◄ 133:8
Verhandeling 133
134:0 ►

De terugreis uit Rome

9. In Mesopotamië

133:9.1

De karavaantocht door de woestijn was voor deze veelbereisde mannen geen nieuwe ervaring. Toen Ganid had gadegeslagen hoe zijn leraar hielp bij het opladen van hun twintig kamelen, en gezien had dat hij aanbood hun eigen dier te drijven, riep hij uit: ‘Meester, is er nog iets wat ge niét kunt?’ Jezus glimlachte slechts en zei: ‘De leraar is bepaald niet ongeëerd in de ogen van zijn ijverige leerling.’ Zo gingen ze op weg naar de uit de oudheid bekende stad Ur.

133:9.2

Jezus stelde veel belang in de oude geschiedenis van Ur, de geboorteplaats van Abraham, en werd evenzeer geboeid door de ruïnes en overleveringen van Susa, en wel in die mate dat Gonod en Ganid hun verblijf in deze streken met drie weken verlengden om Jezus meer tijd te geven om onderzoekingen te doen, en ook om meer gelegenheid te hebben hem over te halen om met hen terug te gaan naar India.

133:9.3

Hier in Ur had Ganid het lange gesprek met Jezus over het verschil tussen kennis, wijsheid, en waarheid. Hij was zeer ingenomen met een spreuk van de Hebreeuwse wijsgeer: ‘Wijsheid is het belangrijkste; verwerf daarom wijsheid. Verwerf inzicht bij al uw streven naar kennis. Houd de wijsheid hoog, dan zal zij u verheffen. Zij zal u tot eer brengen wanneer gij haar zult omhelzen.’

133:9.4

Ten slotte brak de dag aan dat hun wegen zich zouden scheiden. Ze waren allen dapper, vooral de jongen, maar het was een zware beproeving. Hun ogen stonden vol tranen, maar hun harten waren moedig. Toen hij zijn leraar vaarwel zei, sprak Ganid: ‘Vaarwel Meester, maar niet voor altijd. Wanneer ik weer in Damascus kom, zal ik naar u uitzien. Ik houd van u, want naar mijn mening moet de Vader in de hemel iemand zijn zoals u; ik weet tenminste dat gij veel overeenkomst vertoont met hetgeen ge mij over hem verteld hebt. Ik zal onthouden wat ge mij geleerd hebt, maar bovenal zal ik u nooit vergeten.’ En de Vader zei: ‘Vaarwel, grote leraar—ge zijt iemand die ons betere mensen heeft gemaakt en ons geholpen heeft God te leren kennen.’ Jezus antwoordde: ‘Vrede zij met u, en moge de zegen van de Vader in de hemel immer met u zijn.’ En Jezus stond aan de oever en keek hoe het bootje hen naar hun schip bracht dat buiten voor anker lag. Zo verliet de Meester in Charax zijn vrienden uit India, om hen in deze wereld nooit weer te zien; ook zouden zij in deze wereld nooit te weten komen dat de man die later optrad als Jezus van Nazaret dezelfde persoon was als de vriend van wie ze zojuist afscheid hadden genomen—Joshua, hun leermeester.

133:9.5

Ganid werd later een invloedrijk man, een waardige opvolger van zijn voortreffelijke vader, en hij verbreidde vele nobele waarheden die hij van Jezus, zijn geliefde leraar, had geleerd. Later in zijn leven, toen Ganid hoorde over de vreemde leraar in Palestina wiens loopbaan aan het kruis was geëindigd, herkende hij wel de overeenkomst tussen het evangelie van deze Zoon des Mensen en hetgeen zijn Joodse onderwijzer hem geleerd had, maar de gedachte dat deze twee in feite één en dezelfde persoon waren, kwam nooit bij hem op.

133:9.6

Zo eindigde het hoofdstuk in het leven van de Zoon des Mensen, waarvan de titel zou kunnen luiden: De zending van Joshua, de leraar.


◄ 133:8
 
Verhandeling 134 ►
 

Nederlandse vertaling © Stichting Urantia. Alle rechten voorbehouden.