◄ 155:5
Verhandeling 155
156:0 ►

Op de vlucht door Noord-Galilea

6. De tweede verhandeling over religie

155:6.1

Terwijl zij pauzeerden in de schaduw van de heuvel, ging Jezus voort hen te onderrichten met betrekking tot de religie van de geest, waarbij hij in hoofdzaak het volgende zei:

155:6.2

Jullie zijn naar voortgekomen uit diegenen onder jullie medemensen die liever tevreden blijven met een religie van het bewustzijn, die hunkeren naar veiligheid en gelijkvormigheid. Jullie hebt verkozen je gevoelens van zekerheid, die op autoritaire principes berusten, in te ruilen voor de verzekerdheden van de geest van het avontuurlijke, progressieve geloof. Jullie hebt de moed gehad om te protesteren tegen de afmattende knechtschap van de institutionele godsdienst, en om het gezag te verwerpen van de geschreven tradities die nu als het woord van God worden beschouwd. Onze Vader heeft inderdaad gesproken door Mozes, Elia, Jesaja, Amos en Hosea, maar hij is niet opgehouden woorden van waarheid aan de wereld te schenken toen deze oude profeten ophielden te spreken. Mijn Vader kent geen aanzien van rassen of generaties, in de zin dat het woord van waarheid gegund zou worden aan één tijdperk en aan het volgende zou worden onthouden. Wees niet zo dwaas dat je datgene goddelijk noemt wat geheel menselijk is, en let vooral op de woorden van waarheid die niet via de traditionele godsspraak van de vermeende inspiratie worden gesproken.

155:6.3

Ik heb jullie geroepen om opnieuw te worden geboren, om uit de geest te worden geboren. Ik heb jullie uit de duisternis van het gezag en de traagheid van de traditie geroepen in het transcendente licht van het besef van de mogelijkheid om voor jezelf de grootste ontdekking te doen die de mensenziel kan doen—de verheven ervaring van het vinden van God voor jezelf, in jezelf en van jezelf, en dat je dit alles doet als een feit in je eigen persoonlijke ervaring. Mogen jullie dus overgaan van de dood naar het leven, van de autoriteit van de traditie naar de ervaring God te kennen; aldus zul je vanuit het duister overgaan naar het licht, van een overgeërfd geloof van het ras naar een persoonlijk geloof dat verworven is door daadwerkelijke ervaring; hierdoor zullen jullie van een theologie van het bewustzijn, die jullie door je voorvaderen is overgeleverd, voortgaan naar een ware religie van de geest, die in je zal worden opgebouwd als een eeuwige schenking.

155:6.4

Jullie religie zal van het louter intellectuele geloof in het gezag van de traditie, veranderen in de daadwerkelijke ervaring van dat levende geloof dat de werkelijkheid kan vatten van God en van alles wat in verband staat met de goddelijke geest van de Vader. De religie van het bewustzijn bindt je hopeloos aan het verleden: de religie van de geest bestaat in steeds voortschrijdende openbaring en wenkt je steeds verder om hogere, heiliger geestelijke idealen en eeuwige werkelijkheden te bereiken.

155:6.5

Hoewel de autoritaire religie voor het moment een vast gevoel van veiligheid en zekerheid kan geven, betaal je voor zulk een vluchtige voldoening de prijs van het verlies van je geestelijke onafhankelijkheid en religieuze vrijheid. Mijn Vader vraagt als prijs voor het binnengaan van het koninkrijk des hemels niet dat je jezelf dwingt een geloof te onderschrijven in dingen die geestelijk weerzinwekkend, onheilig en onwaarachtig zijn. Er wordt niet van je gevraagd je eigen gevoel van barmhartigheid, rechtvaardigheid en waarheid geweld aan te doen door je te onderwerpen aan een versleten systeem van religieuze vormen en ceremoniën. De religie van de geest laat je voor altijd vrij om de waarheid te volgen, waar de aanwijzingen van de geest je ook heen mogen leiden. En wie kan het beoordelen—misschien heeft deze geest iets mede te delen aan deze generatie wat andere generaties hebben geweigerd te horen?

155:6.6

Het is een schande dat valse religieuze leraren hongerige zielen willen terugslepen naar het vage, verre verleden en ze daar willen laten! Deze onfortuinlijken zijn dan ook gedoemd te schrikken van iedere nieuwe ontdekking, terwijl ze verward raken door iedere nieuwe openbaring van waarheid. De profeet die zei: ‘Hij zal in volmaakte vrede verblijven wiens denken op God steunt,’ was niet een louter intellectuele gelovige in autoritaire religie. Deze waarheidkennende mens had God ontdekt: hij was niet alleen maar aan het praten over God.

155:6.7

Ik maan jullie de gewoonte op te geven om altijd de oude profeten aan te halen en de helden van Israel te prijzen, en in plaats daarvan ernaar te streven levende profeten van de Hoogste te worden en geestelijke helden van het komende koninkrijk. Het eren van de Godkennende leiders uit het verleden kan inderdaad nuttig zijn, maar waarom zou je, terwijl je dit doet, de allerhoogste ervaring van het menselijk bestaan opofferen: zelf God te vinden en hem te kennen in je eigen ziel?

155:6.8

Ieder ras van de mensheid heeft zijn eigen mentale visie op het menselijk bestaan; derhalve moet de verstandelijke religie altijd paralel lopen aan deze verschillende gezichtspunten der volkeren. De autoritaire godsdiensten zullen nooit tot unificatie komen. De eenheid der mensen en de broederschap der stervelingen kunnen slechts worden bereikt door en via de hogere schenking van de religie van de geest. Het denken der volkeren moge verschillen, doch de gehele mensheid ondervindt de inwoning van dezelfde goddelijke en eeuwige geest. De hoop op menselijke broederschap kan slechts worden verwerkelijkt wanneer en doordat de uiteenlopende autoritaire godsdiensten van het verstand bevrucht en overschaduwd worden door de unificerende en veredelende religie van de geest—de religie van de persoonlijke geestelijke ervaring.

155:6.9

De religies van het gezag kunnen alleen scheiding tussen de mensen teweegbrengen en hen in gewetensconflict tegenover elkaar opstellen; de religie van de geest zal de mensen steeds meer tot elkaar brengen en hen in begrip en sympathie met elkaar doen omgaan. De autoritaire godsdiensten eisen van de mensen uniformiteit van geloof, maar in de huidige staat van de wereld kan dit onmogelijk worden bereikt. De religie van de geest vraagt slechts eenheid van ervaring—uniformiteit van bestemming—waarbij volledig rekening wordt gehouden met de verscheidenheid van overtuiging. De religie van de geest vraagt slechts uniformiteit van inzicht, geen uniformiteit van standpunt en zienswijze. De religie van de geest vraagt geen uniformiteit van intellectuele gezichtspunten, alleen eenheid van geest-gevoelen. De autoritaire godsdiensten kristalliseren tot levenloze geloofsbelijdenissen; de religie van de geest groeit uit tot de toenemende vreugde en vrijheid van veredelende daden van liefdevol dienstbetoon en barmhartige bijstand.

155:6.10

Doch nemen jullie je in acht dat geen van jullie met minachting neerziet op de kinderen Abrahams omdat hun deze boze tijden zijn overkomen van traditionele onvruchtbaarheid. Onze voorvaderen hebben zich volhardend en hartstochtelijk gewijd aan het zoeken naar God en zij hebben hem gevonden zoals geen ander volk in zijn geheel hem ooit gekend heeft sedert de dagen van Adam, die veel hiervan wist omdat hij zelf een Zoon van God was. Mijn Vader heeft veel aandacht gegeven aan de lange, onvermoeibare worsteling van Israel sinds de dagen van Mozes om God te vinden en om God te kennen. Generaties lang hebben vermoeide Joden gezwoegd, gebloed, gezucht en geworsteld, en het lijden en de bittere ervaringen moeten verduren van een onbegrepen, veracht volk, en dit alles om iets dichter bij de ontdekking te komen van de waarheid aangaande God. En niettegenstaande alle tekortkomingen en struikelingen van Israel, hebben onze vaderen van Mozes tot aan de dagen van Amos en Hosea inderdaad in toenemende mate een steeds duidelijker en waarheidsgetrouwer beeld van de eeuwige God geopenbaard aan de hele wereld. En zo werd de weg bereid voor de nog grotere openbaring van de Vader waarin jullie geroepen bent deel te hebben.

155:6.11

Vergeet nooit dat er slechts één avontuur is dat meer voldoening schenkt en nog aangrijpender is dan de poging om de wil van de levende God te ontdekken, en dat is de allerhoogste ervaring om eerlijk te trachten die goddelijke wil te doen. Vergeet ook niet dat de wil van God in iedere aardse bezigheid gedaan kan worden. Sommige beroepen zijn niet heilig en andere zijn werelds. Alle zaken zijn heilig in het leven van hen die door de geest worden geleid: dat wil zeggen, ondergeschikt gemaakt aan waarheid, geadeld door liefde, beheerst door barmhartigheid, en door billijkheid—gerechtigheid—beteugeld. De geest die mijn Vader en ik in de wereld zullen zenden is niet alleen de Geest van Waarheid, maar ook de geest van idealistische schoonheid.

155:6.12

Jullie moet ermee ophouden het woord van God uitsluitend te zoeken op de bladzijden van de oude geschriften die theologisch gezag hebben. Zij die uit de geest Gods zijn geboren, zullen voortaan het woord van God onderscheiden waar het ook vandaan lijkt te zijn gekomen. Goddelijke waarheid moet niet buiten beschouwing worden gelaten omdat het kanaal waardoor zij wordt geschonken ogenschijnlijk menselijk is. Velen van jullie broeders hebben een verstand dat de theorie van God aanvaardt, terwijl zij geestelijk de tegenwoordigheid van God niet beseffen. Dit nu is precies de reden waarom ik jullie zo dikwijls heb geleerd dat het koninkrijk des hemels het beste kan worden beseft door je de geestelijke instelling van een oprecht kind eigen te maken. Het is niet de mentale onrijpheid van het kind die ik jullie aanbeveel, maar veeleer de geestelijke eenvoud van zo’n kleintje, dat gemakkelijk gelooft en vol vertrouwen is. Het is niet zozeer van belang dat jullie weten van het feit van het bestaan van God, als wel dat je steeds meer groeit in het vermogen om de tegenwoordigheid van God te voelen.

155:6.13

Wanneer je God eenmaal in je eigen ziel begint te vinden, zul je hem ook spoedig beginnen te ontdekken in de ziel van andere mensen en uiteindelijk in alle schepselen en scheppingen van een machtig universum. Doch hoeveel kans heeft de Vader om als een God van allerhoogste trouw en goddelijke idealen te verschijnen in de ziel van mensen die weinig of geen tijd geven aan de bedachtzame beschouwing van deze eeuwige werkelijkheden? Hoewel het bewustzijn niet de zetel is van de geestelijke natuur, is het welzeker de poort daartoe.

155:6.14

Maar maak niet de fout te proberen andere mensen te bewijzen dat je God hebt gevonden: je kunt zulk geldig bewijs niet bewust leveren, al zijn er wel twee postieve, krachtige bewijzen van het feit dat je God kent, namelijk:

155:6.15

1. de vruchten van de geest die in je gewone dagelijkse leven aan de dag treden;

155:6.16

2. het feit dat de gehele opzet van je leven een positief bewijs is dat je onvoorwaardelijk alles wat je bent en hebt, op het spel hebt gezet van het avontuur van de overleving na de dood, in de verwachting dat je de God der eeuwigheid zult vinden, van wiens tegenwoordigheid je in de tijd reeds een voorsmaak hebt gehad.

155:6.17

Begrijp mij echter niet verkeerd, mijn Vader zal altijd reageren zelfs op het zwakste sprankje geloof. Hij geeft aandacht aan de lichamelijke, bijgelovige emoties van de primitieve mens. En bij die eerlijke maar vreesachtige zielen wier geloof zo zwak is, dat het weinig meer betekent dan een intellectuele aanpassing aan een passieve instelling van instemming met religies van gezag, is de Vader er immer op bedacht om zelfs al deze zwakke pogingen om naar hem te reiken, te respecteren en aan te moedigen. Doch van jullie, die uit de duisternis in het licht geroepen bent, wordt verwacht dat je van ganser harte gelooft: jullie geloof moet de gecombineerde instellingen van je lichaam, bewustzijn en geest domineren.

155:6.18

Jullie zijn mijn apostelen, en voor jullie zal religie niet een theologische schuilplaats worden waar je kunt vluchten voor de angst om de veeleisende werkelijkheden van geestelijke vooruitgang en idealistisch avontuur onder ogen te moeten zien. Jullie religie zal veeleer het feit van werkelijke ervaring worden, dat getuigt dat God jullie heeft gevonden, jullie heeft geïdealiseerd, veredeld en vergeestelijkt, en dat jullie je hebt ingezet voor het eeuwige avontuur van het vinden van de God die jullie aldus heeft gevonden en jullie het zoonschap heeft gegeven.

155:6.19

Toen Jezus uitgesproken was, wenkte hij Andreas en zei, terwijl hij naar het westen wees, in de richting van Fenicië: ‘Laten we verder gaan.’


◄ 155:5
 
Verhandeling 156 ►
 

Nederlandse vertaling © Stichting Urantia. Alle rechten voorbehouden.