◄ 107:0
Verhandeling 107
107:2 ►

De oorsprong en natuur der Gedachtenrichters

1. De oorsprong van de Gedachtenrichters

107:1.1

Daar Gedachtenrichters deel uitmaken van de essentie van de oorspronkelijke Godheid, kan niemand zich veroorloven om met gezag over hun natuur en oorsprong te spreken: ik kan slechts de tradities van Salvington meedelen en hetgeen wij op Uversa ten aanzien van hen geloven. Ik kan u alleen uitleggen hoe wij overal in het groot universum deze Geheimnisvolle Mentoren en de met hen verbonden entiteiten beschouwen.

107:1.2

Hoewel er uiteenlopende meningen bestaan over de wijze waarop de Gedachtenrichters worden verleend, bestaat er geen verschil van inzicht ten aanzien van hun oorsprong; allen zijn het erover eens dat zij rechtstreeks voortkomen uit de Universele Vader, de Eerste Bron en Centrum. Het zijn geen geschapen wezens: het zijn als fragmenten uitgezonden entiteiten die de feitelijke tegenwoordigheid van de oneindige God vormen. Samen met hun vele ongeopenbaarde partners zijn de Richters zuivere, onvermengde goddelijkheid, onbeperkte, onaangelengde delen van de Godheid; zij zijn van God, en voorzover wij kunnen zien, zijn zij God.

107:1.3

Wat betreft het tijdstip waarop zij hun afzonderlijke bestaan aanvangen, los van de absoluutheid van de Eerste Bron en Centrum, hierover weten wij niets, en evenmin kennen wij hun aantal. Over hun loopbaan voordat zij op de planeten van de tijd aankomen en in het bewustzijn van mensen gaan wonen, weten wij weinig, maar vanaf dat moment zijn we min of meer vertrouwd met hun kosmische vorderingen, tot en met het bereiken van hun drieënige bestemming: het verwerven van persoonlijkheid door fusie met een sterveling in opgang, het bereiken van persoonlijkheid bij besluit van de Universele Vader, of vrijstelling van de bekende taken van de Gedachtenrichters.

107:1.4

Hoewel wij het niet weten, veronderstellen wij dat er voortdurend Richters worden geïndividualiseerd naargelang het universum zich uitbreidt, en naargelang de kandidaten voor fusie met de Richter in aantal toenemen. Maar het is evengoed mogelijk dat wij ons vergissen wanneer wij proberen een numerieke grootheid aan de Richters toe te kennen: evenals God zelf kunnen deze fragmenten van de onpeilbare natuur van God ook existentieel oneindig zijn.

107:1.5

De techniek waardoor de Gedachtenrichters ontstaan, is een van de ongeopenbaarde functies van de Universele Vader. Wij hebben alle reden te geloven dat geen van de andere absolute deelgenoten van de Eerste Bron en Centrum ook maar iets te maken heeft met de voortbrenging van de Vader-fragmenten. Richters zijn eenvoudig en eeuwig goddelijke geschenken; zij zijn van God en uit God, en zij zijn zoals God.

107:1.6

In hun verhouding tot fusie-schepselen openbaren zij een bovenaardse liefde en een geestelijk hulpbetoon dat een diepgaande bevestiging vormt van de verklaring dat God geest is. Maar naast dit transcendente dienstbetoon vindt er nog veel meer plaats dat nimmer aan stervelingen op Urantia is geopenbaard. Wij begrijpen ook niet geheel wat er nu werkelijk gebeurt wanneer de Universele Vader iets van zichzelf geeft dat een deel wordt van de persoonlijkheid van een schepsel in de tijd. De voortgaande opklimming van de Paradijs-volkomenen heeft vooralsnog evenmin alle mogelijkheden ontsloten die inherent zijn aan dit verheven partnerschap van mens en God. Per slot van rekening moeten de Vader-fragmenten het geschenk zijn van de absolute God aan die schepselen wier eindbestemming de mogelijkheid in zich sluit dat zij God op het absolute niveau zullen bereiken.

107:1.7

Zoals de Universele Vader zijn voorpersoonlijke Godheid fragmenteert, zo verleent ook de Oneindige Geest individualiteit aan delen van zijn voorbewustzijnsgeest om in te wonen bij, en daadwerkelijk te fuseren met, de evolutionaire zielen van de tot overleving komende stervelingen van de geest-fusie-reeks. De natuur van de Eeuwige Zoon kan echter niet op deze wijze worden gefragmenteerd: de geest van de Oorspronkelijke Zoon is òf diffuus òf duidelijk persoonlijk. Schepselen die met de Zoon zijn gefuseerd, zijn verenigd met geïndividualiseerde schenkingen van de geest van de Schepper-Zonen van de Eeuwige Zoon.


◄ 107:0
 
107:2 ►