De secorafijnse heerscharen worden voortgebracht door de zeven Reflectieve Geesten die zijn toegewezen aan het hoofdkwartier van ieder superuniversum. Er ligt een zeer bepaalde Paradijs-responsieve techniek ten grondslag aan de schepping van deze engelen in groepen van zeven. Ieder zevental omvat altijd één primaire, drie secundaire, en drie tertiaire seconafijnen: zij personaliseren altijd precies in deze verhouding. Als er zeven van deze seconafijnen zijn geschapen, wordt er één, de primaire, toegevoegd aan de dienst van de Ouden der Dagen. De drie secundaire engelen worden verbonden aan drie groepen bestuurders in de superregeringen, die van het Paradijs afkomstig zijn: de Goddelijke Raadslieden, de Volmakers der Wijsheid en de Universele Censors. De drie tertiaire engelen worden verbonden aan de opgaande getrinitiseerde medewerkers van de bestuurders der superuniversa: de Machtige Boodschappers, de Hoge Gezagsdragers, en Degenen zonder Naam en Getal.
Deze seconafijnen van de superuniversa zijn de afstammelingen van de Reflectieve Geesten, en daarom is reflectiviteit inherent in hun natuur. Zij reageren reflectief op alles in iedere fase van alle schepselen die afstammen van de Derde Bron en Centrum en van de Schepper-Zonen uit het Paradijs, doch de wezens en entiteiten, persoonlijke of andere, die uitsluitend hun oorsprong hebben in de Eerste Bron en Centrum, reflecteren zij niet rechtstreeks. Wij zijn in het bezit van vele blijken van het daadwerkelijk bestaan van de universele inlichtingencircuits van de Oneindige Geest, doch zelfs indien wij geen ander bewijs zouden hebben, zouden de reflectieve verrichtingen van de seconafijnen meer dan voldoende zijn om de werkelijkheid van de universele aanwezigheid van het oneindige bewustzijn van de Vereend Handelende Geest aan te tonen.