jaar geleden speelde zich inderdaad de gouden eeuw van de zoogdieren af. De landbrug in de Beringstraat lag droog, en vele groepen dieren, waaronder de mastodonten met vier slagtanden, de kortpotige rhinocerossen en vele variëteiten van de familie der katten trokken uit Azië naar Noord-Amerika.

61:3.5

De eerste herten verschenen en Noord-Amerika werd al spoedig veroverd door herkauwende dieren—herten, ossen, kamelen, bizons en verscheidene soorten rhinocerossen—maar de reuzenvarkens, die meer dan twee meter hoog waren, stierven uit.

61:3.6

De enorme olifanten van deze en latere perioden hadden zowel omvangrijke hersenen als een groot lichaam, en namen spoedig bezit van de hele wereld, met uitzondering van Australië. Deze keer werd de wereld overheerst door een reusachtig dier met een brein dat groot genoeg was om het in staat te stellen zich te handhaven. Geen enkel dier van de omvang van een olifant zou zich tegenover het hoogontwikkelde intelligente leven van die tijd in stand hebben kunnen houden wanneer het geen hersenen van grote omvang en superieure kwaliteit zou hebben gehad. In intelligentie en aanpassingsvermogen wordt de olifant slechts door het paard benaderd, en alleen door de mens zelf overtroffen. Desalniettemin zijn er van de vijftig soorten olifanten die er bij de aanvang van deze periode bestonden, slechts twee over.

61:3.7

15.000.000 jaar geleden waren de bergstreken van Eurazië bezig omhoog te komen en was er wel enige vulkanische activiteit in al deze gebieden, maar niets dat vergelijkbaar was met de lavastromen op het westelijk halfrond. Deze onbestendige toestand heersten, over de gehele wereld.

61:3.8

De Straat van Gibraltar sloot zich en Spanje werd via de oude landbrug met Afrika verbonden, maar de Middellandse Zee stroomde in de Atlantische Oceaan door een nauw kanaal dat dwars door Frankrijk liep, waarbij de bergtoppen en hoogvlakten als eilanden boven deze oude zee uitstaken. Later begonnen deze Europese zeeën zich terug te trekken. Nog later raakte de Middellandse zee verbonden met de Indische Oceaan, terwijl aan het einde van deze periode de streek rond Suez zo werd opgestuwd, dat de Middellandse Zee gedurende enige tijd een zoute binnenzee werd.

61:3.9

De landbrug van IJsland zonk onder water en de arctische wateren vermengden zich met die van de Atlantische Oceaan. De Atlantische kust van Noord-Amerika koelde snel af, maar de kust van de Stille Oceaan bleef warmer dan zij nu is. De grote oceaanstromingen functioneerden reeds en beïnvloedden het klimaat ongeveer op dezelfde wijze als heden ten dage.

61:3.10

De ontwikkeling van het zoogdierleven zette zich voort. Enorme kudden paarden voegden zich bij de kamelen op de westelijke vlakten van Noord-Amerika; dit was werkelijk het tijdperk van zowel het paard als de olifant. Het brein van het paard volgt op dierlijk niveau in kwaliteit op dat van de olifant, maar in één opzicht is het beslist inferieur, want het paard heeft nooit geheel zijn diepgewortelde neiging overwonnen om op de vlucht te slaan wanneer het schrikt. Het paard mist de emotionele beheersing van de olifant, terwijl de olifant zwaar wordt gehinderd door zijn omvang en zijn gebrek aan behendigheid. Gedurende deze periode kwam er een dier tot ontwikkeling dat enigszins op de olifant en op het paard beide leek, maar het werd al spoedig uitgeroeid door de snel groeiende familie der katachtigen.

61:3.11

Nu Urantia het zogenaamde ‘paardloze tijdperk’ binnentreedt, zoudt ge er bij stil moeten staan wat dit dier voor uw voorouders heeft betekend. De mensen gebruikten paarden eerst als voedsel, toen om te reizen, en later in de landbouw en de oorlog. Het paard heeft de mensheid lang gediend en heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de menselijke beschaving.

61:3.12

De biologische ontwikkelingen van deze periode droegen er veel toe bij om de omstandigheden rijp te maken voor de latere verschijning van de mens. In centraal Azië ontwikkelden zich de echte soorten primitieve apen en gorilla’s uit een gezamenlijke voorvader die nu is uitgestorven. Maar geen van deze twee maakt deel uit van de tak van levende wezens die later de voorouders van het menselijk ras zouden worden.

61:3.13

De familie der honden werd vertegenwoordigd door verscheidene groepen, met name de wolven en de vossen; de katachtigen door de panters en de grote sabeltijgers, welke laatsten zich het eerst in Noord-Amerika ontwikkelden. De hedendaagse families der katachtigen en honden namen over de gehele wereld in aantal toe. De wezels, marters, otters en wasberen gedijden en ontwikkelden zich op alle noordelijke breedten.

61:3.14

De ontwikkeling van de vogels ging door, ofschoon er slechts weinig opvallende veranderingen optraden. De reptielen kwamen overeen met de huidige soorten—slangen, krokodillen en schildpadden.

61:3.15

Zo liep een zeer bewogen en interessante periode in de wereldgeschiedenis ten einde. Dit tijdperk van de olifant en het paard staat bekend als het Mioceen.


◄ 61:2
 
61:4 ►