De huidige door winst gemotiveerde staathuishoudkunde is ten ondergang gedoemd, tenzij de winstmotieven worden uitgebreid met dienstbaarheidsmotieven. Meedogenloze competitie die op bekrompen eigenbelang is gebaseerd, is uiteindelijk destructief, zelfs voor de zaken die zij in stand tracht te houden. Het zich uitsluitend door zelfzuchtig winstbejag laten leiden is strijdig met Christelijke idealen—en nog veel strijdiger met het onderricht van Jezus.
In de staathuishoudkunde verhoudt zich de winstmotivatie tot dienstbaarheidsmotivatie zoals zich in de religie vrees tot liefde verhoudt. Het winstmotief moet echter niet plotseling worden vernietigd of weggenomen: het houdt vele overigens luie stervelingen hard aan het werk. Maar het is niet nodig dat deze opwekker van de sociale energie eeuwig zelfzuchtig blijft in zijn doelstellingen.
Het winstmotief van economische activiteiten is in alle opzichten minderwaardig en een gevorderde maatschappelijk orde geheel onwaardig, maar niettemin is het een onmisbare factor in alle vroege fasen van de civilisatie. De winstmotivatie moet mensen pas worden afgenomen wanneer zij in het vaste bezit zijn van hogere soorten niet uit winstbejag voortkomende beweegredenen tot economische inspanning en sociale dienstverlening—de transcendente impulsen van de hoogste wijsheid, boeiende broederschap en een voortreffelijk niveau van geestelijke verworvenheden.