◄ 30:3
Verhandeling 30
31:0 ►

Persoonlijkheden van het Groot Universum

4. De stervelingen in opklimming

30:4.1

Ofschoon de stervelingen die in tijd en ruimte tot overleving komen opklimmende pelgrims worden genoemd wanneer zij gemachtigd zijn om aan de voortgaande opklimming naar het Paradijs te beginnen, nemen deze evolutionaire schepselen in deze verhandelingen zulk een belangrijke plaats in, dat wij hier een samenvatting willen geven van de navolgende zeven stadia van de opklimmingsloopbaan door het universum:

30:4.2

1. Planetaire Stervelingen;

30:4.3

2. Slapende Overlevenden;

30:4.4

3. Studenten op de Woningwerelden;

30:4.5

4. Morontia-Voortgaanden;

30:4.6

5. Superuniversum-Pupillen;

30:4.7

6. Havona-Pelgrims;

30:4.8

7. Nieuw-aangekomenen op het Paradijs.

30:4.9

Het hier volgende relaas geeft de universum-loopbaan weer van een sterveling bij wie een Richter inwoont. De stervelingen die met de Zoon of met de Geest zijn gefuseerd, hebben gedeelten van deze loopbaan met hen gemeen, doch wij hebben verkozen dit verhaal te vertellen zoals het van toepassing is op stervelingen die met een Richter zijn gefuseerd, want zulk een bestemming mogen alle geslachten der mensen op Urantia verwachten.

30:4.10

1. Planetaire Stervelingen. Stervelingen zijn allen evolutionaire wezens van dierlijke afstamming met het potentieel tot opklimming. Wat afkomst, natuur en bestemming betreft, vertonen deze verschillende groepen en typen menselijke wezens veel overeenkomst met de volkeren van Urantia. De volkeren van iedere wereld ontvangen hetzelfde dienstbetoon van de Zonen van God en genieten de tegenwoordigheid van de in de tijd dienende geesten. Na de natuurlijke dood verbroederen zich alle typen opklimmenden als één morontia-familie op de woningwerelden.

30:4.11

2. Slapende Overlevenden. Alle stervelingen met overlevingsstatus die onder de hoede staan van persoonlijke bestemmingsbehoeders, gaan door de portalen van de natuurlijke dood en personaliseren in de derde periode op de woningwerelden. De geaccrediteerde wezens die om de een of andere reden niet in staat zijn geweest om dat niveau van beheersing van hun intelligentie en dat bezit aan geestelijkheid te bereiken dat hun recht zou geven op persoonlijke begeleiders, kunnen niet zo onmiddellijk en rechtstreeks naar de woningwerelden gaan. Deze overlevende zielen moeten in onbewuste slaaptoestand blijven rusten tot de dag des oordeels van een nieuw tijdperk, een nieuwe dispensatie, de komst van een Zoon van God om het appèl van dat tijdperk te houden en de betrokken wereld te oordelen, en dit is het algemene gebruik in heel Nebadon. Van Christus Michael werd gezegd dat hij, toen hij opvoer naar den hoge bij de afronding van zijn werk op aarde, ‘een grote menigte gevangenen aanvoerde.’ Deze gevangenen nu waren de slapende overlevenden sinds de dagen van Adam tot aan de dag van de wederopstanding van de Meester op Urantia.

30:4.12

Het verstrijken der tijd is voor de slapende stervelingen van geen belang: zij zijn volkomen bewusteloos en hebben geen enkel besef van de duur van hun rusttijd. Wanneer aan het eind van een tijdperk hun persoonlijkheid opnieuw wordt samengesteld, zullen zij die vijfduizend jaar hebben geslapen, niet anders reageren dan zij die slechts vijf dagen hebben gerust. Afgezien van dit tijdsoponthoud gaan deze overlevenden door in het regime van de opklimming, op dezelfde wijze als degenen die de langere of kortere doodsslaap vermijden.

30:4.13

Deze dispensatie-klassen van pelgrims van de werelden worden ingezet voor morontia-groepsactiviteiten in het werk van de plaatselijke universa. De mobilisatie van zulke enorme groepen heeft grote voordelen: zij worden zo bijeengehouden voor lange perioden van effectief dienstbetoon.

30:4.14

3. Studenten op de Woningwerelden. Alle overlevende stervelingen die op de woningwerelden ontwaken, behoren tot deze klasse.

30:4.15

Het fysieke lichaam van het sterfelijk vlees maakt geen deel uit van de opnieuw samengestelde slapende overlevende; het fysieke lichaam is tot stof wedergekeerd. De daartoe aangestelde serafijn is verantwoordelijk voor het nieuwe lichaam, de morontia-gestalte, als nieuw levensvoertuig voor de onsterfelijke ziel en woonplaats voor de teruggekeerde Richter. De Richter is de bewaarder van de geest-kopie van het bewustzijn van de slapende overlevende. De aangestelde serafijn is de behoeder van de overlevende identiteit—de onsterfelijke ziel—voorzover deze is geëvolueerd. En wanneer deze twee, de Richter en de serafijn, de aspecten van de persoonlijkheid die aan hun hoede zijn toevertrouwd opnieuw verenigen, vertegenwoordigt het nieuwe individu de opstanding van de oude persoonlijkheid, de overleving van de evoluerende morontia-identiteit van de ziel. Deze herverbinding van de ziel en de Richter wordt volkomen terecht een wederopstanding genoemd, een opnieuw samenvoegen van persoonlijkheidsfactoren, doch zelfs dit verklaart niet geheel het opnieuw verschijnen van de overlevende persoonlijkheid. Ofschoon ge waarschijnlijk nimmer het feit van zulk een onverklaarbare verrichting zult begrijpen, zult ge eens de waarheid ervan uit ervaring kennen, indien ge het plan voor de overleving van stervelingen althans niet afwijst.

30:4.16

Het plan om stervelingen aanvankelijk vast te houden op zeven werelden waar zij verder worden opgeleid, is bijna universeel in Orvonton. In ieder plaatselijk stelsel van ongeveer duizend bewoonde werelden bestaan zeven woningwerelden, gewoonlijk satellieten of subsatellieten van de hoofdwereld van het stelsel. Dit zijn de werelden waar de meerderheid der stervelingen in opklimming wordt ontvangen.

30:4.17

Soms worden alle opleidingswerelden waar stervelingen verblijven universum- ‘ woningen’ genoemd, en Jezus zinspeelde op deze werelden toen hij zei: ‘In het huis mijns Vaders zijn vele woningen.’ Van hier af aan zullen de stervelingen in opgang binnen een bepaalde groep hemellichamen zoals de woningwerelden, individueel voortgaan van de ene wereld naar de andere en van de ene levensfase naar de volgende, doch de voortgang van het ene stadium van studie van het universum tot het volgende zullen zij altijd in klasseverband maken.

30:4.18

4. Morontia-Voortgaanden. Vanaf de woningwerelden en verder omhoog, op de werelden van het stelsel, de constellatie en het universum, worden stervelingen geklassificeerd als morontia-voortgaanden: zij doorlopen de overgangswerelden voor de opklimming van stervelingen. Terwijl de stervelingen in opgang voortgaan van de lagere naar de hogere morontia-werelden, dienen zij op talloze posten tezamen met hun leraren en in het gezelschap van hun meer gevorderde, oudere broeders.

30:4.19

Morontia-voortgang heeft betrekking op voortdurende vordering van het verstand, de geest en de persoonlijkheidsgestalte. De overlevenden zijn nog steeds wezens van drievoudige natuur. Gedurende de gehele morontia-ervaring zijn zij pupillen van het plaatselijk universum. Het regime van het superuniversum functioneert pas als de geest-loopbaan begint.

30:4.20

Stervelingen verwerven werkelijke geest-identiteit kort voordat zij het hoofdkwartier van het plaatselijk universum verlaten en naar de ontvangstwerelden van de kleine sectoren van het superuniversum gaan. De overgang van het laatste morontia-stadium naar de eerste of laagste geest-status betekent slechts een geringe verandering. Het bewustzijn, de persoonlijkheid en het karakter blijven onveranderd door deze vooruitgang: alleen de gestalte ondergaat een modificatie. Doch de geest-gestalte is even reëel als het morontia-lichaam, en even waarneembaar.

30:4.21

Vóór hun vertrek uit de plaatselijke universa waaruit zij geboortig zijn naar de ontvangst-werelden van het superuniversum, hebben de stervelingen uit de tijd geest-bevestiging ontvangen van de Schepper-Zoon en de Moeder-Geest van het plaatselijk universum. Vanaf dit punt ligt de status van de opklimmende sterveling voor altijd vast. Pupillen van het super- universum zijn voorzover bekend nog nimmer afgedwaald. Serafijnen in opklimming worden eveneens bevorderd in hun rang als engelen, wanneer zij hun plaatselijk universum verlaten.

30:4.22

5. Pupillen van het Superuniversum. Alle opklimmenden die op de opleidingswerelden van de superuniversa arriveren, worden pupillen van de Ouden der Dagen; zij hebben het morontia-leven van het plaatselijk universum doorlopen en zijn nu geaccrediteerde geesten. Als jonge geesten beginnen zij aan de opklimming in het stelsel van opleiding en cultuur van het superuniversum, dat zich vanaf de ontvangstwerelden van hun kleine sector binnenwaarts uitstrekt via de studiewerelden van de tien grote sectoren en verder, tot aan de hogere culturele werelden van het hoofdkwartier van het superuniversum.

30:4.23

De leerling-geesten zijn ingedeeld in drie orden, naargelang zij verblijven op de hoofdkwartierwerelden van geest-voortgang van de kleine sector, de grote sectoren, of van het superuniversum. Zoals morontia-opklimmenden hebben gestudeerd en gewerkt op de werelden van het plaatselijk universum, zo gaan geest-opklimmenden voort zich nieuwe werelden eigen te maken terwijl zij zich oefenen om datgene aan anderen door te geven waarmee zij zichzelf hebben gelaafd aan de experiëntiële fonteinen der wijsheid. Maar de opleiding als geest-wezen in de loopbaan in het superuniversum is iets totaal anders dan wat ooit in de verbeeldingswereld van het materiële bewustzijn van de mens is opgekomen.

30:4.24

Voordat deze geesten in opklimming het superuniversum verlaten om naar Havona te gaan, ontvangen zij eenzelfde grondige opleiding in het bestuur van een superuniversum als zij gedurende hun morontia-ervaring ontvingen in de supervisie over een plaatselijk universum. Voordat geest-stervelingen Havona bereiken, bestaat hun voornaamste studie, doch niet hun enige bezigheid, uit het zich eigen maken van de bestuursvorm van het plaatselijk universum en het superuniversum. De reden waarom zij al deze ervaring moeten opdoen is momenteel niet volkomen duidelijk, doch ongetwijfeld is deze opleiding wijs en noodzakelijk, gezien hun mogelijke toekomstige bestemming als leden van het Korps der Volkomenheid.

30:4.25

Het regime van het superuniversum is niet voor alle stervelingen in opklimming hetzelfde. Zij ontvangen wel dezelfde algemene opleiding, doch speciale groepen en klassen van hen doorlopen speciale cursussen van instructie en specifieke opleidingen.

30:4.26

6. Havona-Pelgrims. Wanneer de geest-ontwikkeling volledig is, ook al is zij niet volkomen, dan maakt de overlevende sterveling zich gereed voor de lange vlucht naar Havona, de veilige haven voor evolutionaire geesten. Op aarde waart ge een schepsel van vlees en bloed; in het gehele plaatselijk universum waart ge een morontia-wezen; in heel het superuniversum waart ge een evoluerende geest; bij uw aankomst op de ontvangstwerelden van Havona begint uw geestelijke opleiding in werkelijkheid en in ernst: uiteindelijk zult ge op het Paradijs verschijnen als een vervolmaakte geest.

30:4.27

De reis van het hoofdkwartier van het superuniversum naar de ontvangstwerelden van Havona wordt altijd alleen gemaakt. Van nu af aan zal er geen klasse- of groepsinstructie meer worden gegeven. De rechtskundige en bestuurlijke opleiding op de evolutionaire werelden in tijd en ruimte ligt achter u. Nu begint uw persoonlijke opleiding, uw individuele geestelijke training. Gedurende uw hele verblijf in Havona is het onderricht van begin tot einde persoonlijk en drievoudig van aard: verstandelijk, geestelijk en experiëntieel.

30:4.28

De eerste daad in uw Havona-loopbaan zal het herkennen zijn van, en het dankzeggen aan, uw transport-seconafijn voor de lange, veilige reis. Daarna wordt ge voorgesteld aan de wezens die de verantwoording zullen dragen voor uw eerste Havona-activiteiten. Vervolgens laat ge uw aankomst registreren en stelt ge de boodschap van dankbetoon en adoratie op die gezonden zal worden naar de Schepper-Zoon van uw plaatselijk universum, de universum-Vader die uw loopbaan van zoonschap mogelijk heeft gemaakt. Dit vormt het einde van de formaliteiten van de aankomst in Havona; hierna wordt u een lange periode van ontspanning vergund gedurende welke ge vrij kunt rondzien en die u tevens de gelegenheid geeft om uw vrienden, medepelgrims, en medewerkers in de lange opklimmingservaring op te zoeken. Ge kunt ook de nieuwberichten raadplegen om u ervan te vergewissen wie van uw medepelgrims naar Havona zijn vertrokken sedert ge Uversa hebt verlaten.

30:4.29

Het feit van uw aankomst op de ontvangstwerelden van Havona zal naar behoren worden geseind naar het hoofdkwartier van uw plaatselijk universum en persoonlijk worden medegedeeld aan uw serafijnse behoeder, waar deze serafijn zich ook moge bevinden.

30:4.30

De stervelingen in opklimming zijn grondig opgeleid in de aangelegenheden van de evolutionaire werelden in de ruimte; nu beginnen zij aan hun lange, leerzame contact met de geschapen volmaakte werelden. Welk een voorbereiding wordt u geboden voor nog onbekende werkzaamheden in de toekomst door deze gecombineerde, unieke, en buitengewone ervaring! Doch ik kan u niets over Havona vertellen; ge moet deze werelden gezien hebben om hun heerlijkheid te kunnen waarderen en hun grootsheid te kunnen begrijpen.

30:4.31

7. De Nieuw-aangekomenen op het Paradijs. Wanneer ge het Paradijs bereikt met residentiële status, begint ge aan de gevorderde opleiding in goddelijkheid en absoniteit. Uw verblijf op het Paradijs geeft aan dat ge God gevonden hebt, en dat ge opgenomen zult worden in het Sterfelijke Korps der Volkomenheid. Van alle schepselen in het groot universum worden slechts zij die met de Vader zijn gefuseerd opgenomen in het Sterfelijke Korps der Volkomenheid. Alleen deze personen leggen de eed van de volkomenen af. Andere wezens die de volmaaktheid van het Paradijs bezitten of hebben bereikt, kunnen wel tijdelijk verbonden zijn aan dit korps der volkomenheid, maar worden niet voor eeuwig toegevoegd aan de onbekende, ongeopenbaarde missie van deze groeiende schare evolutionaire, vervolmaakte veteranen uit tijd en ruimte.

30:4.32

Degenen die op het Paradijs aankomen, wordt een periode van vrijheid vergund, waarna zij zich verbinden met de zeven groepen der primaire supernafijnen. Zij worden gegradueerden van het Paradijs genoemd wanneer zij hun opleiding bij de leiders der godsverering hebben beëindigd en vervolgens als volkomenen worden aangesteld om op te treden als waarnemers, en om coöperatief te dienen tot aan de einden der wijdverbreide schepping. Vooralsnog schijnen er geen specifieke of vaste werkzaamheden te zijn voor het Sterfelijke Korps der Volkomenheid, ofschoon zij in vele functies dienen op de werelden die in licht en leven zijn bestendigd.

30:4.33

Ook al zou er geen toekomstige of ongeopenbaarde bestemming zijn voor het Sterfelijke Korps der Volkomenheid, dan nog zou de huidige taak van deze opklimmende wezens geheel adequaat en luisterrijk zijn. Hun huidige bestemming is een volkomen rechtvaardiging van het universele plan der evolutionaire opklimming. Doch de toekomstige tijdperken van de evolutie van de werelden in de buitenruimte zullen ongetwijfeld een verdere uitwerking te zien geven van, en een vollediger goddelijk licht werpen op, de wijsheid en goedertierendheid van de Goden in de uitvoering van hun goddelijke plan voor de overleving van de mens en de opklimming van stervelingen.

30:4.34

Samen met hetgeen u reeds is geopenbaard en met hetgeen ge nog te weten zult komen in verband met onderricht inzake uw eigen wereld, geeft deze verhandeling een overzicht van de loopbaan van een opgaande sterveling. Het verhaal vertoont aanzienlijke verschillen in de onderscheiden superuniversa, doch deze presentatie verschaft u een glimp van het gemiddelde plan voor de menselijke vooruitgang, zoals het functioneert in het plaatselijk universum Nebadon en in het zevende segment van het groot universum, het superuniversum Orvonton.

30:4.35

[Opgesteld onder verantwoordelijkheid van een Machtige Boodschapper van Uversa.]


◄ 30:3
 
Verhandeling 31 ►
 

Nederlandse vertaling © Stichting Urantia. Alle rechten voorbehouden.