◄ 150:4
Verhandeling 150
150:6 ►

De derde prediktocht

5. Wat moet ik doen om behouden te worden?

150:5.1

Nadat de apostelen van Johannes naar Hebron waren teruggekeerd en de apostelen van Jezus twee aan twee waren uitgezonden, was de Meester op een avond in Sunem bezig met onderricht aan een groep van twaalf nieuwe evangelisten die werkten onder de leiding van Jakob, en aan de twaalf vrouwen; één van hen, Rachel, stelde Jezus de volgende vraag: ‘Meester, wat moeten wij antwoorden als vrouwen ons vragen, Wat moet ik doen om gered te worden?’ Toen Jezus deze vraag hoorde, antwoordde hij:

150:5.2

‘Wanneer mannen en vrouwen vragen wat zij moeten doen om gered te worden, zullen jullie antwoorden, Geloof dit evangelie van het koninkrijk; aanvaard de goddelijke vergiffenis. Erken door geloof de inwonende geest van God, en de aanvaarding van deze maakt u tot een zoon van God. Hebt ge niet in de Schrift gelezen waar gezegd wordt, “In de Heer heb ik rechtvaardigheid en sterkte.” Ook daar waar de Vader zegt, “Mijn rechtvaardigheid is nabij, mijn verlossing is uitgegaan, en mijn armen zullen mijn volk omsluiten.” “Mijn ziel zal zich verblijden in de liefde van mijn God, want hij heeft mij bekleed met de klederen des heils en mij gehuld in de mantel van zijn gerechtigheid.” Hebt ge ook niet aangaande de Vader gelezen dat zijn naam zal zijn “de Heer van onze gerechtigheid.” “Neem de vuile lompen der eigengerechtigheid weg en bekleed mijn zoon met het gewaad der goddelijke gerechtigheid en eeuwige verlossing.” Het is voor immer waar, “de rechtvaardige zal door geloof leven.” Het binnengaan in het koninkrijk van de Vader is geheel vrij, maar vooruitgang—groei in genade—is onontbeerlijk om er in te blijven.

150:5.3

‘Redding is het geschenk van de Vader en wordt geopenbaard door zijn Zonen. De aanvaarding daarvan door geloof maakt u deelgenoot van de goddelijke natuur, een zoon of dochter van God. Door geloof wordt ge gerechtvaardigd, door geloof wordt ge gered; en door ditzelfde geloof wordt ge eeuwig verder gebracht op de weg van progressieve, goddelijke volmaaktheid. Door geloof werd Abraham gerechtvaardigd en werd hij zich bewust van het heil door het onderricht van Melchizedek. Door alle eeuwen heen heeft ditzelfde geloof de mensenkinderen gered, doch nu is er een Zoon uitgegaan van de Vader om de redding werkelijker en aanvaardbaarder te maken.’

150:5.4

Toen Jezus was opgehouden te spreken, heerste er grote blijdschap onder degenen die deze genadevolle woorden hadden aangehoord, en in de dagen daarna gingen ze allen met nieuwe kracht en vernieuwde energie en enthousiasme verder met de verkondiging van het evangelie van het koninkrijk. En de vrouwen verheugden zich des te meer, wetend dat ook zij hun aandeel hadden in deze plannen voor de vestiging van het koninkrijk op aarde.

150:5.5

Om zijn slotwoorden samen te vatten, zei Jezus: ‘Je kunt redding niet kopen; je kunt rechtvaardigheid niet verdienen. Redding is het geschenk van God en rechtvaardigheid is de natuurlijke vrucht van het uit de geest geboren leven van de zonen in het koninkrijk. Je zult niet behouden worden omdat je een rechtvaardig leven leidt; het is veeleer zo dat je een rechtvaardig leven leidt omdat je reeds verlost bent, het zoonschap hebt herkend als het geschenk van God en de dienst in het koninkrijk als de hoogste vreugde van het leven op aarde. Wanneer de mensen tot het geloof komen in dit evangelie dat een openbaring is van de goedheid van God, zullen zij vrijwillig berouw hebben over alle zonde die zij kennen. Het besef van het zoonschap is onverenigbaar met het verlangen om te zondigen. Zij die in het koninkrijk geloven, hongeren naar gerechtigheid en dorsten naar goddelijke volmaaktheid.’


◄ 150:4
 
150:6 ►