◄ 188:1
Verhandeling 188
188:3 ►

De periode van het graf

2. Het beveiligen van het graf

188:2.1

Zo de volgelingen van Jezus zijn belofte om op de derde dag uit het graf te herrijzen al niet indachtig waren, zijn vijanden waren dat wel. De overpriesters, Farizeeën en Sadduceeën herinnerden zich dat hun was gemeld dat hij had gezegd dat hij uit de dood zou opstaan.

188:2.2

Na afloop van de Paasmaaltijd, rond middernacht, kwam een groep Joodse leiders samen ten huize van Kajafas, waar zij spraken over hun vrees met betrekking tot de beweringen van de Meester dat hij ten derden dage uit de dood zou verrijzen. Deze vergadering werd besloten met de benoeming van een commissie van Sanhedristen, die de volgende morgen vroeg Pilatus zou bezoeken met het officiële verzoek van het Sanhedrin om een Romeinse wacht vóór het graf van Jezus te plaatsen, zodat diens vrienden niets met het graf zouden kunnen uitrichten. De woordvoerder van de commissie zei tot Pilatus: ‘Heer, wij herinneren ons dat deze bedrieger, Jezus van Nazaret, toen hij nog leefde, gezegd heeft: “Na drie dagen zal ik weer opstaan.” Wij zijn daarom voor u verschenen met het verzoek of u de bevelen wilt uitgeven waardoor het graf beveiligd zal zijn tegen zijn volgelingen, althans tot na de derde dag. Wij zijn zeer bevreesd dat zijn discipelen hem ’s nachts zullen komen stelen en dan aan het volk zullen verkondigen dat hij uit de dood is opgestaan. Indien wij dit zouden laten gebeuren, zou dit een veel ernstiger vergissing zijn dan wanneer wij hem in leven hadden gelaten.’

188:2.3

Toen Pilatus dit verzoek van de leden van het Sanhedrin had aangehoord, zei hij: ‘Ik zal u een wacht van tien soldaten geven. Ga uw gang en beveilig het graf.’ Zij keerden terug naar de tempel, kregen tien van hun eigen wachters mee, en marcheerden vervolgens, nog wel op deze Sabbatmorgen, naar het graf van Jozef, met deze tien Joodse wachters en de tien Romeinse soldaten, teneinde dezen als wacht voor het graf op te stellen. Deze mannen rolden nog een tweede steen voor het graf en zetten het zegel van Pilatus op en rondom deze stenen, zodat ze niet zonder hun medeweten verplaatst konden worden. En deze twintig mannen bleven de wacht houden tot aan het uur van de opstanding, terwijl de Joden hen van voedsel en drank voorzagen.


◄ 188:1
 
188:3 ►