◄ 108:1
Verhandeling 108
108:3 ►

Missie en dienstbetoon van Gedachtenrichters

2. Noodzakelijke voorwaarden voor de inwoning van een Richter

108:2.1

Ofschoon de Richters zich voor hun dienstbetoon aanbieden zodra de persoonlijkheidsvoorspellingen zijn doorgegeven naar Divinington, worden zij pas werkelijk aangesteld wanneer de menselijke subjecten hun eerste morele persoonlijkheidsbeslissing nemen. De eerste morele keuze van het mensenkind wordt automatisch geregistreerd in de zevende assistent-bewustzijnsgeest en wordt door middel van de Scheppende Geest van het plaatselijk universum en via het universele bewustzijnszwaartekrachtcircuit van de Vereend Handelende Geest, ogenblikkelijk geregistreerd bij de Meester-Geest die de jurisdictie heeft over het betreffende superuniversum, en deze zendt deze informatie direct naar Divinington. Gemiddeld bereiken de Richters hun menselijke subjecten op Urantia kort voor de zesde verjaardag. Voor de huidige generatie is dit vijf jaar, tien maanden, en vier dagen na de geboorte; dat wil zeggen de 2.134 ste dag van het aardse leven.

108:2.2

De Richters kunnen het sterfelijke bewustzijn pas binnengaan wanneer het naar behoren is voor-bereid door het inwonend dienstbetoon van de assistent-bewustzijnsgeesten en is opgenomen in het circuit van de Heilige Geest. Bovendien is het gelijkwaardige functioneren van alle zeven assistenten vereist om het bewustzijn van de mens aldus geschikt te maken voor de ontvangst van een Richter. Het bewustzijn van het schepsel moet tekenen vertonen dat het reikt naar godsverering en dat de wijsheid er functioneert, in de zin dat het het vermogen aan de dag legt om te kiezen tussen de waarden van goed en kwaad die zich dan gaan vertonen—de morele keuze.

108:2.3

Zo wordt het toneel van het menselijk bewustzijn in gereedheid gebracht voor de ontvangst van de Richter, maar als algemene regel geldt dat de Richters niet onmiddellijk verschijnen om in het bewustzijn van deze mensen te gaan wonen, behalve op de werelden waar de Geest van Waarheid functioneert als de geestelijke coördinator van deze verschillende vormen van geest-dienstbetoon. Indien deze geest van de geschonken Zonen aanwezig is, komen de Richters steevast op het moment dat de zevende assistent-bewustzijnsgeest begint te functioneren en aan de Moeder-Geest van het Universum signaleert dat hij potentieel de coördinatie tot stand heeft gebracht van de met hem verbonden zes assistenten die reeds eerder hun diensten hebben bewezen aan zulk een sterfelijk bewustzijn. Daarom zijn de goddelijke Richters al vanaf de dag van het Pinksterfeest universeel verleend aan alle mensen op Urantia met een normaal bewustzijn van morele status.

108:2.4

Zelfs wanneer een bewustzijn begiftigd is met de Geest van Waarheid, kunnen de Richters het verstand van een sterveling niet eigenmachtig binnengaan totdat er morele besluitvorming aan de dag is getreden. Doch wanneer zo’n morele beslissing eenmaal is genomen, neemt deze geest-helper de jurisdictie rechtstreeks van Divinington over. Hierbij functioneren er geen tussenpersonen of andere interveniërende autoriteiten of machten tussen de goddelijke Richters en hun menselijke subjecten: God en de mens zijn rechtstreeks met elkaar verbonden.

108:2.5

Vóór de dagen dat de Geest van Waarheid op de bewoners van een evolutionaire wereld wordt uitgestort, lijkt de schenking van de Richters bepaald te worden door vele geest-invloeden en persoonlijkheidsattitudes. Wij begrijpen de wetten waaraan een dergelijke schenking onderhevig is niet geheel: wij begrijpen niet wat nu precies het uitbrengen bepaalt van de Richters die zich hebben aangeboden om in het bewustzijn van dergelijke evoluerende mensen te gaan wonen. Wij bespeuren echter wel talrijke invloeden en omstandigheden die, in de tijd voorafgaand aan de uitstorting van de Geest van Waarheid, verbonden lijken te zijn met de komst van de Richters in het bewustzijn van zulke mensen, te weten:

108:2.6

1. De toewijzing van persoonlijke serafijnse behoeders. Indien bij een sterveling niet eerder een Richter heeft ingewoond, doet de aanstelling van een persoonlijke beschermer ogenblikkelijk de Richter verschijnen. Er bestaat een zeer duidelijk hoewel doch onbekend verband tussen het dienstbetoon van de Richters en het dienstbetoon van persoonlijke serafijnse behoeders.

108:2.7

2. Het bereiken van de derde cirkel van verstandelijke ontwikkeling en geestelijke groei. Ik heb Richters in het bewustzijn van stervelingen zien arriveren wanneer dezen de derde cirkel hadden veroverd, zelfs nog vóór deze prestatie ter kennis kon worden gebracht van de persoonlijkheden van het plaatselijk universum die zich met deze zaken bezighouden.

108:2.8

3. Na het nemen van een allerhoogste beslissing van buitengewone geestelijke betekenis. Een dergelijk menselijk optreden in een persoonlijke planetaire crisis gaat gewoonlijk gepaard met de onmiddellijke komst van de wachtende Richter.

108:2.9

4. De geest van broederschap. Geheel afgezien van het bereiken van de psychische cirkels en het toekennen van persoonlijke behoeders—bij ontstentenis van alles wat op een beslissing in een crisis zou kunnen duiden—, wanneer een evoluerende sterveling beheerst raakt door liefde voor zijn medemens en zich wijdt aan het onzelfzuchtig dienen van zijn broeders in het vlees, daalt de wachtende Richter zonder uitzondering neer om in het bewustzijn van zo’n dienende mens te gaan wonen.

108:2.10

5. De aankondiging van het voornemen om de wil van God te doen. Wij zien dat vele stervelingen op de werelden in de ruimte ogenschijnlijk klaar zijn om Richters te ontvangen, en dat de Mentoren toch niet verschijnen. Wij blijven zulke schepselen in hun dagelijkse leven gadeslaan en al spoedig komen zij dan rustig, bijna onbewust, tot de beslissing om te gaan streven naar het doen van de wil van de Vader in de hemel. En dan zien wij dat de Gedachtenrichters ogenblikkelijk worden uitgezonden.

108:2.11

6. De invloed van de Allerhoogste. Wij zien dat op werelden waar de Richters niet fuseren met de evoluerende zielen van de sterfelijke bewoners, de Richters soms verleend worden in respons op invloeden die ons bevattingsvermogen geheel te boven gaan. Wij veronderstellen dat zulke schenkingen worden bepaald door een kosmische reflex-actie die zijn oorsprong heeft in de Allerhoogste. Waarom deze Richters niet fuseren, of niet kunnen fuseren, met het bewustzijn van de evoluerende stervelingen van deze bepaalde typen, weten wij niet. Deze zaken zijn ons nooit geopenbaard.


◄ 108:1
 
108:3 ►