◄ 109:1
Verhandeling 109
109:3 ►

De betrekking van Richters tot universum-schepselen

2. Zelfhandelende Richters

109:2.1

Wij hebben u ingelicht aangaande de klassificatie van Richters met betrekking tot hun ervaring—maagdelijke, gevorderde, en allerhoogste Richters. Ge dient echter ook een bepaalde functionele categorie te onderkennen, namelijk de zelfhandelende Richters. Een Richter is zelfhandelend:

109:2.2

1. wanneer hij een bepaalde vereiste ervaring heeft opgedaan in het evoluerende leven van een wilsschepsel, hetzij als tijdelijke inwoner bij een schepsel op een type wereld waar Richters slechts aan sterfelijke subjecten geleend worden, hetzij op een echte fusie-planeet, waar de mens niet tot overleving kwam. Zo’n Mentor is ofwel een gevorderde ofwel een allerhoogste Richter.

109:2.3

2. Wanneer hij het geestelijk machtsevenwicht tot stand heeft gebracht in een mens die de derde psychische cirkel heeft bereikt en een persoonlijke serafijnse behoeder toegewezen heeft gekregen.

109:2.4

3. Wanneer hij een subject heeft die de allerhoogste beslissing heeft genomen, die plechtig en oprecht een verloving met de Richter is aangegaan. De Richter rekent van tevoren op het moment van de daadwerkelijke fusie, en beschouwt de vereniging reeds als een feitelijke gebeurtenis.

109:2.5

4. Wanneer hij een subject heeft dat opgenomen is in een corps van bestemmingsreservisten op een evolutionaire wereld waar stervelingen de weg omhoog gaan.

109:2.6

5. Wanneer hij op een bepaald moment gedurende de slaap van de mens tijdelijk is losgemaakt uit het bewustzijn van de sterveling waarin hij is gevangen, om een of ander belangrijk werk te kunnen verrichten, zoals het leggen van verbindingen, het maken van contact, een hernieuwde registratie, of een andere dienstverrichting buiten de mens om, die verband houdt met het geestelijke bestuur van de wereld waar hij geplaatst is.

109:2.7

6. Wanneer hij dienst heeft gedaan in een crisisperiode in de ervaring van een mens die het materiële complement vormde van een geest-persoonlijkheid aan wie de ten uitvoerlegging van een kosmische verrichting was toevertrouwd welke van wezenlijk belang was voor het geestelijke beheer van de planeet.

109:2.8

Zelfhandelende Richters lijken een opvallende mate van wilsvermogen te bezitten in alle zaken die niet de menselijke persoonlijkheid betreffen bij wie zij op dat tijdstip inwonen, zoals wordt aangegeven door hun talrijke heldendaden zowel binnen als buiten de sterfelijke subjecten met wie zij zijn verbonden. Deze Richters nemen deel aan talrijke activiteiten in hun gebied, doch vaker functioneren zij als de onopgemerkte inwoners van de aardse tabernakelen van hun eigen keuze.

109:2.9

Ongetwijfeld kunnen Richters van deze hogere, meer ervaren typen communiceren met Richters in andere gebieden. Ofschoon zelfhandelende Richters inderdaad zo contact met elkaar onderhouden, doen zij dit slechts op de niveaus van hun gemeenschappelijke werk, en met het oogmerk om beheersgegevens te bewaren die van essentieel belang zijn voor het dienstbetoon der Richters in het gebied waar dezen verblijven, ofschoon het bekend is dat zij soms, in tijden van crisis, ook in interplanetaire aangelegenheden hebben gefunctioneerd.

109:2.10

Allerhoogste en zelfhandelende Richters kunnen het lichaam van de mens verlaten wanneer zij maar willen. De inwonenden vormen geen deel van het organische of biologische leven van de sterveling: zij zijn goddelijke fragmenten die daaraan worden toegevoegd. In de oorspronkelijke levensplannen waren zij voorzien, doch zij zijn niet onontbeerlijk voor het materiële bestaan. Niettemin dienen wij hierbij aan te tekenen dat zij slechts zeer zelden zelfs maar tijdelijk hun sterfelijke tabernakel verlaten wanneer zij daar eenmaal hun intrek hebben genomen.

109:2.11

De superhandelende Richters zijn degenen die de hun toevertrouwde taak tot een goed einde hebben gebracht en alleen nog wachten op de ontbinding van het voertuig voor het materiële leven, ofwel op de translatie van de onsterfelijke ziel.


◄ 109:1
 
109:3 ►