De Richters verkrijgen individualiteit als maagdelijke entiteiten, en zijn allen bestemd om òf bevrijde, òf gefuseerde, òf Gepersonaliseerde Mentoren te worden. Wij hebben vernomen dat er zeven orden Gedachtenrichters zijn, ofschoon wij deze indeling niet geheel begrijpen. Wij duiden de verschillende orden dikwijls als volgt aan:
1. Maagdelijke Richters, zij die voor de eerste maal zijn aangesteld om dienst te doen in het bewustzijn van evolutionaire kandidaten voor de eeuwige overleving. Geheimnisvolle Mentoren zijn eeuwig uniform in hun goddelijke natuur. Wanneer zij voor de eerste maal uitgaan van Divinington, zijn zij ook uniform wat hun experiëntiële natuur betreft; hun latere experiëntiële differentiatie is het resultaat van daadwerkelijke ervaring in dienstbetoon in het universum.
2. Gevorderde Richters, zij die één of meerdere perioden gediend hebben bij wilsschepselen op die werelden waar de uiteindelijke fusie plaatsvindt tussen de identiteit van het geschapen wezen uit de tijd en een geïndividualiseerd deel van de geest van de manifestatie van de Derde Bron en Centrum in het plaatselijk universum.
3. Allerhoogste Richters, die Mentoren die op de evolutionaire werelden dienst hebben gedaan in het avontuur in de tijd, doch wier menselijke partners om de een of andere reden de eeuwige overleving hebben afgewezen, en zij die vervolgens zijn aangesteld om nieuwe avonturen te ondernemen in andere stervelingen op andere evoluerende werelden. Hoewel een allerhoogste Richter niet goddelijker is dan een maagdelijke Mentor, heeft hij meer ervaring verworven en kan hij dingen tot stand brengen in het bewustzijn van de mens, die een minder ervaren Richter niet zou kunnen.
4. Verdwenen Richters. Hier doet zich een onderbreking voor in onze pogingen om de loopbaan van de Geheimnisvolle Mentoren na te gaan. Er is een vierde stadium van dienst, waarover wij geen zekerheid hebben. De Melchizedeks leren dat de Richters van het vierde stadium losse, op zichzelf staande opdrachten vervullen, waarbij zij door het gehele universum van universa zwerven. De Solitaire Boodschappers zijn geneigd te geloven dat zij in eenheid verkeren met de Eerste Bron en Centrum en een periode van verkwikkende omgang met de Vader zelf genieten. En het is heel wel mogelijk dat een Richter door het meester-universum zou kunnen zwerven, en tegelijk in eenheid zou verkeren met de alomtegenwoordige Vader.
5. Bevrijde Richters, de Geheimnisvolle Mentoren die voor eeuwig zijn bevrijd uit de dienst in de tijd ten behoeve van de stervelingen van de evoluerende werelden. Welke functies de hunne zijn, weten wij niet.
6. Gefuseerde Richters—volkomenen—zij die één geworden zijn met de opklimmende schepselen van de superuniversa, de eeuwigheidspartners van degenen die opklimmen in de tijd en tot het Paradijs-Korps der Volkomenheid behoren. Gedachtenrichters worden gewoonlijk gefuseerd met de opklimmende stervelingen uit de tijd, en samen met deze tot overleving gekomen stervelingen worden zij bij aankomst en vertrek op Ascendington geregistreerd: zij volgen de weg van de wezens in opgang. Bij fusie met de opklimmende evolutionaire ziel blijkt de Richter over te gaan van het absolute existentiële universum-niveau naar het eindige experiëntiële niveau van functionele associatie met een opklimmende persoonlijkheid. Hoewel de gefuseerde Richter het karakter van de existentiële goddelijke natuur geheel behoudt, wordt hij onlosmakelijk verbonden met de opgaande loopbaan van een overlevende sterveling.
7. Gepersonaliseerde Richters, zij die gediend hebben bij de geïncarneerde Paradijs-Zonen, alsmede velen die zich buitengewoon hebben onderscheiden gedurende hun inwoning bij een sterveling, maar wier subject de overleving heeft afgewezen. Wij hebben reden te geloven dat deze Richters gepersonaliseerd worden op aanbeveling van de Ouden der Dagen van het superuniversum waar zij hun taak hebben verricht.
Er zijn vele manieren waarop deze mysterieuze Godsfragmenten kunnen worden ingedeeld: naar het universum waar zij zijn aangesteld, naar de mate van hun succes bij het inwonen bij een individuele sterveling, en zelfs naar het raciale voorgeslacht van de sterfelijke kandidaat voor fusie.