Het ouderlijk huis van Jezus lag niet ver van de hoge heuvel in het noordelijke deel van Nazaret, op enige afstand van de dorpsbron die zich in het oostelijk deel van het stadje bevond. De familie van Jezus woonde aan de buitenkant van het stadje en dit maakte het later des te gemakkelijker voor hem om dikwijls wandelingen naar buiten te maken en tochten te ondernemen naar de top van dit nabij gelegen hoge land, de hoogste heuvel in zuidelijk Galilea, na de keten van de berg Tabor in het oosten en de heuvel van Naïn, die ongeveer even hoog waren. Hun huis lag een weinig ten zuiden en ten oosten van de zuidelijke uitloper van deze heuvel en ongeveer halverwege tussen de voet van de heuvel en de weg van Nazaret naar Kana. Op het beklimmen van de heuvel na, hield Jezus het meest van de wandeling langs een smal pad dat zich in noordoostelijke richting langs de voet van de heuvel kronkelde, tot een punt waar het uitkwam op de weg naar Sepforis.
De woning van Jozef en Maria was van steen en bestond uit één vertrek; het had een plat dak en een aangrenzende uitbouw waarin de dieren konden worden ondergebracht. Het meubilair bestond uit een lage stenen tafel, schalen en potten van aardewerk en steen, een weefgetouw, een lampstandaard, verscheidene kleine krukjes, en matten om op te slapen op de stenen vloer. Op het achtererf, bij de aanbouw voor de dieren, was het afdak boven de oven en de graanmolen. Er waren twee personen nodig om dit type molen te bedienen, één om te malen en de ander om het graan erin te laten lopen. Als kleine jongen liet Jezus dikwijls het graan in deze molen lopen terwijl zijn moeder maalde.
In latere jaren, toen de familie groter werd, zaten ze gewoonlijk bij de maaltijden op de grond rond de groter gemaakte stenen tafel en bedienden zich uit een gemeenschappelijke schaal, of pot, eten. ’s Winters werd de tafel tijdens de avondmaaltijd verlicht door een klein plat lampje van klei, dat werd gevuld met olijfolie. Na de geboorte van Marta bouwde Jozef een stuk aan dit huis, een groot vertrek dat overdag werd gebruikt als timmermanswerkplaats en ’s nachts als slaapkamer.