◄ 193:3
Verhandeling 193
193:5 ►

De laatste verschijningen en de hemelvaart

4. Oorzaken van de val van Judas

193:4.1

In het eerste gedeelte van de boodschap die hij zijn apostelen ten afscheid meegaf, zinspeelde de Meester op het verlies van Judas en hield hij hun het tragische lot van hun verraderlijke medewerker voor als een ernstige waarschuwing voor de gevaren van sociaal en broederlijk isolement. Het is wellicht nuttig voor de gelovigen in deze en toekomstige eeuwen om in het kort de oorzaken van Judas’ val na te gaan, in het licht van de opmerkingen van de Meester en gezien de inzichten die in latere eeuwen zijn verzameld.

193:4.2

Wanneer wij terugblikken op deze tragedie, denken wij dat Judas de verkeerde weg opging, vooral omdat hij een zeer duidelijk geïsoleerde persoonlijkheid was, een persoonlijkheid die zich had afgesloten voor, en zich had losgemaakt van gewone sociale contacten. Hij weigerde aanhoudend zijn mede-apostelen in vertrouwen te nemen of zich vrijelijk met hen te verbroederen. Maar het feit op zich dat hij een geïsoleerd type persoonlijkheid was, zou niet zulk onheil hebben teweeggebracht voor Judas, ware het niet dat hij er ook niet in slaagde te groeien in lief- de en toe te nemen in geestelijke genade. En als om het nog erger te maken, koesterde hij boven- dien hardnekkige grieven en gaf hij toe aan psychologische vijanden als wraakzucht en de hun- kering om iemand al zijn teleurstellingen, die zich in hem hadden vastgezet ‘betaald te zetten’.

193:4.3

Deze ongelukkige combinatie van individuele eigenaardigheden en mentale neigingen brachten samen de ondergang teweeg van een man met goede bedoelingen, die er niet in slaagde deze euvelen te overwinnen door liefde, geloof en vertrouwen. Dat Judas niet noodzakelijkerwijs op het verkeerde pad had behoeven te geraken, wordt duidelijk aangetoond door de gevallen van Tomas en Natanael, die beiden ook leden aan dezelfde achterdocht en een te sterke ontwikkeling van de neiging tot individualisme. Zelfs Andreas en Matteüs hadden dikwijls neigingen hiertoe, maar al deze mannen gingen Jezus en hun mede-apostelen mettertijd steeds meer, en niet steeds minder liefhebben. Zij groeiden in genade en kennis van waarheid. Zij kregen steeds meer vertrouwen in hun broeders en ontwikkelden langzaam het vermogen om hun metgezellen ook in vertrouwen te nemen. Judas weigerde hardnekkig zijn broeders in vertrouwen te nemen. Wanneer zijn emotionele conflicten zich opeenhoopten en hij ertoe gedreven werd verlichting daarvan te zoeken door uiting te geven aan wat er in hem omging, zocht hij steeds de raad, en aanvaardde hij steeds de onverstandige troost, van zijn ongeestelijke bloedverwanten of van toevallige kennissen die hetzij onverschillig, hetzij werkelijk vijandig stonden tegenover het welzijn en de vooruitgang van de geestelijke werkelijkheden van het hemelse koninkrijk, waarvan hij één der twaalf gewijde ambassadeurs op aarde was.

193:4.4

Judas leed de nederlaag in zijn strijd op aarde vanwege de volgende factoren van persoonlijke neigingen en zwakte van karakter:

193:4.5

1. Hij was een eenzelvig type mens. Hij was in hoge mate individualistisch en verkoos een uitgesproken gesloten en teruggetrokken figuur te worden.

193:4.6

2. Als kind was het leven te gemakkelijk voor hem gemaakt. Hij raakte uitermate gebelgd wanneer hij werd gedwarsboomd. Hij wilde altijd winnen: hij was een zeer slecht verliezer.

193:4.7

3. Hij verwierf zich nimmer een filosofische techniek om teleurstellingen te verwerken. Inplaats van teleurstelling te accepteren als een regelmatig voorkomend en normaal verschijnsel in het menselijke bestaan, nam hij steevast zijn toevlucht tot de gewoonte om iemand in het bijzonder, of zijn metgezellen als groep, de schuld te geven van al zijn persoonlijke moeilijkheden en teleurstellingen.

193:4.8

4. Hij had de neiging om grieven te koesteren; hij liep altijd rond met de idee van wraak.

193:4.9

5. Hij hield er niet van de feiten ruiterlijk onder ogen te zien: hij was oneerlijk in zijn houding ten aanzien van levenssituaties.

193:4.10

6. Hij had er een hekel aan zijn persoonlijke problemen met zijn naaste metgezellen te bespreken; hij weigerde zijn moeilijkheden te bespreken met echte vrienden en degenen die hem waarlijk liefhadden. In alle jaren van zijn omgang met de Meester ging hij niet één keer naar hem toe met een zuiver persoonlijk probleem.

193:4.11

7. Hij kwam er nooit achter dat de werkelijke beloningen voor een edel leven per slot van rekening geestelijke prijzen zijn, die niet altijd in dit ene korte leven in het vlees worden uitgereikt.

193:4.12

Ten gevolge van het hardnekkige isolement van zijn persoonlijkheid vermenigvuldigde zich zijn verdriet, vermeerderden zijn zorgen, namen zijn angsten toe en werd zijn wanhoop steeds dieper, tot zij bijna niet meer te dragen viel.

193:4.13

Deze egocentrische en ultra-individualistische apostel had vele psychische, emotionele en geestelijke moeilijkheden, waarvan de volgende de voornaamste waren. Wat zijn persoonlijkheid betreft, was hij geïsoleerd. Mentaal was hij achterdochtig en wraakgierig. Zijn temperament was nors en rancuneus. Wat zijn gevoelsleven betreft, was hij liefdeloos en niet vergevensgezind. In de omgang was hij niet vertrouwelijk en nagenoeg geheel eenzelvig. In geestelijk opzicht werd hij arrogant en zelfzuchtig ambitieus. Tijdens zijn leven negeerde hij hen die hem liefhadden, en tijdens zijn sterven was hij zonder vrienden.

193:4.14

Dit nu zijn de bewustzijnsfactoren en invloeden van het kwaad, die alle tezamen verklaren, waarom een goedbedoelende en voor het overige eens oprecht gelovige in Jezus, zelfs na meerdere jaren van intieme omgang met diens transformerende persoonlijkheid, zijn kameraden in de steek liet, een heilige zaak verwierp, zijn heilige roeping liet varen en zijn goddelijke Meester verried.


◄ 193:3
 
193:5 ►