Alleen door het brengen van offers kon de vroege mens zich bewust worden dat God hem gunstig gezind was. De moderne mens moet nieuwe methoden ontwikkelen om zich van zijn verlossing bewust te worden. Het besef van zonde blijft in het sterfelijk denken bestaan, maar de denkpatronen over de redding daaruit zijn versleten en verouderd. De werkelijkheid van de geestelijke nood blijft bestaan, maar de intellectuele vooruitgang heeft de oude wegen waarlangs vrede en vertroosting voor geest en ziel konden worden verkregen, vernietigd.
Zonde moet opnieuw worden gedefinieerd als opzettelijke trouweloosheid jegens de Godheid. Er zijn graden van trouweloosheid: de gedeeltelijke getrouwheid van besluiteloosheid; de verdeelde getrouwheid van conflict; de stervende getrouwheid van onverschilligheid, en de dood van getrouwheid die blijkt uit toewijding aan godloze idealen.
Het besef of gevoel van schuld is het bewustzijn dat men de zeden overtreden heeft; dit is niet noodzakelijkerwijze zonde. Er is geen sprake van werkelijke zonde wanneer er geen sprake is van bewuste trouweloosheid jegens de Godheid.
De mogelijkheid om het gevoel van schuld te ervaren is een superieur onderscheidingsteken van de mensheid. Het kenmerkt de mens niet als laag, maar onderscheidt hem integendeel als een schepsel van potentiële grootsheid en immer hogere heerlijkheid. Een dergelijk besef van onwaardigheid is de eerste prikkel die snel en zeker moet leiden tot de geloofsoverwinningen waardoor het sterfelijk bewustzijn wordt overgebracht naar de voortreffelijke niveaus van morele adeldom, kosmisch inzicht en geestelijk leven; zo veranderen alle betekenissen van het menselijke bestaan van tijdelijk in eeuwig, en worden alle waarden verheven van het menselijke tot het goddelijke.
Het belijden van zonden is een kloekmoedig verwerpen van trouweloosheid, maar het verlicht op generlei wijze de gevolgen in tijd en ruimte van dergelijke trouweloosheid. Maar het belijden van schuld—de oprechte erkenning van de aard van zonde—is van wezenlijk belang voor religieuze groei en geestelijke vooruitgang.
De vergeving van zonde door de Godheid is het vernieuwen van de betrekkingen van getrouwheid, dat volgt op een periode waarin een mens beseft heeft dat deze betrekkingen gaandeweg, tengevolge van bewuste rebellie, waren verslapt. Men hoeft niet om vergeving te verzoeken, zij behoeft alleen te worden ontvangen als het besef dat de getrouwheidsbetrekkingen tussen het schepsel en de Schepper zijn hersteld. En alle getrouwe zonen Gods zijn gelukkig en dienstvaardig en gaan immer gestaag vooruit in de opklimming naar het Paradijs.
[Aangeboden door een Schitterende Avondster van Nebadon.]
Nederlandse vertaling © Stichting Urantia. Alle rechten voorbehouden.