De aan universa voorafgaande manipulaties van de ruimte-Paradijskracht en de oer-ener-gieën zijn het werk van de Meester-Krachtorganisatoren van het Paradijs; in de domeinen van superuniversa, wanneer wordende energie responsief wordt op de plaatselijke of lineaire zwaartekracht, trekken dezen zich echter terug ten gunste van de krachtdirigenten van het betrokken superuniversum.
Deze krachtdirigenten functioneren in de premateriële en post-Paradijskracht-scheppingsfasen van een plaatselijk universum op zichzelf. Er bestaat geen gelegenheid voor een Schepper-Zoon met de organisatie van een universum te beginnen, voordat de krachtdirigenten de ruimte-energieën in voldoende mate hebben gemobiliseerd om hem een materiële grondslag te verschaffen voor het universum in wording—concrete zonnen en materiële werelden.
De plaatselijke universa hebben alle ongeveer hetzelfde potentieel aan energie, ofschoon zij sterk verschillen in fysische dimensies en van tijd tot tijd ook een verschillende inhoud aan zichtbare materie kunnen hebben. De krachtlading en het vermogen aan potentiële materie van een plaatselijk universum worden bepaald zowel door de bewerkingen van de krachtdirigenten en hun voorgangers, als door de activiteiten van de Schepper-Zoon en door de inherente fysische controle waarmee zijn scheppende deelgenote is begiftigd.
De energielading van een plaatselijk universum is ongeveer het honderdduizendste deel van het vermogen aan Paradijskracht van het betrokken superuniversum. In het geval van Nebadon, uw plaatselijk universum, is de massa-materialisatie iets minder. In fysisch opzicht bezit Nebadon evenveel fysische energie en materie als in iedere plaatselijke schepping in Orvonton kan worden aangetroffen. De enige fysische beperking aan de ontwikkelingsexpansie van het universum Nebadon bestaat in de kwantitatieve lading van ruimte-energie die wordt vastgehouden door de zwaartekrachtbeheersing door onderling verbonden krachten en persoonlijkheden van het gecombineerde universum-mechanisme.
Wanneer energie-materie een bepaald stadium in de massa-materialisatie heeft bereikt, verschijnt er een Schepper-Zoon uit het Paradijs ten tonele, vergezeld van een Scheppende Dochter van de Oneindige Geest. Gelijktijdig met de aankomst van de Schepper-Zoon wordt een aanvang gemaakt met het werk aan de architectonische wereld die de hoofdkwartierwereld van het geprojecteerde plaatselijk universum moet worden. De evolutie van zulk een plaatselijk universum duurt eeuwen lang, zonnen worden stabiel, planeten vormen zich en gaan in hun kringlopen wentelen, terwijl ook het werk doorgaat van de schepping van architectonische werelden die als hoofdkwartieren van de constellaties en hoofdwerelden van de stelsels moeten dienen.