◄ 36:2
Verhandeling 36
36:4 ►

De Levendragers

3. De transplantatie van Leven

36:3.1

Leven verschijnt niet spontaan in de universa: de Levendragers moeten de aanzet ertoe geven op de onvruchtbare planeten. Zij zijn de dragers, verspreiders en behoeders van het leven zoals dit op de evolutionaire werelden in de ruimte verschijnt. Alle leven van de op Urantia bekende orde en vormen verschijnt met deze Zonen, ofschoon niet alle vormen van planetair leven op Urantia voorkomen.

36:3.2

Het korps Levendragers dat de opdracht krijgt het leven op een nieuwe wereld te implanteren, bestaat gewoonlijk uit honderd senioren, honderd assistenten, en duizend beheerders. De Levendragers brengen vaak echt levensplasma naar een nieuwe wereld, maar niet altijd. Soms organiseren zij de levenspatronen na aankomst op de hun toegewezen wereld, volgens tevoren goedgekeurde formules voor een nieuwe avontuur in het vestigen van leven. Zo is ook de oorsprong van het planetaire leven op Urantia geweest.

36:3.3

Wanneer, in overeenstemming met goedgekeurde formules, de fysische patronen zijn verschaft, dan katalyseren de Levendragers dit levenloze materiaal door er via hun persoon de vitale geest-vonk op over te brengen; meteen worden deze inerte patronen dan levende materie.

36:3.4

De vitale vonk—het mysterie van het leven—wordt geschonken via de Levendragers, maar niet door hen. Zij hebben inderdaad de supervisie over deze verrichtingen, zij formuleren het eigenlijke levensplasma, maar de Moeder-Geest van het Universum is degene die de essentiële factor van het levende plasma verschaft. Van de Scheppende Dochter van de Oneindige Geest komt de energie-vonk welke het lichaam tot leven brengt en de voorbode is van bewustzijn.

36:3.5

Bij de schenking van leven brengen de Levendragers niets van hun persoonlijke natuur over, zelfs niet op de werelden waar nieuwe levensorden worden ontworpen. Op deze momenten geven zij eenvoudig de aanzet tot de levensvonk en brengen die over, brengen zij de vereiste rondwentelingen van de materie op gang in overeenstemming met de fysische, chemische, en electrische specificaties van de verordineerde ontwerpen en patronen. Levendragers zijn levende katalyserende wezens die de overigens inerte elementen van de materiële orde van bestaan in beweging brengen, organiseren en vitaliseren.

36:3.6

De Levendragers van een planetair korps krijgen een bepaalde tijd om het leven op een nieuwe wereld te vestigen, ongeveer een half miljoen jaar in de tijdrekening van die planeet. Aan het einde van deze periode, hetgeen wordt aangegeven door bepaalde bereikte niveaus in de ontwikkeling van het planetaire leven, staken zij hun verdere pogingen tot het inplanteren van leven en hierna mogen zij niets nieuws of supplementairs toevoegen aan het leven op die planeet.

36:3.7

Gedurende de tijdperken tussen het vestigen van het leven en de wording van menselijke schepselen van morele status, is het de Levendragers vergund de omgeving van het leven te manipuleren en ook anderszins de loop der biologische evolutie in een gunstige richting te leiden. Dit doen zij dan ook gedurende lange tijd.

36:3.8

Wanneer de Levendragers die op een nieuwe wereld werkzaam zijn, er eenmaal in zijn geslaagd een wezen met wil voort te brengen, een wezen dat de kracht heeft om morele beslissingen te nemen en geestelijke keuzen te doen, dan eindigt hun werk op dat ogenblik—zij zijn klaar; zij mogen het zich ontwikkelende leven niet verder manipuleren. Vanaf dit punt moet de evolutie van levende dingen voortgaan in overeenstemming met de eigen natuur en neigingen die reeds zijn geschonken aan, en vastgelegd in, de levensformules en -patronen van die planeet. Het is de Levendragers niet toegestaan zich te mengen in, of te experi- menteren met de wil; zij mogen morele schepselen niet overheersen of willekeurig be- invloeden.

36:3.9

Bij de komst van een Planetaire Vorst maken zij zich gereed om te vertrekken, hoewel twee van de oudere Levendragers en twaalf beheerders zich, na tijdelijke geloften van afstand, mogen aanbieden om voor onbepaalde tijd op de planeet te blijven als adviseurs inzake de verdere ontwikkeling en bescherming van het levensplasma. Twee van deze Zonen en hun twaalf assistenten doen thans dienst op Urantia.


◄ 36:2
 
36:4 ►