◄ 52:6
Verhandeling 52
53:0 ►

Planetaire tijdvakken van stervelingen

7. De mens na de Leraar-Zonen

52:7.1

De Zonen van de volgende orde die op de gemiddelde evolutionaire wereld aankomt, zijn de Leraar-Zonen van de Triniteit, de goddelijke Zonen van de Paradijs-Triniteit. Wederom zien wij dat Urantia uit de pas loopt met haar zusterwerelden, want uw Jezus heeft beloofd terug te zullen komen. Deze belofte zal hij zeker vervullen, maar niemand weet of zijn wederkomst aan de verschijningen van Magistraat- of Leraar-Zonen op Urantia zal voorafgaan of op deze zal volgen.

52:7.2

De Leraar-Zonen komen groepsgewijs naar de vergeestelijkende werelden. Een planetaire Leraar-Zoon wordt bijgestaan en ondersteund door zeventig primaire Zonen, twaalf secundaire Zonen en drie van de hoogste, meest ervaren leden van de allerhoogste orde der Dagelingen. Dit korps blijft enige tijd op de wereld, lang genoeg om de overgang van de evolutionaire tijdperken naar de era van licht en leven tot stand te brengen—ten minste duizend jaar in de tijdrekening van de planeet en dikwijls aanzienlijk langer. Deze missie is een bijdrage van de Triniteit aan de voorgaande inspanningen van alle goddelijke persoonlijkheden die een bewoonde wereld hebben bijgestaan.

52:7.3

De openbaring van waarheid wordt nu uitgebreid tot het centrale universum en tot het Paradijs. De rassen worden thans zeer geestelijk. Een groots volk heeft zich ontwikkeld en een groots tijdperk nadert. Het onderwijsstelsel, de economie en het de bestuursstelsel van de planeet ondergaan radicale transformaties. Nieuwe waarden en betrekkingen worden ingesteld. Het koninkrijk des hemels verschijnt thans op aarde, en de heerlijkheid Gods wordt alom in de wereld verbreid.

52:7.4

Dit is de dispensatie waarin vele stervelingen uit het midden der levenden ten hemel worden opgenomen. Bij de voortgang van het tijdvak van de Leraar-Zonen van de Triniteit wordt de geestelijke getrouwheid van de stervelingen uit de tijd steeds meer universeel. De natuurlijke dood vindt minder vaak plaats, terwijl de Richters steeds vaker met hun subjecten fuseren tijdens het leven in het vlees. De planeet wordt uiteindelijk geklassificeerd als behorende tot de primaire gemodificeerde orde van sterfelijke opklimming.

52:7.5

Het leven in dit tijdvak is aangenaam en nuttig. Degeneratie en de antisociale eindproducten van de lange evolutionaire worsteling zijn nagenoeg uitgewist. De levensduur nadert thans vijfhonderd Urantia-jaar, en de snelheid waarmee de rassen zich voortplanten wordt intelligent beheerst. Er is een geheel nieuwe maatschappelijke orde gekomen. Er bestaan nog steeds grote verschillen tussen stervelingen, maar de status der samenleving benadert steeds dichter de idealen van sociale broederschap en geestelijke gelijkheid. Regeringen door volksvertegenwoordigers zijn bezig te verdwijnen, en de wereld komt onder het bewind van individuele zelfbeheersing. De functie van de regering is hoofdzakelijk gericht op collectieve taken van sociaal bestuur en economische coördinatie. De gouden eeuw komt snel nader, het doel van de lange, intense evolutionaire worsteling van de planeet in de tijd is in zicht. De beloning van alle tijdperken zal spoedig verwerkelijkt worden: de wijsheid der Goden staat op het punt gemanifesteerd te worden.

52:7.6

Het materiële bestuur van een wereld in dit tijdperk vraagt ongeveer één uur per dag van ieder volwassen individu, dat wil zeggen, het equivalent van één uur op Urantia. De planeet onderhoudt nauw contact met de zaken van het universum, en haar bewoners speuren de laatste nieuwsberichten na met dezelfde intense belangstelling die gij thans aan de dag legt voor de laatste edities van uw dagbladen. Deze rassen houden zich met duizenden belangwekkende zaken bezig die op uw wereld onbekend zijn.

52:7.7

In toenemende mate groeit de ware planetaire getrouwheid aan de Allerhoogste. Bij iedere nieuwe generatie sluiten zich zeer meer mensen aan bij hen die rechtvaardigheid beoefenen en de barmhartigheid naleven. Langzaam maar zeker laat de wereld zich winnen voor het vreugdevol dienen dat de Zonen van God doen. De fysische moeilijkheden en materiële opgaven zijn grotendeels opgelost, de planeet wordt rijp voor het gevorderde leven en een meer stabiel bestaan.

52:7.8

Leraar-Zonen blijven van tijd tot tijd naar deze vredige werelden komen, zolang hun dispensatie duurt. Zij verlaten een wereld pas wanneer zij kunnen waarnemen dat het evolutionaire plan, voor zover het die planeet aangaat, soepel verloopt. Gewoonlijk worden de Leraar-Zonen op hun opeenvolgende missies vergezeld door een Magistraat-Zoon die oordeelt, terwijl een tweede van deze Zonen optreedt ten tijde van hun vertrek, en deze gerechtelijke acties worden tijdperk in, tijdperk uit voortgezet, gedurende het gehele sterfelijke regime in tijd en ruimte.

52:7.9

Met elke nieuwe missie van Leraar-Zonen van de Triniteit wordt zulk een hemelse wereld tot steeds hogere niveaus van wijsheid, geestelijkheid en kosmische verlichting opgeheven. Maar de edele wezens die op zulk een wereld geboren worden, zijn nog steeds eindig en sterfelijk. Niets is nog volmaakt; niettemin ontwikkelt er zich een kwaliteit van bijna-volmaaktheid in de wijze waarop zulk een onvolmaakte wereld werkt, en in de levens van haar menselijke bewoners.

52:7.10

De Leraar-Zonen van de Triniteit kunnen vele malen naar dezelfde wereld terugkeren. Maar vroeg of laat wordt, in verband met de beëindiging van één van hun missies, de Planetaire Vorst verheven tot de functie van Planetaire Soeverein, en verschijnt de Stelsel-Soeverein met de proclamatie dat zulk een wereld het tijdvak van licht en leven binnengaat.

52:7.11

Over de afsluiting van de laatste missie van de Leraar-Zonen (dit zou ten minste de chronologie op een normale wereld zijn) schreef Johannes: ‘Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, en het nieuwe Jeruzalem neerdalende van God uit de hemel, toebereid als een prinses die voor de prins is getooid.’

52:7.12

Dit is dezelfde vernieuwde aarde, het gevorderde stadium van de planeet, die de oude ziener voor ogen zweefde toen hij schreef: ‘Want zoals de nieuwe hemel en de nieuwe aarde die ik maken zal voor mijn aangezicht zullen blijven bestaan, luidt het woord des Heren, zo zullen ook gij en uw kinderen overleven; en het zal geschieden van nieuwe maan tot nieuwe maan en van sabbat tot sabbat, dat al wat leeft voor mijn aangezicht zal komen aanbidden.’

52:7.13

Het zijn de stervelingen van zulk een tijdperk die beschreven worden als ‘een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een verheven volk; en gij zult verkondigen de lof van Hem die u uit de duisternis geroepen heeft tot dit wonderbaar licht.’

52:7.14

Ongeacht wat de speciale natuurlijke geschiedenis van een individuele planeet moge zijn, onverschillig of een gebied geheel getrouw is geweest, bezoedeld is geweest met kwaad, of de vloek der zonde heeft gedragen—wat de antecendenten ook mogen zijn—vroeg of laat zal, door de genade van God en de bijstand der engelen, de dag aanbreken van de advent van de Leraar-Zonen van de Triniteit. En het vertrek van deze Leraar-Zonen, na hun laatste missie, zal deze schitterende era van licht en leven inluiden.

52:7.15

Alle werelden in Satania kunnen delen in de hoop van hem die heeft gescheven: ‘Wij verwachten echter, naar zijn belofte, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waarin gerechtigheid woont. Daarom, geliefden, beijvert u in deze verwachting onbevlekt en onberispelijk te mogen gevonden worden door hem, in vrede.’

52:7.16

Het vertrek van het korps der Leraar-Zonen, aan het einde van hun eerste of een latere regeringsperiode, luidt de dageraad in van de era van licht en leven—de drempel van de overgang uit de tijd naar het voorportaal der eeuwigheid. De planetaire verwezenlijking van deze era van licht en leven reikt veel verder dan de hoogste verwachtingen van stervelingen op Urantia, die aangaande het toekomstige leven slechts denkbeelden hebben gekoesterd die niet verder reikten dan de inhoud van geloofsovertuigingen waarin de hemel wordt uitgebeeld als de rechtstreekse bestemming en laatste woonplaats van overlevende stervelingen.

52:7.17

[Onder verantwoordelijkheid van een Machtige Boodschapper, tijdelijk toegevoegd aan de staf van Gabriël.]


◄ 52:6
 
Verhandeling 53 ►
 

Nederlandse vertaling © Stichting Urantia. Alle rechten voorbehouden.