◄ 51:4
Verhandeling 51
51:6 ►

De planetaire Adams

5. Raciale Vermenging—Schenking van het Adamische bloed

51:5.1

Wanneer een Planetaire Adam en Eva op een bewoonde wereld aankomen, zijn zij door hun superieuren reeds volledig geïnstrueerd ten aanzien van de beste manier om de verbetering van de bestaande rassen van intelligente wezens te bewerkstelligen. Het plan voor deze procedure is niet uniform: er wordt veel aan het oordeel van het dienende paar overgelaten en er komen niet zelden vergissingen voor, vooral op wanordelijke, opstandige werelden zoals Urantia.

51:5.2

Gewoonlijk beginnen de violette volkeren zich pas met de inheemse bewoners van de planeet te vermengen, wanneer hun eigen groep meer dan een miljoen telt. Intussen verkondigt de staf van de Planetaire Vorst echter dat de kinderen der Goden zijn neergedaald, als het ware om één te worden met de rassen der mensen, en de mensen verlangen vurig naar de dag dat er zal worden aangekondigd dat zij bewezen hebben tot de superieure elementen der rassen te behoren en naar de Hof van Eden mogen gaan om daar door de zonen en dochters van Adam uitgekozen te worden om de evolutionaire vaders en moeders te worden van de nieuwe, gemengde orde van de mensheid.

51:5.3

Op normale werelden paren de Planetaire Adam en Eva nooit met de evolutionaire rassen. Dit werk van biologische verbetering is een functie van de nakomelingen van Adam. Deze Adamieten begeven zich echter niet onder de rassen; de staf van de vorst brengt de superieure mannen en vrouwen naar de Hof van Eden om daar vrijwillig te paren met de kinderen van Adam. Op de meeste werelden wordt het dan ook als de hoogste eer beschouwd om te worden uitgekozen als kandidaat voor paring met de zonen en dochters van de hof.

51:5.4

Nu nemen voor het eerst de oorlogen tussen de rassen en andere gevechten tussen de stammen af, terwijl de rassen der wereld meer en meer gaan streven naar erkenning en toelating tot de hof. In het gunstigste geval kunt ge u er maar een zeer povere voorstelling van maken hoe deze competitieve strijd op een normale planeet in het middelpunt van alle activiteiten komt te staan. Dit gehele plan ter verbetering van de rassen heeft reeds vroeg schipbreuk geleden op Urantia.

51:5.5

Het violette ras is een monogaam volk, en iedere evolutionaire man of vrouw die zich met de zonen en dochters van Adam verenigt, belooft plechtig geen andere partners te nemen en zijn of haar kinderen te onderrichten in monogamie. De kinderen uit elk van deze verbintenissen worden opgevoed en opgeleid in de scholen van de Planetaire Vorst en krijgen vervolgens toestemming om uit te gaan naar het ras van hun evolutionaire ouder, en daar te huwen binnen de geselekteerde groepen superieure stervelingen.

51:5.6

Wanneer dit element der Materiële Zonen wordt toegevoegd aan de evoluerende rassen der werelden, wordt er een nieuw, grootser tijdvak van evolutionaire vooruitgang ingeluid. Na deze procreatieve uitstorting van geïmporteerde bekwaamheid en super-evolutionaire trekken, volgt er een opeenvolging van snelle vorderingen in de civilisatie en de ontwikkeling der rassen; nu wordt er in honderdduizend jaar meer vooruitgang geboekt dan in een miljoen jaar van de worstelingen die eraan vooraf zijn gegaan. Er heeft op uw wereld grote vooruitgang plaatsgevonden sinds het geschenk van het levensplasma van Adam aan uw volkeren, zelfs ondanks het mislukken van de verordineerde plannen.

51:5.7

Ofschoon de kinderen die in de zuivere lijn uit een planetaire Hof van Eden stammen, zich aan de superieure leden der evolutionaire rassen kunnen schenken en daardoor het biologische niveau van het mensdom kunnen verhogen, zou het toch niet heilzaam zijn indien de hogere elementen onder de stervelingen van Urantia zouden paren met de lagere rassen; zulk een onverstandige procedure zou de gehele civilisatie op uw wereld in gevaar brengen. Nu ge er niet in geslaagd zijt om de harmonisatie der rassen te bereiken door de Adamische methode, dient ge het planetaire probleem van de verbetering van uw rassen uit te werken met andere, grotendeels menselijke methoden van aanpassing en beheersing.


◄ 51:4
 
51:6 ►