Evolutionaire religies en openbaringsreligies mogen opvallend verschillen in methode, maar er bestaat grote overeenkomst tussen hun drijfveren. Religie is niet een specifieke functie van het leven, maar veeleer een manier van leven. Ware religie is een oprechte toewijding aan een realiteit die de religieuze mens van allerhoogste waarde acht voor zichzelf en voor de hele mensheid. En de eigenschappen die elke religie bij uitstek kenmerken, zijn onvoorwaardelijke loyaliteit en oprechte toewijding aan allerhoogste waarden. Deze religieuze toewijding aan allerhoogste waarden treedt aan de dag in de verhouding van de vermeend ongodsdienstige moeder tot haar kind, en in de vurige loyaliteit van niet-religieuze mensen aan een zaak waarvoor zij zich geheel hebben ingezet.
De allerhoogste waarde die de religieuze mens geaccepteerd heeft, kan laag zijn, of zelfs vals, maar ze is niettemin religieus. Een religie is echt in zoverre de waarde, die men voor allerhoogst houdt, waarlijk een kosmische realiteit is van echt geestelijke kwaliteit.
De kentekenen van de menselijke respons op de religieuze impuls omvatten de kwaliteiten adel en grootsheid. De oprechte religieuze mens is zich ervan bewust een burger van het universum te zijn en merkt dat hij in contact komt met bronnen van bovenmenselijke kracht. Hij wordt van geestdrift vervuld door, en put energie uit de verzekering dat hij behoort tot een hogere, geadelde gemeenschap van de zonen van God. Het besef van zijn eigen waarde is versterkt door de stimulans die uitgaat van het zoeken van de hoogste doelen in het universum—allerhoogste doeleinden.
Het zelf heeft zich gewonnen gegeven aan de intrigerende drang van een alomvattende motivatie die een grotere zelfbeheersing oplegt, emotionele conflicten vermindert en het sterfelijk leven waarlijk de moeite van het leven waard maakt. De ziekelijke erkenning van menselijke beperkingen verandert in een natuurlijk besef van de tekortkomingen van stervelingen, alsook de morele vastbeslotenheid en het geestelijk streven om de hoogste doelen in het universum en het superuniversum te bereiken. Dit intensieve streven om idealen te verwezenlijken die boven de sterfelijke mens uitreiken, wordt altijd gekenmerkt door meer geduld, lankmoedigheid, standvastigheid en verdraagzaamheid.
Maar ware religie is een levende liefde, een leven van dienstbaarheid. De afzijdigheid van de religieuze mens van veel louter wereldlijke, triviale zaken, voert nooit tot sociaal isolement en mag het gevoel voor humor niet kapotmaken. Echte religie neemt nooit iets van het menselijk bestaan weg, maar voegt aan alle dingen in het leven nieuwe betekenis toe; religie doet nieuwe vormen van enthousiasme, ijver en moed onstaan. Ze kan zelfs de geest van de kruisvaarder oproepen, die buitengewoon gevaarlijk is indien hij niet in de hand wordt gehouden door geestelijk inzicht en loyale toewijding aan de gewone sociale verplichtingen van menselijke loyaliteiten.
Een van de meest verbazingwekkende kenmerken van het religieuze leven is die dynamische en sublieme vrede, de vrede die alle verstand te boven gaat, die kosmische evenwichtigheid die het teken is van de afwezigheid van alle twijfel en beroering. Deze hoogten van geestelijke stabiliteit zijn immuun voor teleurstelling. Deze religieuze mensen zijn als de apostel Paulus, die zei: ‘Ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige noch toekomende dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander ding ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods.’
Er zetelt een gevoel van veiligheid, verbonden met het besef van zegevierende glorie, in het bewustzijn van de religeuze mens die de realiteit van de Allerhoogste heeft begrepen en die het doel van de Ultieme tracht te bereiken.
Zelfs de evolutionaire religie is dit alles in trouw en grootsheid omdat ze een echte ervaring is. Openbaringsreligie evenwel is zowel excellent als echt. Het wijdere geestelijke uitzicht waarvoor men zich nu heeft ingezet, schept nieuwe niveaus van liefde en toewijding, dienstbaarheid en kameraadschap; het geheel van deze hogere visie op de gemeenschap brengt een verhoogd bewustzijn teweeg van het Vaderschap van God en de broederschap der mensen.
Het karakteristieke verschil tussen geëvolueerde religie en geopenbaarde religie is een nieuw kwaliteit van goddelijke wijsheid, die aan de zuiver experiëntiële wijsheid van de mens wordt toegevoegd. Ervaring in en met de religies der mensen ontwikkelt echter de capaciteit om later grotere schenkingen van goddelijke wijsheid en kosmisch inzicht te kunnen ontvangen.