◄ 16:0
Verhandeling 16
16:2 ►

De zeven Meester-Geesten

1. Betrekking tot de drieënige Godheid

16:1.1

De Vereende Schepper, de Oneindige Geest, is noodzakelijk om de drieënige personalisering van de ongedeelde Godheid te completeren. Inherent aan deze drievoudige personalisatie van de Godheid is de zevenvoudige mogelijkheid tot individuele en associatieve uitdrukking; hieruit volgt dat het latere plan om universa te scheppen ter bewoning door verstandelijke en potentieel geestelijke wezens die de Vader, de Zoon en de Geest rechtstreeks tot uitdrukking brengen, de personalisatie van de Zeven Meester-Geesten onontkoombaar heeft gemaakt. Wij zijn er toe overgegaan om over de drievoudige personalisatie van de Godheid te spreken als de absolute onvermijdelijkheid, terwijl wij het verschijnen van de Zeven Meester-Geesten zijn gaan zien als de subabsolute onvermijdelijkheid.

16:1.2

Ofschoon wij niet kunnen zeggen dat de Zeven Meester-Geesten de drievoudige Godheid tot uitdrukking brengen, zijn zij wel de eeuwige uitbeelding van de zevenvoudige Godheid, de actieve en associatieve functies van de drie immer-bestaande personen der Godheid. Door en in, en via deze Zeven Geesten is de Universele Vader, de Eeuwige Zoon en de Oneindige Geest, of iedere tweevoudige associatie van dezen, in staat als zodanig te functioneren. Wanneer de Vader, de Zoon, en de Geest samen handelen, kunnen zij functioneren door Meester-Geest Nummer Zeven, en doen zij dit ook, doch niet als de Triniteit. De Meester-Geesten vertegenwoordigen op zichzelf en gezamenlijk alle mogelijke enkelvoudige en afzonderlijke Godheid-functies, maar niet de collectieve functie, niet de Triniteit. De Meester-Geest Nummer Zeven functioneert niet persoonlijk met betrekking tot de Paradijs-Triniteit, en juist daarom kan hij persoonlijk optreden voor de Allerhoogste.

16:1.3

Wanneer de Zeven Meester-Geesten hun individuele zetel van persoonlijke macht en gezag over hun superuniversum echter verlaten en zich verzamelen rond de Vereend Handelende Geest in de drieënige tegenwoordigheid van de Godheid van het Paradijs, dan vertegenwoordigen zij daar en op dat moment collectief de functionele kracht, wijsheid en het gezag van de ongedeelde Godheid—de Triniteit—voor en in de evoluerende universa. Zulk een Paradijs-eenheid van de zevenvoudige oer-uitdrukking van de Godheid omvat daadwerkelijk, omsluit letterlijk, het ge- heel van alle eigenschappen en zienswijzen der drie eeuwige Godheden in Allerhoogst en Ultiem opzicht. In alle praktische opzichten omvatten de Zeven Meester-Geesten dan en daar inderdaad het functionele domein van de Allerhoogste-Ultieme voor en in het meester-universum.

16:1.4

Voorzover wij kunnen nagaan, zijn deze Zeven Geesten geassocieerd met de goddelijke activiteiten van de drie eeuwige personen der Godheid; wij zien geen blijk van een rechtstreekse associatie met de functionerende tegenwoordigheden van de drie eeuwige fasen van de Absolute. Wanneer zij onderling zijn geassocieerd, vertegenwoordigen de Meester-Geesten de Paradijs-Godheden in wat ge u ongeveer kunt voorstellen als het eindige domein van activiteit. Dit kan veel omvatten dat ultiem is, doch niet absoluut.


◄ 16:0
 
16:2 ►