◄ 93:8
Verhandeling 93
93:10 ►

Machiventa Melchizedek

9. Na het vertrek van Melchizedek

93:9.1

Het was een grote beproeving voor Abraham toen Melchizedek zo plotseling was verdwenen. Ofschoon hij zijn volgelingen onomwonden had gewaarschuwd dat hij eens zou moeten vertrekken zoals hij gekomen was, konden zij zich niet verzoenen met het verlies van hun wonderbaarlijke leider. De grote organisatie die in Salem was opgebouwd verdween bijna geheel, hoewel Mozes nog op de overleveringen aangaande deze dagen bouwde toen hij de Hebreeuwse slaven uit Egypte leidde.

93:9.2

Het verlies van Melchizedek maakte Abraham bedroefd van hart, een zwaarmoedigheid die hij nooit meer geheel te boven kwam. Hij had Hebron verlaten toen hij de ambitie had opgegeven om een materiëel koninkrijk op te bouwen; en nu, na het verlies van zijn deelgenoot in de opbouw van het geestelijke koninkrijk, verliet hij Salem, trok naar het zuiden en ging in de buurt van zijn bezittingen in Gerar wonen.

93:9.3

Direct na het verdwijnen van Melchizedek werd Abraham vreesachtig en bang. Bij zijn aankomst in Gerar hield hij zijn identiteit geheim, zodat Abimelech zich zijn vrouw toeëigende. (Kort na zijn huwelijk met Sara had Abraham op een nacht een complot afgeluisterd om hem te vermoorden en zo zijn briljante vrouw te bemachtigen. Dit angstbeeld werd een verschrikking voor hem, hoewel hij in andere opzichten een dapper en stoutmoedig leider was; zijn leven lang vreesde hij dat iemand hem in het geheim zou doden om Sara te kunnen bemachtigen. Dit is de verklaring waarom deze dappere man bij drie verschillende gelegenheden echte lafheid tentoonspreidde.)

93:9.4

Maar Abraham zou zich niet lang laten afhouden van zijn zending als opvolger van Melchizedek. Reeds spoedig maakte hij bekeerlingen onder de Filistijnen en bij het volk van Abimelech, sloot een verdrag met hen en raakte op zijn beurt besmet met een groot aantal van hun vormen van bijgeloof, vooral het gebruik om eerstgeboren zonen te offeren. Zo werd Abraham opnieuw een groot leider in Palestina. Alle groepen koesterden eerbied voor hem en alle koningen bewezen hem eer. Hij was de geestelijke leider van alle omringende stammen, en zijn invloed hield nog enige tijd stand na zijn dood. Tijdens de laatste jaren van zijn leven keerde hij nogmaals terug naar Hebron, het toneel van zijn vroegere activiteiten en de plaats waar hij had samengewerkt met Melchizedek. Als laatste daad zond Abraham vertrouwde dienaren naar de stad van zijn broeder Nahor, bij de grens met Mesopotamië, om een vrouw van zijn eigen volk te verwerven als echtgenote voor zijn zoon Isaak. Het was reeds lang de gewoonte bij het volk van Abraham om met nichten en neven te huwen. En Abraham stierf vol vertrouwen in het geloof in God dat hij van Melchizedek had geleerd in de inmiddels verdwenen scholen van Salem.

93:9.5

Het viel de volgende generatie moeilijk om de geschiedenis van Melchizedek te begrijpen; binnen vijfhonderd jaar werd het gehele verhaal door velen als een mythe beschouwd. Isaak hield zich redelijk goed aan het onderricht van zijn vader en hield het evangelie van de kolonie van Salem in leven, maar voor Jakob was het moeilijk om de betekenis van deze overleveringen te begrijpen. Jozef geloofde vast in Melchizedek en werd vooral om deze reden door zijn broeders als een dromer beschouwd. De eer die Jozef in Egypte te beurt viel, had hij hoofdzakelijk te danken aan de herinnering aan zijn overgrootvader Abraham. Jozef kreeg het militaire bevel over de Egyptische legers aangeboden, maar aangezien hij zo vast geloofde in de overleveringen over Melchizedek en de latere leringen van Abraham en Izaak, gaf hij er de voorkeur aan om als burgerlijk bestuurder te dienen; hij geloofde dat hij zo beter kon arbeiden aan de voortgang van het koninkrijk des hemels.

93:9.6

Het onderricht van Melchizedek was breed en volledig, maar de verslagen van deze tijden schenen de latere Hebreeuwse priesters onmogelijk en fantastisch toe, ofschoon velen van hen wel enig begrip hadden van wat zich hier had afgespeeld, dat wil zeggen, tot aan de tijd dat de documenten van het Oude Testament alle tegelijk in Babylon werden bewerkt.

93:9.7

Wat in de documenten van het Oude Testament wordt beschreven als gesprekken tussen Abraham en God, waren in werkelijkheid beraadslagingen tussen Abraham en Melchizedek. Latere schriftgeleerden beschouwden de term Melchizedek als synoniem met God. De vele contacten van Abraham en Sara met ‘de engel des Heren’ die worden vermeld, slaan op hun talrijke bezoeken aan Melchizedek.

93:9.8

De Hebreeuwse verhalen over Isaak, Jakob en Jozef zijn veel betrouwbaarder dan die over Abraham, hoewel ook hier vele afwijkingen van de feiten voorkomen, veranderingen die met en zonder opzet werden aangebracht tijdens het samenstellen van deze documenten door de Hebreeuwse priesters tijdens de Babylonische gevangenschap. Ketura was geen echtgenote van Abraham; evenals Hagar was zij slechts een bijvrouw. Al Abrahams eigendom ging over naar Isaak, de zoon van Sara, de vrouw met de rechtspositie van echtgenote. Abraham was niet zo oud als de geschriften aangeven en zijn vrouw was veel jonger. Hun leeftijden werden met opzet veranderd om Isaak vervolgens op vermeend mirakuleuze wijze geboren te kunnen laten worden.

93:9.9

Het nationale ego van de Joden kreeg een geweldige knauw door de Babylonische ballingschap. In hun reactie tegen hun ondergeschiktheid als natie sloegen zij door naar het andere uiterste van nationale en raciale eigenwaan, waarin zij hun overleveringen verwrongen en vervormden met het oogmerk zichzelf boven alle rassen en volken te verheffen als het uitverkoren volk van God; vandaar dat zij al hun verslagen zorgvuldig bewerkten met het doel om Abraham en hun andere nationale leiders hoog te verheffen boven alle andere personen, Melchizedek zelf niet uitgezonderd. Daarom vernietigden de Hebreeuwse schriftgeleerden alle verslagen uit deze gewichtige tijden die ze konden vinden; zij bewaarden alleen het verhaal over de ontmoeting van Abraham en Melchizedek na de slag bij Siddim, waarvan zij vonden dat het Abraham grotelijks tot eer strekte.

93:9.10

En doordat zij Melchizedek aldus uit het oog verloren, verloren zij ook uit het oog wat deze Zoon die in een noodsituatie optrad, had onderricht over de geestelijke zending van de beloofde zelfschenking-Zoon—verloren de natuur van deze zending zo geheel en al uit het oog, dat maar zeer weinigen van hun nageslacht in staat of bereid waren Michael te erkennen en te ontvangen toen hij op aarde en in het vlees verscheen, zoals Machiventa had voorspeld.

93:9.11

Doch een van de schrijvers van het Boek van de Hebreeërs begreep de zending van Melchizedek wel, want er staat geschreven: ‘Deze Melchizedek, priester van de allerhoogste God, was ook koning des vredes; zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsregister, zonder begin van dagen of einde des levens maar geschapen als een Zoon Gods, blijft hij priester voor altoos.’ Met zijn verzekering dat Jezus ‘een priester in eeuwigheid naar de ordening van Melchizedek’ was, karakteriseerde deze schrijver Melchizedek als een voorafbeelding van de latere zelfschenking van Michael. Hoewel deze vergelijking niet geheel gelukkig is geweest, is het letterlijk waar dat Christus Urantia voorlopig in eigendom kreeg ‘volgens opdrachten van de twaalf Melchizedek-curatoren’ die in functie waren ten tijde van zijn zelfschenking op de wereld.


◄ 93:8
 
93:10 ►