Met de Zoon en in de Geest heeft God het eeuwige Havona ontworpen, en sindsdien heeft het eeuwige patroon van gecoördineerde participatie in de schepping—het samenwerken—immer bestaan. Dit patroon van samenwerking is het model-ontwerp voor elk der Zonen en Dochters van God die uitgaan in de ruimte en daar de poging ondernemen om het centrale universum van eeuwige volmaaktheid in de tijd te dupliceren.
Ieder schepsel in ieder evoluerend universum dat ernaar streeft de wil van de Vader te doen, is voorbestemd om een partner te worden van de tijd-ruimte-Scheppers in deze luisterrijke, avontuurlijke onderneming van het experiëntiele bereiken van volmaaktheid. Ware dit niet het geval, dan zou de Vader zulke schepselen zeker niet begiftigd hebben met creatieve vrije wil, en evenmin zou hij bij hen inwonen, daadwerkelijk een deelgenootschap met hen aangaan door middel van zijn eigen geest.
Lucifers dwaasheid was dat hij poogde het ondoenlijke te doen, om in een experiëntieel universum de tijd uit te schakelen. Lucifers misdaad was zijn poging om iedere persoonlijkheid in Satania zijn creatieve privileges te ontnemen, de niet als zodanig herkende beknotting van de persoonlijke participatie van het schepsel—vrijwillige participatie—in de lange evolutionaire worsteling om de status van licht en leven zowel individueel als collectief te bereiken. Hiermee stelde deze voormalige Soeverein van uw stelsel het doeleinde van zijn eigen wil in de tijd dwars tegenover de eeuwige bedoeling van de wil van God, zoals deze wordt geopenbaard in de schenking van vrije wil aan alle persoonlijke schepselen. Zo dreigde de opstand van Lucifer de grootst mogelijke inbreuk te worden op de vrije wilskeuze van opklimmenden en dienenden in het stelsel Satania: zij dreigde ieder van deze wezens voor altijd de aangrijpende ervaring te ontnemen dat hij iets persoonlijks en unieks bijdraagt aan het monument voor de experiëntiële wijsheid, dat langzaam tot stand komt en eens zal bestaan als het vervolmaakte stelsel Satania. Zo onthult het klare licht der rede dat het manifest van Lucifer, vermomd in het gewaad der vrijheid, een monumentale bedreiging was van de persoonlijke vrijheid, een vrijheidsberoving op een schaal die slechts tweemaal eerder in de gehele geschiedenis van Nebadon is benaderd.
Kortom, dat wat God aan mensen en engelen had geschonken, had Lucifer hen willen ontnemen—dat wil zeggen, het goddelijke privilege om deel te nemen in de schepping van hun eigen bestemming en in de bestemming van dit plaatselijke stelsel van bewoonde werelden.
Geen enkel wezen in het ganse universum heeft de rechtmatige vrijheid om enig ander wezen te beroven van zijn ware vrijheid, het recht om lief te hebben en bemind te worden, het privilege om God te aanbidden en zijn soortgenoten te dienen.