◄ 112:5
Verhandeling 112
112:7 ►

De overleving van persoonlijkheid

6. Het morontia-zelf

112:6.1

Zoals een vlinder te voorschijn komt uit het rupsstadium, zullen op de woningwerelden de ware persoonlijkheden van mensen te voorschijn treden, voor de eerste maal los van hun vroegere omhulling in het materiële vlees. De morontia-loopbaan in het plaatselijk universum heeft te maken met de voortgaande verheffing van het persoonlijkheidsmechanisme, van het begin van het morontia-niveau van het zielsbestaan tot het laatste morontia-niveau van progressieve geestelijkheid.

112:6.2

Het is moeilijk u in te lichten inzake uw morontia-persoonlijkheidsgedaanten ten behoeve van de loopbaan in het plaatselijke universum. Ge zult begiftigd worden met morontia-patronen die de manifestatie van uw persoonlijkheid mogelijk maken, en dit zijn omhulsels die per slot van rekening uw bevattingsvermogen te boven gaan. Dergelijke gestalten zijn weliswaar geheel werkelijk, maar geen energiepatronen van de materiële orde die ge nu begrijpt. Zij dienen echter op de werelden van het plaatselijk universum hetzelfde doel als uw materiële lichaam op de planeten waar de mens wordt geboren.

112:6.3

Tot op zekere hoogte is het uiterlijk van de materiële lichaamsvorm responsief op het karakter van de persoonlijkheidsidentiteit: het fysieke lichaam weerspiegelt tot op zekere hoogte iets van de inherente natuur van de persoonlijkheid. Dit is in grotere mate het geval met de morontia-gedaante. In het fysische leven kunnen stervelingen uiterlijk mooi zijn, terwijl zij lelijk zijn van binnen; in het morontia-leven en in toenemende mate op de hogere niveaus daarvan, zal de gestalte der persoonlijkheid rechtstreeks veranderen overeenkomstig de natuur van het innerlijk. Op het geestelijke niveau zullen de uiterlijke gestalte en de innerlijke natuur volledige identificatie beginnen te benaderen, en deze wordt steeds volmaakter op steeds hogere geest-niveaus.

112:6.4

In de morontia-staat ontvangt de opklimmende sterveling de Nebadon-modificatie van het kosmisch bewustzijn zoals dit door de Meester-Geest van Orvonton wordt verleend. Het sterfelijke verstand als zodanig is ten onder gegaan, heeft opgehouden te bestaan als een gefocaliseerde universum-entiteit los van de ongedifferentieerde bewustzijnscircuits van de Scheppende Geest. Doch de bedoelingen en waarden van het sterfelijke bewustzijn zijn niet ten onder gegaan. Bepaalde fasen van het bewustzijn vinden voortzetting in de overlevende ziel; bepaalde experiëntiële waarden van het vroegere menselijke bewustzijn worden door de Richter bewaard, en in het plaatselijk universum blijven de verslagen bestaan van het leven van de mens zoals zich dit in het vlees heeft afgespeeld, alsmede met bepaalde levende registraties in de talrijke wezens die zijn betrokken bij de finale evaluatie van de sterveling in opklimming, wezens die variëren van serafijnen tot Universele Censors, en waarschijnlijk nog verder, tot de Allerhoogste toe.

112:6.5

Het wilsvermogen van een geschapen wezen kan niet zonder bewustzijn bestaan, maar blijft wel in stand in weerwil van het verlies van het materiële verstand. Gedurende de periode onmiddellijk na de overleving wordt de opklimmende persoonlijkheid in grote mate geleid door de karakterpatronen die de erfenis zijn van zijn menselijke leven, en ook door de nieuw aan de dag tredende werking van morontia-mota. En deze richtsnoeren voor het mansonia-gedrag functioneren redelijk goed in de vroege stadia van het morontia-leven, en voordat de morontia-wil aan de dag treedt als de volledig ontwikkelde volitionele uitdrukking van de persoonlijkheid in opklimming.

112:6.6

In de loopbaan door het plaatselijk universum bestaan geen invloeden die vergelijkbaar zijn met de zeven assistent-bewustzijnsgeesten van het menselijke bestaan. Het morontia-bewustzijn moet tot ontwikkeling komen door rechtstreeks contact met het kosmisch bewustzijn, zoals dit is gemodificeerd en omgezet door de creatieve bron van verstand in het plaatselijk universum—de Goddelijke Hulp en Bijstand.

112:6.7

Vóór de dood is het sterfelijke bewustzijn zelf-bewust onafhankelijk van de tegenwoordigheid van de Richter: het assistent-bewustzijn heeft slechts het daarmee gecombineerde materiële energiepatroon nodig om te kunnen functioneren. Maar de morontia-ziel, die hoger is dan het assistent-bewustzijn, behoudt zonder de Richter geen zelf-bewustheid wanneer het mechanisme van het materiële bewustzijn haar wordt ontnomen. Deze evoluerende ziel bezit echter wel een blijvend karakter dat voortkomt uit de beslissingen van het assistent-bewustzijn waarmee zij eertijds was verbonden, en dit karakter wordt tot actief geheugen wanneer de patronen ervan van energie worden voorzien door de terugkerende Richter.

112:6.8

Het in stand blijven van het geheugen vormt het bewijs dat de identiteit van de oorspronkelijke zelfheid is behouden: het is van wezenlijk belang voor een volledige zelf-bewustheid van de continuïteit en uitbreiding der persoonlijkheid. De stervelingen die zonder Richter opklimmen, zijn voor de reconstructie van hun menselijke geheugen afhankelijk van de instructie van hun serafijnse partners; voor het overige zijn de morontia-zielen van de met de Geest gefuseerde stervelingen niet gelimiteerd. Het patroon van het geheugen blijft in de ziel bewaard, doch dit patroon vereist de aanwezigheid van de vroegere Richter om onmiddellijk zelf-realiseerbaar te kunnen worden als voortdurende herinnering. Zonder de Richter kost het de overlevende sterveling een aanzienlijke hoeveelheid tijd om het geheugenbesef van de bedoelingen en waarden van een vorig bestaan opnieuw te verkennen, en te leren het opnieuw in bezit te krijgen.

112:6.9

De ziel van overlevingswaarde weerspiegelt getrouwelijk zowel de kwalitatieve als de kwantitatieve activiteiten en motivaties van het materiële verstand, de vroegere zetel van de identiteit van de zelfheid. In het verkiezen van waarheid, schoonheid en goedheid vangt het sterfelijke bewustzijn zijn pre-morontiale universum-loopbaan aan onder de begeleiding van de zeven assistent-bewustzijnsgeesten, verenigd onder de leiding van de geest der wijsheid. Wanneer vervolgens de zeven cirkelgangen van het pre-morontia-bestaan geheel zijn doorlopen, wordt de gave van het morontia-bewustzijn gesuperponeerd op het assistent-bewustzijn, en hiermee wordt de aanzet gegeven tot de voorgeestelijke of morontia-loopbaan van voortgang in het plaatselijk universum.

112:6.10

Wanneer een mens zijn geboorteplaneet verlaat, laat hij het dienstbetoon van de assistent-geesten achter zich en wordt hij uitsluitend afhankelijk van het morontia-verstand. Wanneer een mens in opklimming het plaatselijk universum verlaat, heeft hij het geestelijke bestaans-niveau bereikt en is hij het morontia-niveau gepasseerd. Deze nieuw aan de dag tredende geest-entiteit raakt vervolgens afgestemd op het rechtstreekse dienstbetoon van het kosmische bewustzijn van Orvonton.


◄ 112:5
 
112:7 ►