◄ 41:7
Verhandeling 41
41:9 ►

Fysische aspecten van het Plaatselijk Universum

8. Reacties van solaire energie

41:8.1

In de zonnen die zijn opgenomen in de circuits van ruimte-energie-kanalen, komt er solaire energie vrij door verscheidene complexe nucleaire kettingreacties, waarvan de waterstof-koolstof-helium-reactie het meeste voorkomt. Bij deze metamorfose functioneert het koolstof als energie-katalysator, aangezien het in geen enkel opzicht werkelijk verandert door dit proces van omzetting van waterstof in helium. Onder bepaalde omstandigheden van hoge temperaturen dringt waterstof door tot in de koolstofkernen. Aangezien koolstof niet meer dan vier waterstofprotonen kan opnemen, begint het, wanneer deze verzadigingstoestand is bereikt, in hetzelfde tempo protonen uit te zenden als er nieuwe arriveren. Bij deze reactie komen de ingaande deeltjes waterstof weer als helium-atomen tevoorschijn.

41:8.2

Wanneer de waterstof-inhoud van een zon afneemt, wordt haar lichtstraling sterker. Bij de zonnen die zijn voorbestemd om uit te branden, wordt de hoogste lichtstraling bereikt op het punt waar het waterstof is uitgeput. Na dit punt wordt de schittering in stand gehouden door het resulterende proces van samentrekking door zwaartekracht. Uiteindelijk zal zo’n ster een zogenaamde witte dwerg worden, een zeer gecondenseerd hemellichaam.

41:8.3

Wanneer in grote zonnen—kleine cirkelvormige nevels—het waterstof is uitgeput en wanneer dit wordt gevolgd door samentrekking door zwaartekracht, en indien zo’n hemellichaam onvoldoende ondoordringbaar is om de inwendige druk te kunnen handhaven waardoor de gasachtige gebieden aan de buitenkant in stand worden gehouden, dan treedt er een plotselinge ineenstorting op. Door de veranderingen in de zwaartekracht en de elektriciteit ontstaan er enorme hoeveelheden zeer kleine deeltjes zonder elektrisch potentieel. Deze deeltjes ontsnappen gemakkelijk uit het binnenste van de zon, en brengen zo binnen een paar dagen de ineenstorting van een gigantische zon teweeg. Een dergelijke emigratie van ‘weggelopen deeltjes’ veroorzaakte ongeveer vijftig jaar geleden de ineenstorting van de reuzennova in de Andromeda-nevel. Dit enorme sterrelichaam stortte binnen veertig minuten Urantia-tijd ineen.

41:8.4

Als regel blijft de enorme hoeveelheid uitgedreven materie rond de overblijvende afkoelende zon bestaan in de vorm van grote wolken nevelgassen. Dit alles verklaart de oorsprong van vele soorten onregelmatige nevels zoals de Kreeft-nevel, die ongeveer negenhonderd jaar geleden is ontstaan en welks moederwereld nog steeds als een eenzame ster dichtbij het centrum van deze onregelmatige nevelmassa is te zien.


◄ 41:7
 
41:9 ►