◄ 100:3
Verhandeling 100
100:5 ►

Religie in de menselijke ervaring

4. Problemen die met groei gepaard gaan

100:4.1

Religieus leven is toegewijd leven, en toegewijd leven is creatief leven, oorspronkelijk en spontaan. Nieuwe religieuze inzichten komen voort uit conflicten die de aanzet geven tot het kiezen van nieuwe, betere reactiegewoonten, in plaats van de oude, inferieure reactiepatronen. Nieuwe betekenissen komen pas naar boven te midden van conflicten; en conflicten blijven alleen maar bestaan wanneer men weigert de hogere waarden aan te nemen die in hogere betekenissen besloten liggen.

100:4.2

Religieuze verwarring is onvermijdelijk; er kan geen groei bestaan zonder psychische conflicten en geestelijke beroering. De organisatie van een filosofische levensstandaard brengt een aanzienlijke beroering teweeg in de filosofische gebieden van het denken. Men kan niet zonder strijd loyaal zijn aan het grote, het goede, het ware en het edele. De verheldering van het geestelijk gezichtsvermogen en de verdieping van het kosmische inzicht gaan met inspanning gepaard. En het menselijke verstand protesteert wanneer het zich niet langer kan voeden met de niet-geestelijke energieën van het tijdelijke bestaan. Het trage dierlijke bewustzijn komt in opstand tegen de inspanning die nodig is om te worstelen met de kosmische wijze om problemen op te lossen.

100:4.3

Maar de grote opgave van het religieuze leven bestaat in de taak om de zielsvermogens van de persoonlijkheid te verenigen door de dominantie van de liefde. Gezondheid, mentale efficiëntie en geluk komen voort uit de vereniging van fysische systemen, mentale systemen, en geest-systemen. Van lichamelijke en psychische gezondheid begrijpt de mens wel veel, maar geluk heeft hij waarlijk maar in zeer geringe mate verwezenlijkt. Het hoogste geluk is onlosmakelijk verbonden met geestelijke vooruitgang. Geestelijke groei geeft blijvende vreugde, vrede die alle verstand te boven gaat.

100:4.4

In het fysische leven getuigen de zintuigen van het bestaan der dingen; het bewustzijn ontdekt de realiteit van betekenissen; de geestelijke ervaring onthult echter aan de individuele mens de echte waarden van het leven. Deze hoge niveaus in het menselijk leven worden bereikt in de allerhoogste liefde voor God en de onzelfzuchtige liefde voor de mens. Indien ge uw medemensen liefhebt, moet ge hun waarden hebben ontdekt. Jezus had de mensen zo lief, omdat hij hun zulk een hoge waarde toekende. De beste manier om waarden te ontdekken in uw medemensen is om hun motivatie te ontdekken. Wanneer iemand u irriteert, gevoelens van ontstemming opwekt, moet ge proberen met hem mee te voelen en zo zijn gezichtspunt te gaan zien, zijn redenen voor zulk onaangenaam gedrag. Wanneer ge uw naaste eenmaal begrijpt, zult ge verdraagzaam worden en deze verdraagzaamheid zal uitgroeien tot vriendschap en rijpen tot liefde.

100:4.5

Stelt u zich eens het beeld voor ogen van een van uw primitieve voorouders uit de tijd dat zij nog in holen woonden—een grauwende man, gedrongen, wanstaltig en vuil, wijdbeens staand met geheven knots, haat en vijandigheid spuwend terwijl hij woedend de blikken werpt op iets dat zich vlak voor hem bevindt. Men kan moeilijk zeggen dat dit beeld iets van de goddelijke waardigheid van de mens laat zien. Maar sta ons toe het beeld te verruimen. Vóór deze in woede ontstoken mens duikt een sabeltandtijger ineen. Achter hem staan een vrouw en twee kinderen. Onmiddellijk ziet ge dat dit beeld staat voor de aanvang van veel mooie en nobele trekken van het menselijk geslacht, maar de man is dezelfde in beide afbeeldingen. In het tweede tafereel hebt ge echter het voordeel van een wijdere horizon. Hier ziet ge de motivatie van deze evoluerende sterveling. Zijn houding wordt lofwaardig omdat ge hem begrijpt. Indien ge de motieven van uw medemensen slechts zoudt kunnen peilen, zoudt ge hen veel beter begrijpen. Indien ge uw medemensen maar werkelijk zoudt kennen, zoudt ge tenslotte geheel voor hen vallen.

100:4.6

Ge kunt uw medemensen niet waarlijk liefhebben door een eenvoudige wilsdaad. Liefde wordt slechts geboren uit een grondig begrip van de motieven en gevoelens van uw naaste. Het is niet zo belangrijk om vandaag alle mensen lief te hebben, als om iedere dag één mens meer te leren liefhebben. Indien ge iedere dag of iedere week één medemens meer gaat begrijpen, en indien dit het uiterste is waartoe ge in staat zijt, dan zijt ge zeker bezig uw persoonlijkheid te socialiseren en waarlijk te vergeestelijken. Liefde is besmettelijk, en wanneer de toewijding van een mens verstandig en wijs is, werkt liefde aanstekelijker dan haat. Alleen echte, onzelfzuchtige liefde is echter waarlijk besmettelijk. Als ieder mens op aarde maar een brandpunt van dynamische liefde kon worden, zou dit weldadige virus van liefde de vloed van gevoelens en emoties van de mensheid spoedig zozeer doortrekken, dat de ganse civilisatie doordrenkt zou zijn van liefde, en dit zou de verwezenlijking zijn van de broederschap der mensen.


◄ 100:3
 
100:5 ►