Het was bijna half acht, toen Jezus met zijn elf zwijgende en enigszins verbijsterde apostelen deze donderdagmorgen, 18 mei, op de westelijke helling van de Olijfberg aankwam. Van deze plaats, op ongeveer twee derde van de afstand naar de top, konden zij uitzien over Jeruzalem en zagen zij beneden zich Getsemane liggen. Jezus maakte zich nu gereed om voor de laatste maal zijn apostelen vaarwel te zeggen, alvorens hij Urantia verliet. Terwijl hij daar voor hen stond, knielden ze zonder dat dit hun gevraagd werd, in een kring om hem heen, en de Meester sprak:
‘Ik heb jullie gevraagd in Jeruzalem te blijven, totdat jullie met kracht uit den hoge zult worden begiftigd. Ik sta nu op het punt afscheid van jullie te nemen: ik sta op het punt op te stijgen naar mijn Vader, en spoedig, zeer spoedig, zullen wij de Geest van Waarheid zenden naar deze wereld waar ik gewoond heb; wanneer deze zal zijn gekomen, zullen jullie beginnen met de nieuwe verkondiging van het evangelie van het koninkrijk, eerst in Jeruzalem en daarna tot in de verste streken van de wereld. Hebt de mensen lief met de liefde waarmee ik jullie heb liefgehad, en dient jullie medemensen zoals ik ook jullie heb gediend. Dwingt de ziel der mensen door de vruchten van de geest in jullie leven om de waarheid te geloven dat de mens een zoon van God is, en dat alle mensen broeders zijn. Onthoudt al wat ik jullie heb onderricht en het leven dat ik te midden van jullie geleid heb. Mijn liefde beschut jullie, mijn geest zal bij jullie wonen, en mijn vrede zal bij jullie blijven. Vaarwel.’
Toen de morontia-Meester aldus had gesproken, verdween hij uit het gezicht. Deze zogeheten hemelvaart van Jezus verschilde in geen enkel opzicht van de andere keren dat hij tijdens de veertig dagen van zijn morontia-loopbaan op Urantia uit het gezicht van stervelingen was verdwenen.
De Meester ging via Jerusem naar Edentia, waar de Meest Verhevenen, terwijl de Paradijs-Zoon als waarnemer aanwezig was, Jezus van Nazaret onthieven van de morontia-staat en hem, via de geest-kanalen van opstijging, deden wederkeren tot de status van het Paradijs-Zoonschap en de hoogste soevereiniteit op Salvington.
Die morgen om ongeveer kwart voor acht verdween de morontia-Jezus uit het zicht van zijn elf apostelen en begon hij aan de opstijging naar de rechterhand van zijn Vader, om daar de formele bevestiging te ontvangen dat zijn soevereiniteit over het universum Nebadon volledig was geworden.