◄ 116:0
Verhandeling 116
116:2 ►

De Almachtig Allerhoogste

1. Het Allerhoogst bewustzijn

116:1.1

De ervaring van iedere geschapen evoluerende persoonlijkheid is een fase in de ervaring van de Almachtig Allerhoogste. De intelligente onderwerping van ieder fysisch segment van de superuniversa is een onderdeel van de groeiende beheersing door de Almachtig Allerhoogste. De creatieve synthese van kracht en persoonlijkheid is een onderdeel van de creatieve drang van het Allerhoogst Bewustzijn en is de diepste essentie van de evolutionaire groei van eenheid in de Allerhoogste.

116:1.2

De vereniging van de kracht- en persoonlijkheidsattributen van het Allerhoogst bewind is de functie van het Allerhoogst Bewustzijn: de voltooiing van de evolutie van de Almachtig Allerhoogste zal resulteren in één verenigde, persoonlijke Godheid—niet in een vaag gecoör-dineerde associatie van goddelijke attributen. Vanuit het wijdere perspectief zal er geen Almachtige bestaan los van de Allerhoogste, geen Allerhoogste los van de Almachtige.

116:1.3

Door alle evolutionaire tijdperken heen berust het fysische krachtpotentieel van de Allerhoogste bij de Zeven Allerhoogste Krachtdirigenten, en het bewustzijnspotentieel bij de Zeven Meester-Geesten. Het Oneindige Bewustzijn is de functie van de Oneindige Geest, het kosmische bewustzijn is het dienstbetoon van de Zeven Meester-Geesten, en het Allerhoogst Bewustzijn actualiseert zich thans in de coördinatie van het groot universum en in de functionele associatie met de openbaring en verworvenheden van God de Zevenvoudige.

116:1.4

Het tijd-ruimte-bewustzijn, het kosmische bewustzijn, functioneert in de zeven superuniversa op verschillende wijzen, maar wordt door middel van een onbekende associatie-techniek in de Allerhoogste gecoördineerd. De albeheersing van de Almachtige over het groot universum is niet uitsluitend fysisch en geestelijk. In de zeven superuniversa is zij in de eerste plaats materieel en geestelijk, maar er zijn ook huidige verschijnselen van de Allerhoogste die zowel verstandelijk als geestelijk zijn.

116:1.5

Wij weten werkelijk minder over het bewustzijn van de Allerhoogste dan over enig ander aspect van deze evoluerende Godheid. Het is ongetwijfeld overal in het groot universum actief en wij geloven dat het potentieel bestemd is om op enorm omvangrijke wijze in het meester-universum te functioneren. Dit evenwel weten wij zeker: waar het fysische de voltooiing van zijn groei kan bereiken, en geest volmaaktheid van ontwikkeling kan verwerven, houdt bewustzijn nooit op zich te ontwikkelen—het is de experiëntiële techniek van eindeloze vooruitgang. De Allerhoogste is een experiëntiële Godheid en daarom bereikt hij nooit voltooiing van bewustzijnsverwerving.


◄ 116:0
 
116:2 ►