De Eeuwige Zoon drijft het geest-niveau der kosmische werkelijkheid aan: de geestelijke macht van de Zoon is absoluut met betrekking tot alle actualiteiten in het universum. Hij heeft volmaakte beheersing over de onderlinge associatie van alle ongedifferentieerde geest-energie en over alle geactualiseerde geest-werkelijkheid door zijn absolute greep der geest-zwaartekracht. Alle pure ongefragmenteerde geest en alle geestelijke wezens en waarden reageren op de oneindige aantrekkingskracht van de oorspronkelijke Paradijs-Zoon. En indien wij in de eeuwige toekomst getuige mogen zijn van het verschijnen van een onbeperkt universum, ook dan zal de geest-zwaartekracht en de geest-kracht van de Oorspronkelijke Zoon volkomen adequaat blijken te zijn voor de geestelijke beheersing en het effectieve bestuur van zulk een grenzeloze schepping.
De Zoon is alleen almachtig in het geestelijke domein. In de eeuwige economie van het universum-bestuur zien wij nooit de verspilling van nodeloze herhaling van functies: de Godheden zijn niet gewoon dienstbetoon in het universum nutteloos te dupliceren.
De alomtegenwoordigheid van de Oorspronkelijke Zoon vormt de geestelijke eenheid van het universum van universa. De geestelijke samenhang van de gehele schepping berust op de aanwezigheid van de goddelijke geest van de Eeuwige Zoon, die overal actief is. Wanneer wij ons de geestelijke tegenwoordigheid van de Vader voorstellen, valt het ons moeilijk deze in ons denken te onderscheiden van de geestelijke aanwezigheid van de Eeuwige Zoon. De geest van de Vader zetelt eeuwig in de geest van de Zoon.
De Vader moet geestelijk alomtegenwoordig zijn, maar deze alomtegenwoordigheid lijkt onscheidbaar van de geestelijke activiteiten van de Eeuwige Zoon alom. Wij geloven echter stellig dat in alle omstandigheden waar sprake is van een Vader-Zoon tegenwoordigheid van tweevoudige geestelijke natuur, de geest van de Zoon gelijk is aan de geest van de Vader.
In zijn contact met persoonlijkheid handelt de Vader in het persoonlijkheidscircuit. In zijn persoonlijke, bespeurbare contact met de geestelijke schepping verschijnt hij in de fragmenten van de totaliteit van zijn Godheid, en deze Vader-fragmenten hebben overal en altijd waar ze in de universa verschijnen, een solitaire, unieke en aparte functie. In al deze omstandigheden is de geest van de Zoon gelijk aan de geestelijke functie van de gefragmenteerde tegenwoordigheid van de Universele Vader.
Geestelijk is de Eeuwige Zoon alomtegenwoordig. De geest van de Eeuwige Zoon is zeer stellig bij u en rondom u, maar niet in u en niet een deel van u, zoals de Geheimnisvolle Mentor. Het inwonende Vader-fragment stelt het menselijke bewustzijn af op steeds goddelijker geesteshoudingen, waarna dit opklimmende bewustzijn in toenemende mate ontvankelijk wordt voor de geestelijke aantrekkingskracht van het almachtige geest-zwaartekrachtcircuit van de Tweede Bron en Centrum.
De Oorspronkelijke Zoon is zich universeel en geestelijk van zichzelf bewust. In wijsheid is de Zoon volledig de gelijke van de Vader. In de gebieden van kennis, in alwetendheid, kunnen wij geen verschil zien tussen de Eerste en de Tweede Bron: evenals de Vader weet de Zoon alles, hij wordt nooit verrast door enige universum-gebeurtenis, hij doorgrondt het einde vanaf het begin.
De Vader en de Zoon kennen werkelijk het aantal en de verblijfplaats van alle geesten en vergeestelijkte wezens in het universum van universa. Niet alleen weet de Zoon alle dingen krachtens zijn eigen alomtegenwoordige geest, maar de Zoon is, in gelijke mate als de Vader en de Vereend Handelende Geest, ook volledig bekend met de enorme reflectiviteit-inlichtingendienst van de Allerhoogste, een inlichtingendienst die te allen tijde weet van alle dingen die zich op alle werelden in de zeven superuniversa afspelen. De Paradijs-Zoon is ook in nog andere opzichten alwetend.
Als liefhebbende, barmhartige en dienende geestelijke persoonlijkheid is de Eeuwige Zoon geheel en in het oneindige de gelijke van de Universele Vader, terwijl hij in al zijn goedertieren, liefdevolle persoonlijke contacten met de opklimmende wezens uit de lagere gebieden even vriendelijk en zorgzaam is, even geduldig en lankmoedig, als zijn Paradijs-Zonen in de plaatselijke universa, die zichzelf zo dikwijls schenken aan de evolutionaire werelden in de tijd.
Het is overbodig verder uit te weiden over de eigenschappen van de Eeuwige Zoon. Op de aangegeven uitzonderingen na, behoeft men slechts de geestelijke eigenschappen van God de Vader te bestuderen om de eigenschappen van God de Zoon te verstaan en op hun juiste waarde te schatten.