500.000 jaar geleden raakten de Badonan-stammen die in de hooglanden in het noordwesten van India woonden, opnieuw betrokken in een grote rassenstrijd. Deze meedogenloze oorlog woedde meer dan honderd jaar lang, en toen de lange strijd ten einde was, waren er slechts ongeveer honderd families overgebleven. Deze overlevenden waren echter de meest intelligente en wenselijke van alle toen nog levende afstammelingen van Andon en Fonta.
En toen vond er een nieuwe, vreemde gebeurtenis plaats onder deze Badonieten op de hooglanden. Een man en een vrouw die in het noordoostelijke deel van de toen bewoonde hooglanden leefden, begonnen plotseling een gezin voort te brengen van uitzonderlijk intelligente kinderen. Dit was de Sangik-familie, de voorouders van alle zes gekleurde rassen op Urantia.
Deze Sangik-kinderen, negentien in getal, waren niet alleen intelligenter dan hun stam- genoten, maar ook vertoonde hun huid een unieke neiging om verschillende kleuren aan te nemen wanneer zij aan het zonlicht werd blootgesteld. Van deze negentien kinderen waren er vijf rood, twee oranje, vier geel, twee groen, vier blauw, en twee indigoblauw. Deze kleu- ren werden uitgesprokener naarmate de kinderen ouder werden, en toen deze jonge mensen later met hun stamgenoten paarden, hadden al hun kinderen de huidskleur van hun Sangik-ouder.
En nu onderbreek ik de chronologische volgorde van mijn verhaal, na uw aandacht gevestigd te hebben op de aankomst van de Planetaire Vorst rond deze tijd, om de zes Sangik-rassen van Urantia afzonderlijk te beschouwen.