◄ 133:7
Verhandeling 133
133:9 ►

De terugreis uit Rome

8. In Antiochië

133:8.1

Antiochië was de hoofdstad van de Romeinse provincie Syrië en de residentie van de keizerlijke gouverneur. Antiochië had een half millioen inwoners; het was in grootte de derde stad van het keizerrijk, en de eerste in verdorvenheid en schaamteloze immoraliteit. Gonod had veel zaken te doen, waardoor Jezus en Ganid veel op elkaar waren aangewezen. Ze bezochten alle bezienswaardigheden van deze veeltalige stad, behalve het woud van Daphne. Gonod en Ganid bezochten dit beruchte heiligdom der schande wel, maar Jezus weigerde hen te vergezellen. Dergelijke taferelen waren niet zo schokkend voor mensen uit India, maar ze waren weerzinwekkend voor een idealistische Hebreeër.

133:8.2

Jezus werd ernstig en maakte een peinzende indruk toen hij dichter bij Palestina kwam, waar het einde van hun reis in zicht was. Hij bezocht maar weinig mensen in Antiochië en ging zelden de stad in. Nadat Ganid zijn leraar verscheidene malen had gevraagd waarom deze zo weinig belangstelling voor Antiochië aan de dag legde, kreeg hij Jezus ten slotte zover dat deze zei: ‘Deze stad is niet ver van Palestina; misschien kom ik hier later wel eens terug.’

133:8.3

Ganid had een zeer belangwekkende ervaring in Antiochië. De jongeman had zich een vlugge leerling betoond en was reeds begonnen sommige dingen die hij van Jezus geleerd had, praktisch toe te passen. Aan de zaak van zijn vader in Antiochië was een Indiër verbonden die zo onplezierig in de omgang en zo mopperig was geworden, dat men had overwogen hem zijn ontslag te geven. Toen Ganid dit hoorde, begaf hij zich naar de zaak van zijn vader en had een lang gesprek met deze landgenoot. De man vond dat men hem het verkeerde werk had gegeven. Ganid vertelde hem over de Vader in de hemel en verruimde op velerlei wijze zijn inzichten op religieus gebied. Maar van alle dingen die Ganid naar voren bracht, had een bepaalde aanhaling van een Hebreeuws spreekwoord de beste uitwerking, en dat woord van wijsheid was: ‘Wat uw hand vindt om te doen, doe dat met al uw kracht.’

133:8.4

Nadat ze hun bagage hadden klaargemaakt voor de kameel-karavaan, gingen ze verder naar Sidon en vandaar landinwaarts naar Damascus, en na drie dagen troffen zij voorbereidingen voor de lange trek door de zandwoestijn.


◄ 133:7
 
133:9 ►