◄ 9:1
Verhandeling 9
9:3 ►

De betrekking van de Oneindige Geest tot het Universum

2. De Alomtegenwoordige Geest

9:2.1

God is geest in drievoudige zin: zelf is hij geest; in zijn Zoon verschijnt hij als geest zonder restrictie; in de Vereend Handelende Geest als geest verbonden met bewustzijn. En naast deze geestelijke werkelijkheden menen wij nog niveaus van experiëntiële geest-verschijnselen te kunnen onderscheiden—de geesten van de Allerhoogste, van Ultieme Godheid en van het Godheid-Absolute.

9:2.2

De Oneindige Geest is evenzeer een complement van de Eeuwige Zoon als de Zoon een complement is van de Universele Vader. De Eeuwige Zoon is een vergeestelijkte personalisatie van de Vader; de Oneindige Geest is een verpersoonlijkte vergeestelijking van de Eeuwige Zoon en de Universele Vader.

9:2.3

Er bestaan vele onbelemmerde geestelijke krachtlijnen en bronnen van bovenmateriële kracht, die de bevolking van Urantia rechtstreeks verbinden met de Godheden op het Paradijs. Zo bestaan er de rechtstreekse verbinding van de Gedachtenrichters met de Universele Vader, de wijdverbreide invloed van de drang van de geestelijke zwaartekracht van de Eeuwige Zoon, en de geestelijke tegenwoordigheid van de Vereende Schepper. Er is een verschil in functie tussen de geest van de Zoon en de geest van de Geest. De Derde Persoon kan in zijn geestelijk dienstbetoon functioneren als bewustzijn plus geest of als geest alleen.

9:2.4

Naast deze Paradijs-tegenwoordigheden ondervinden de Urantianen ook de geestelijke invloeden en activiteiten van het plaatselijk universum en het superuniversum, met hun welhaast eindeloze reeks liefdevolle persoonlijkheden die de standvastigen en de oprechten immer opwaarts en binnenwaarts leiden naar de idealen van goddelijkheid en het doel van allerhoogste volmaaktheid.

9:2.5

De aanwezigheid van de universele geest van de Eeuwige Zoon kennen wij—wij kunnen haar onmiskenbaar onderkennen. De aanwezigheid van de Oneindige Geest, de Derde Persoon der Godheid, kan zelfs de sterfelijke mens kennen, want materiële schepselen kunnen daadwerkelijk de weldadigheid ervaren van deze goddelijke invloed, die functioneert als de Heilige Geest die in een plaatselijk universum aan de geslachten der mensheid wordt verleend. Mensen kunnen zich ook tot op zekere hoogte bewust worden van de Richter, de onpersoonlijke tegenwoordigheid van de Universele Vader. Deze goddelijke geesten die werkzaam zijn ter verheffing en vergeestelijking van de mens, handelen allen eendrachtig in volmaakte samenwerking. Zij zijn als één in het geestelijke uitwerken van de plannen voor de opklimming en het bereiken van de volmaaktheid van de stervelingen.


◄ 9:1
 
9:3 ►