De rustbereiders zijn de inspecteurs van het Paradijs die van het centrale Eiland uitgaan naar het binnenste circuit van Havona om daar samen te werken met hun collega’s, de complementen van rust van de secundaire orde der supernafijnen. Het enige dat essentieel is voor het genieten van het Paradijs is rust, goddelijke rust; deze rustbereiders zijn dan ook de laatste leermeesters die de pelgrims uit de tijd voorbereiden om ingeleid te worden in de eeuwigheid. Zij beginnen hun werk op de laatste cirkel die in het centrale universum kan worden bereikt en gaan ermee door wanneer de pelgrim ontwaakt uit de laatste overgangsslaap, de sluimering die een schepsel uit de ruimte bevordert tot het rijk der eeuwigheid.
Rust is van zevenvoudige aard: er is de rust van de slaap en van het spel in de lagere orden van het leven, ontdekking bij de hogere wezens, en godsverering bij het hoogste type geestelijke persoonlijkheid. Er is ook de normale rust van het opnemen van energie, het opnieuw opladen van wezens met fysische of geestelijke energie. En dan is er nog de slaap tijdens het transport, de onbewuste sluimering wanneer men door een serafijn is opgenomen en van de ene wereld naar een andere wordt vervoerd. Geheel verschillend van al deze vormen is de diepe slaap der metamorfose, de rust van de overgang van het ene stadium van zijn naar een ander, van het ene leven naar een ander, van de ene bestaanstoestand naar een andere, de slaap waarvan de overgang in daadwerkelijke universum-status altijd vergezeld gaat, dit in tegenstelling tot de evolutionaire ontwikkelingsgang door verschillende stadia binnen een bepaalde status.
Doch de laatste metamorfose-slaap houdt meer in dan de voorgaande overgangssluimeringe n die het bereiken van de opeenvolgende staten op de weg naar omhoog hebben aangegeven; met deze slaap overschrijden de schepselen van tijd en ruimte immers de uiterste binnengrenzen van het tijdelijke en ruimtelijke, teneinde residentiële status te bereiken in de tijd- en ruimteloze verblijven van het Paradijs. De rustbereiders en de complementen van rust zijn van even wezenlijk belang voor deze transcenderende metamorfose, als de serafijnen en de wezens die met hen samenwerken voor de overleving van de dood van het sterfelijke schepsel.
Ge gaat deze rust in op het laatste Havona-circuit en wordt voor eeuwig opgewekt op het Paradijs. En als ge daar geestelijk repersonaliseert, zult ge de rustbereider die u op de eeuwige kusten verwelkomt onmiddellijk herkennen als dezelfde primaire supernafijn die de laatste slaap op het binnenste circuit van Havona teweegbracht; ge zult u dan ook uw laatste grote geloofsdaad herinneren toen ge u opnieuw opmaakte om de hoede over uw identiteit in handen te leggen van de Universele Vader.
De laatste rust in de tijd hebt ge genoten; de laatse overgangsslaap hebt ge doorgemaakt; nu ontwaakt ge tot het eeuwig leven op de kusten van het eeuwig verblijf. ‘En er zal geen slaap meer zijn. De tegenwoordigheid van God en van zijn Zoon zijn voor uw aangezicht, en ge zijt voor eeuwig zijn dienaren; ge hebt zijn gelaat aanschouwd en zijn naam is uw geest. Daar zal geen nacht meer zijn; en zij hebben het licht der zon niet nodig, want de Grote Bron en Centrum geeft hun licht; zij zullen voor immer en eeuwig leven. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen; er zal geen dood meer zijn, noch verdriet en wenen, ook zal er geen pijn meer zijn, want de vorige dingen zijn voorbijgegaan.’