◄ 178:0
Verhandeling 178
178:2 ►

De laatste dag in het kamp

1. Verhandeling over zoonschap en burgerschap

178:1.1

Jezus sprak bijna twee uur lang tot ongeveer vijftig van zijn vertrouwde volgelingen en beantwoordde tientallen vragen over de verhouding van het koninkrijk des hemels tot de koninkrijken van deze wereld, over de verhouding tussen het zoonschap bij God en het burgerschap onder aardse regeringen. Deze verhandeling, alsmede de antwoorden die hij op de gestelde vragen gaf, kunnen als volgt in moderne bewoordingen worden samengevat:

178:1.2

Omdat de koninkrijken dezer wereld van materiële aard zijn, kunnen zij het dikwijls noodzakelijk achten fysieke kracht te gebruiken bij de tenuitvoerlegging van wetten en de handhaving van de orde. In het koninkrijk des hemels zullen ware gelovigen niet hun toevlucht nemen tot het aanwenden van fysieke kracht. Omdat het koninkrijk des hemels een geestelijke broederschap is van de uit de geest geboren zonen van God, mag het slechts door de kracht van de geest worden verbreid. Dit onderscheid in werkwijze slaat op de betrekkingen van het koninkrijk der gelovigen tot de koninkrijken der wereldlijke regeringen, en heft niet het recht op van sociale groeperingen van gelovigen om de orde in hun gelederen te handhaven en tucht uit te oefenen over weerspannige en onwaardige leden.

178:1.3

Het zoonschap in het geestelijke koninkrijk is alleszins verenigbaar met het burgerschap onder een wereldlijke of burgerlijke regering. Het is de plicht van de gelovige om aan Caesar de dingen te geven die Caesar toekomen, en aan God de dingen die God toekomen. Er kan geen enkele tegenstrijdigheid bestaan tussen deze twee vereisten, omdat de ene materieel is en de andere geestelijk, tenzij er zich een ontwikkeling voordoet waarbij een Caesar zich vermeet zich Gods prerogatieven aan te matigen en geestelijk eerbetoon en de allerhoogste aanbidding opeist. In zo’n geval zult ge slechts God aanbidden en moet ge tevens trachten zulk een misleide aardse heerser tot betere inzichten te brengen en hem op deze wijze ook ertoe brengen de Vader in de hemel te erkennen. Ge zult aardse heersers niet geestelijk vereren, en evenmin zult ge gebruik maken van materiële machtsmiddelen van aardse regeringen, wier heersers wel eens gelovigen kunnen worden, om de missie van het geestelijke koninkrijk te bevorderen.

178:1.4

Zoonschap in het koninkrijk moet jullie, gezien vanuit het standpunt van een voortschrijdende beschaving, helpen om ideale burgers te worden van de koninkrijken dezer wereld, omdat broederschap en dienstbaarheid de hoekstenen zijn van het evangelie van het koninkrijk. De oproep tot liefde van het geestelijke koninkrijk hoort de aansporing tot haat der ongelovige, oorlogszuchtige burgers van de aardse koninkrijken op doeltreffende wijze teniet te kunnen doen. Maar deze materialistische zonen in duisternis zullen uw geestelijke licht van waarheid nooit leren kennen, tenzij ge vlak naast hen gaat staan in de onzelfzuchtige sociale dienstbaarheid die, in de levenservaring van iedere individuele gelovige, het natuurlijke resultaat is van het voortbrengen van de vruchten van de geest.

178:1.5

Als sterfelijke, materiële mensen zijn jullie inderdaad burgers van de aardse koninkrijken, en jullie dient goede burgers te zijn, te meer omdat je wedergeboren geesteszonen van het hemelse koninkrijk bent geworden. Als door het geloof verlichte en door de geest vrijgemaakte zonen van het koninkrijk des hemels dragen jullie een dubbele verantwoordelijkheid, een verplichting tegenover de mensen en een verplichting tegenover God, en daarbij nemen jullie vrijwillig een derde, heilige verplichting op je: dienstbaarheid aan de broederschap van Godkennende gelovigen.

178:1.6

Je moogt je aardse regeerders niet aanbidden en je dient geen wereldlijke macht aan te wenden bij het verbreiden van het geestelijke koninkrijk; je dient echter het rechtvaardige dienstbetoon van liefdevolle bijstand zowel aan gelovigen als aan ongelovigen aan de dag te leggen. In het evangelie van het koninkrijk woont de machtige Geest van Waarheid, en weldra zal ik deze geest over alle vlees uitstorten. De vruchten van de geest, jullie oprechte, liefdevolle dienstbaarheid, vormen de machtige sociale hefboom om de volken in duisternis op te heffen, en deze Geest van Waarheid zal jullie steunpunt worden waarop deze hefboom kan rusten en aldus zijn kracht kan verveelvoudigen.

178:1.7

Leg wijsheid en scherpzinnigheid aan de dag in jullie omgang met ongelovige burgerlijke gezagsdragers. Toon door tact aan dat je bedreven bent in het gladstrijken van kleine meningsverschillen en het regelen van onbeduidende misverstanden. Tracht op alle mogelijke manieren—in alle dingen behalve waar jullie geestelijke loyaliteit aan de regeerders van het universum in het geding is—in vrede te leven met alle mensen. Wees altijd zo wijs als de slang, maar zo onschadelijk als de duif.

178:1.8

Jullie dient des te betere burgers onder de wereldlijke regeringen te worden ten gevolge van het feit dat jullie verlichte zonen van het koninkrijk bent geworden; evenzo dienen de wereldlijke gezagsdragers des te betere bestuurders van burgerlijke zaken te worden tengevolge van hun geloof in dit evangelie van het hemelse koninkrijk. De instelling van onzelfzuchtige dienstbaarheid aan de mens en intelligente verering van God, dient allen die in het koninkrijk geloven tot betere wereldburgers te maken, terwijl de instelling van eerlijk burgerschap en oprechte toewijding aan zijn verplichting in de wereld zulk een burger ook moet helpen om beter bereikbaar te worden voor de geest-oproep tot het zoonschap in het hemelse koninkrijk.

178:1.9

Zolang de heersers der wereldlijke regeringen het gezag van godsdienstige dictators trachten uit te oefenen, kunnen jullie, die dit evangelie geloven, alleen maar moeilijkheden, vervolging, en zelfs de dood verwachten. Maar juist het licht dat jullie in de wereld zult verspreiden en zelfs de wijze waarop je voor dit evangelie van het koninkrijk zult lijden en sterven, zullen, op zichzelf, uiteindelijk de hele wereld verlichten en de geleidelijke scheiding van politiek en religie tengevolge hebben. Het volhardend prediken van dit evangelie van het koninkrijk zal alle volkeren eens een nieuwe, ongelooflijke bevrijding, intellectuele en religieuze vrijheid brengen.

178:1.10

Onder de op handen zijnde vervolgingen door degenen die dit evangelie van vreugde en vrijheid haten, zal het jullie wèl gaan en het koninkrijk zal gedijen. Maar jullie zullen ernstig gevaar lopen in de periode daarna, wanneer de meeste mensen een gunstige opinie zullen hebben over de gelovigen in het koninkrijk, en vele hooggeplaatsten in naam het evangelie van het hemelse koninkrijk zullen aanvaarden. Leert om zelfs in tijden van vrede en voorspoed trouw te zijn aan het koninkrijk. Brengt de engelen die toezicht op jullie houden niet in verzoeking om je op moeilijke wegen te brengen, als een liefdevolle tuchtmaatregel die is bedoeld om jullie ziel te redden, wanneer deze zich op welbehagen laat meedrijven.

178:1.11

Houdt in gedachten dat jullie is opgedragen dit evangelie van het koninkrijk te prediken—het allerhoogste verlangen om de wil van de Vader te doen, gekoppeld aan de allerhoogste vreugde van het geloofsbesef van het zoonschap bij God—en jullie moet je door niets laten afleiden van jullie toewijding aan deze ene plicht. Laat de hele mensheid baat vinden bij de overvloed van jullie liefdevolle geestelijke bijstand, bij de verlichtende intellectuele gemeenschap met jullie, en bij jullie verheffende sociale dienstbaarheid; geen van deze menslievende activiteiten afzonderlijk, noch tezamen, dienen jullie echter in de plaats te laten komen van de verkondiging van het evangelie. Deze machtige vormen van bijstand zijn sociale nevenproducten van de nog machtiger, sublieme bijstand en de transformaties die tot worden gebracht in het hart van de mens die in het koninkrijk gelooft door de levende Geest van Waarheid, en door zijn persoonlijke bewustwording dat het geloof van een uit de geest geboren mens hem de zekerheid schenkt dat hij levende omgang heeft met de eeuwige God.

178:1.12

Jullie moet niet trachten de waarheid te verbreiden, of rechtvaardigheid tot stand te brengen, door middel van de macht van burgerlijke regeringen of door het invoeren van wereldlijke wetten. Je mag je altijd inspannen om mensen verstandelijk te overtuigen, maar waag het niet hen te dwingen. Je moet niet de grote wet van menselijke billijkheid vergeten die ik jullie in positieve vorm geleerd heb: zoals jij wilt dat de mensen jou behandelen, behandel hen evenzo.

178:1.13

Wanneer iemand die in het koninkrijk gelooft, wordt opgeroepen om in dienst te treden van de burgerlijke overheid, laat hij deze dienst dan als wereldlijk onderdaan van die regering verrichten, alhoewel deze gelovige in zijn overheidsfunctie alle gewone kenmerken van goed burgerschap dient te vertonen zoals deze verdiept zijn door de geestelijke verlichting die de adelende omgang van het bewustzijn van de sterveling met de inwonende geest van de eeuwige God teweegbrengt. Als een ongelovige blijkt een betere overheidsdienaar te zijn dan jij, dien je je ernstig af te vragen of de wortels van de waarheid in je hart niet zijn afgestorven door gebrek aan het levende water van de combinatie van geestelijke gemeenschap en sociaal dienstbetoon. Het bewustzijn van het zoonschap bij God moet het hele dienende leven bezielen van iedere man, vrouw, en kind die in het bezit is gekomen van zulk een machtige stimulans voor alle inherente krachten van een menselijke persoonlijkheid.

178:1.14

Jullie moogt geen passieve mystici of kleurloze asceten worden; jullie dient geen dromers te worden of mensen die zich maar laten meedrijven en indolent vertrouwen op een denkbeeldige Voorzienigheid om zelfs in hun eerste levensbehoeften te voorzien. Jullie moet weliswaar zachtmoedig zijn in jullie omgang met dwalende mensen, geduldig in je contact met onwetenden en verdraagzaam wanneer men jullie tart, maar je moet ook moedig zijn in het verdedigen van de gerechtigheid, machtig in de verkondiging van waarheid en stoutmoedig in de prediking van dit evangelie van het koninkrijk, ja tot aan de einden der aarde.

178:1.15

Dit evangelie van het koninkrijk is een levende waarheid. Ik heb jullie verteld dat het is als de gist in het deeg en als het mosterdzaadje; nu zeg ik jullie bovendien dat het is als het zaad van het levende wezen, dat, ofschoon het ditzelfde levende zaad blijft, zich van generatie op generatie onuitputtelijk ontvouwt in nieuwe manifestaties en bevredigend groeit in kanalen van nieuwe aanpassing aan de specifieke behoeften en omstandigheden van iedere successieve generatie. De openbaring die ik jullie heb gebracht is een levende openbaring, en ik wens dat zij passende vruchten zal voortbrengen in ieder individu en in iedere generatie, in overeenstemming met de wetten van geestelijke groei, vermenigvuldiging, en adaptieve ontwikkeling. Van generatie op generatie moet dit evangelie een toenemende vitaliteit vertonen en een grotere diepte van geestelijke kracht aan de dag leggen. Het mag niet alleen maar een heilige herinnering worden, alleen maar een overlevering over mij en de periode waarin we nu leven.

178:1.16

En vergeet niet: wij hebben geen rechtstreekse aanval gedaan op de persoon of het gezag van hen die op de zetel van Mozes zitten: wij hebben hun alleen het nieuwe licht aangeboden, en dat hebben zij met kracht verworpen. Wij hebben hen alleen aangevallen door hun geestelijke ontrouw aan de kaak te stellen aan de waarheden, die zij juist beweren te onderwijzen en te beschermen. Wij zijn alleen in botsing gekomen met de gevestigde leiders en erkende oversten wanneer zij zich vierkant opstelden tegen de prediking van het evangelie van het koninkrijk aan de mensenkinderen. Ook nu zijn wij het niet die hen aanvallen, maar zij die onze ondergang zoeken. Vergeet niet dat jullie is opgedragen alleen het goede nieuws te gaan verkondigen. De oude gebruiken moeten jullie niet aanvallen: je moet zorgvuldig de gist van de nieuwe waarheid in de oude geloofsovertuigingen mengen. Laat de Geest van Waarheid zijn eigen werk doen. Laat er alleen controverse ontstaan wanneer degenen die de waarheid verachten, je deze opdringen. Maar wanneer de halsstarrig ongelovige je aanvalt, aarzelt dan niet met kracht de waarheid te verdedigen die jou heeft gered en geheiligd.

178:1.17

Denkt er in alle wisselvalligheden van het leven altijd aan, elkaar lief te hebben. Twist niet met de mensen, zelfs niet met ongelovigen. Toont barmhartigheid, zelfs aan degenen die je beledigend behandelen. Betonen jullie je loyale burgers, rechtschapen handwerkslieden, prijzenswaardige buren, toegewijde familieleden, begripvolle ouders en oprechte gelovigen in de broederschap van het koninkrijk van de Vader. En mijn geest zal op jullie zijn, nu en zelfs tot het einde der wereld.

178:1.18

Toen Jezus zijn onderricht had beëindigd, was het bijna één uur geworden en zij gingen onmiddellijk terug naar het kamp, waar David en zijn helpers het middagmaal voor hen klaar hadden staan.


◄ 178:0
 
178:2 ►