De economie, de samenleving en de staatsvorm moeten evolueren willen zij blijven bestaan. Op een evolutionaire wereld wijzen statische toestanden op verval: alleen de instellingen die zich met de evolutionaire stroom mee bewegen, houden stand.
Het progressieve programma van een zich uitbreidende civilisatie omvat:
1. behoud van persoonlijke vrijheden;
2. bescherming van het huisgezin;
3. bevordering van economische zekerheid;
4. preventie van ziekten;
5. verplicht onderwijs;
6. verplichte arbeid;
7. nuttig gebruik van vrije tijd;
8. zorg voor minder fortuinlijken;
9. verbetering van het ras;
10. bevordering van kunsten en wetenschappen;
11. bevordering van de filosofie—wijsheid;
12. vermeerdering van het kosmisch inzicht—godsvrucht.
En deze vooruitgang in de vaardigheden van de civilisatie voert rechtstreeks tot de verwerkelijking van de hoogste menselijke en goddelijke doeleinden die stervelingen kunnen nastreven—het bereiken der sociale broederschap der mensen en de persoonlijke status van het Godsbewustzijn, dat zich daarin openbaart dat iedere individuele mens het allerhoogst verlangen voelt om de wil van de Vader in de hemel te doen.
Het aan de dag treden van echte broederschap is een teken dat er een sociale orde is gekomen waarin alle mensen vreugde scheppen in het dragen van elkanders lasten: zij verlangen er daadwerklijk naar om de gouden regel in praktijk te brengen. Maar zulk een ideale samenleving kan nog niet worden verwezenlijkt wanneer hetzij de zwakken, hetzij de slechten op de loer liggen om op onbillijke en onheilige wijze te profiteren van degenen die hoofdzakelijk worden bewogen door toewijding aan de dienst van waarheid, schoonheid en goedheid. In zulk een situatie valt er maar één praktische koers te volgen: de ‘volgers van de gouden regel’ kunnen een progressieve samenleving vormen waarbinnen zij naar hun idealen leven, terwijl zij een adequate verdediging in stand houden tegen hun onwetende medemensen die zouden kunnen trachten ofwel hun voorliefde voor vredelievendheid uit te buiten, ofwel hun vooruitstrevende beschaving te gronde te richten.
Idealisme kan nooit standhouden op een evoluerende planeet indien de idealisten van iedere generatie zich laten uitroeien door mensen van de lagere soorten. De grote toetssteen van het idealisme van een gevorderde samenleving is dan ook of deze de militaire paraatheid kan handhaven die haar beveiligt tegen alle aanvallen door haar oorlogszuchtige naburen, zonder toe te geven aan de verleiding om deze militaire kracht in te zetten in offensieve operaties tegen andere volkeren, hetzij uit eigen belang, hetzij terwille van de verheerlijking van de eigen natie. Het nationale voortbestaan vereist paraatheid, en alleen religieus idealisme kan verhoeden dat paraatheid ontaardt in agressie. Alleen liefde, broederschap, kan verhoeden dat de sterke de zwakke onderdrukt.