◄ 100:0
Verhandeling 100
100:2 ►

Religie in de menselijke ervaring

1. Religieuze groei

100:1.1

Ofschoon religie groei van betekenissen en verdieping van waarden voortbrengt, heeft het verheffen van zuiver persoonlijke waardebepalingen tot niveaus van absolute werkelijkheden altijd kwaad ten gevolge. Een kind bepaalt de waarde van zijn ervaring naar de mate van het genoegen die deze met zich mee brengt: volwassenheid is evenredig aan de mate waarin persoonlijk genot wordt vervangen door hogere betekenissen, zelfs loyaliteiten aan de hoogste opvattingen van uiteenlopende levensomstandigheden en kosmische betrekkingen.

100:1.2

Sommige mensen hebben het te druk om te groeien en lopen daarom ernstig gevaar geestelijk te blijven steken. Er moet worden gezorgd voor groei in zinvolheid op verschillende leeftijden, in opeenvolgende culturen, en in de voorbijgaande stadia in de vooruitgang der civilisatie. De voornaamste factoren die groei verhinderen, zijn vooroordeel en onwetendheid.

100:1.3

Geef ieder zich ontwikkelend kind de kans om zijn eigen religieuze ervaring te kweken: dring het geen pasklare volwassen ervaring op. Bedenk dat het jaar na jaar volgen van een vast systeem van onderwijs niet noodzakelijkerwijs verstandelijke vooruitgang betekent en nog veel minder geestelijke groei. Uitbreiding van de woordenschat betekent nog geen karakterontwikkeling. Groei wordt niet juist aangegeven door loutere resultaten, maar veeleer door vooruitgang. Werkelijke groei in het leren kenmerkt zich door hogere idealen, een grotere waardering voor waarden, nieuwe betekenissen van waarden, en toenemende trouw aan de allerhoogste waarden.

100:1.4

Kinderen komen alleen blijvend onder de indruk van de loyaliteiten van de volwassenen met wie ze omgaan: voorschriften of zelfs voorbeelden zijn niet van blijvende invloed. Loyale mensen zijn groeiende mensen en groei is een indrukwekkende en inspirerende realiteit. Leef vandaag loyaal—groei—en de dag van morgen zal voor het zijne zorgen. De snelste manier voor een kikkervisje om een kikker te worden, is om ieder ogenblik loyaal als een kikkervisje te leven.

100:1.5

De bodem die van wezenlijk belang is voor religieuze groei, vooronderstelt een progressief leven van zelfverwerkelijking, de coördinatie van natuurlijke neigingen, het aan de dag leggen van weetgierigheid en vreugde in een redelijke mate van avontuur, het ondervinden van gevoelens van voldoening, het functioneren van de prikkel van vrees die maakt dat men oplettend en waakzaam blijft, de aantrekking van het verwonderlijke, en een normaal besef van eigen kleinheid, nederigheid. Groei is ook gegrond op de ontdekking van het zelf, vergezeld door zelfkritiek—het geweten, want het geweten is in werkelijkheid zelfkritiek aan de hand van de waarden die men gewoonlijk hanteert, de persoonlijke idealen van een mens.

100:1.6

De religieuze ervaring wordt merkbaar beïnvloed door de lichamelijke gezondheid, het overgeërfde temperament en het sociale milieu. Maar deze wereldlijke omstandigheden remmen niet de innerlijke geestelijke vooruitgang van een ziel die zich heeft gewijd aan het doen van de wil van de Vader in de hemel. In alle normale stervelingen zijn zekere aangeboren impulsen tot groei en zelfverwerkelijking aanwezig, die functioneren indien zij niet specifiek worden tegengegaan. De zekere techniek om het potentieel tot geestelijke groei, deze gave die een wezenlijk bestanddeel van de mens vormt, tot ontplooiing te brengen, is een voortdurende instelling van oprechte toewijding aan allerhoogste waarden.

100:1.7

Religie kan niet worden geschonken, ontvangen, geleend, geleerd, of verloren. Het is een persoonlijke ervaring, die groeit naar de mate waarin het zoeken naar finale waarden toeneemt. Kosmische groei is aldus het gevolg van de accumulatie van betekenissen en een steeds meer omvattende verheffing van waarden. Zieleadel zelf is echter altijd een zaak van onbewuste groei.

100:1.8

Religieuze gewoonten van denken en handelen dragen bij tot de economie van de geestelijke groei. Men kan religieuze predisposities ontwikkelen om gunstig te reageren op geestelijke stimuli, een soort geconditioneerde geestelijke reflex. Gewoonten die religieuze groei begunstigen, zijn onder meer: een ontwikkelde gevoeligheid voor geestelijke waarden, het herkennen van religieus leven bij anderen, het bespiegelend denken over kosmische betekenissen, het eerbiedig oplossen van problemen, het delen van het geestelijk leven met de medemens, het vermijden van zelfzucht, de weigering om misbruik te maken van de goddelijke genade, leven als in de tegenwoordigheid Gods. De factoren die bijdragen tot geestelijke groei kunnen intentioneel zijn, maar de groei zelf is zonder uitzondering onbewust.

100:1.9

De onbewuste natuur van religieuze groei betekent echter niet dat het een activiteit is die zich voordoet in de veronderstelde onderbewuste gebieden van het menselijk verstand: zij duidt veeleer op scheppende activiteiten in de bovenbewuste lagen van het sterfelijk bewustzijn. De ervaring van het besef van de realiteit van onbewuste religieuze groei is het enige positieve bewijs van het functioneel bestaan van het bovenbewustzijn.


◄ 100:0
 
100:2 ►