◄ 20:8
Verhandeling 20
20:10 ►

De Paradijs-Zonen van God

9. Planetair dienstbetoon van Dagelingen

20:9.1

Wanneer de loop der gebeurtenissen op een evolutionaire wereld aangeeft dat de tijd rijp is om een geestelijk tijdperk in te luiden, bieden de Leraar-Zonen van de Triniteit zich altijd voor dit dienstbetoon aan. Ge zijt niet bekend met deze orde van zonen omdat Urantia nog nooit een geestelijk tijdperk, een millennium van kosmische verlichting, heeft meegemaakt. Doch de Leraar-Zonen bezoeken nu reeds uw wereld, ten einde plannen uit te werken betreffende hun voorgenomen verblijf op uw wereld. Zij worden op Urantia verwacht wanneer de bevolking zich relatief zal hebben bevrijd uit de kluisters van dierlijkheid en de boeien van het materialisme.

20:9.2

Leraar-Zonen van de Triniteit zijn in geen enkel opzicht betrokken bij het beëindigen van planetaire dispensaties. Zij oordelen niet over de doden en brengen evenmin de levenden over, doch op iedere planetaire missie worden zij vergezeld door een Magistraat-Zoon die deze diensten verricht. Leraar-Zonen houden zich geheel bezig met het doen aanvangen van een geestelijk tijdperk, met de dageraad van het tijdvak van geestelijke werkelijkheden op een evolutionaire planeet. Zij maken de geestelijke tegenhangers van materiële kennis en de wijsheid van de tijd reëel.

20:9.3

De Leraar-Zonen blijven gewoonlijk duizend jaar op de planeten die zij visiteren, naar de tijdrekening van deze werelden. Eén Leraar-Zoon heeft de leiding van het planetaire duizendjarig rijk en wordt bijgestaan door zeventig medewerkers van zijn orde. De Dagelingen incarneren niet en materialiseren zich ook niet anderszins zodanig dat zij zichtbaar zouden zijn voor sterfelijke wezens; daarom wordt het contact met de wereld van hun visitatie onderhouden door middel van de activiteiten van de Schitterende Avondsterren, persoonlijkheden uit het plaatselijk universum die in verbinding staan met de Leraar-Zonen van de Triniteit.

20:9.4

De Dagelingen kunnen vele malen naar een bewoonde wereld terugkeren, en na hun laatste missie zal de planeet worden ingeleid in de bestendigde status van een wereld in licht en leven, het evolutionaire doel van alle door stervelingen bewoonde werelden in het huidige universum-tijdperk. Het Korps der Stervelingen van de Volkomenheid heeft veel te maken met de werelden die bestendigd zijn in licht en leven, en hun planetaire activiteiten raken aan die van de Leraar-Zonen. Sterker nog, de gehele orde der Dagelingen-zonen is nauw verbonden met alle fasen van activiteiten van volkomenen in de evolutionaire scheppingen in tijd en ruimte.

20:9.5

De Leraar-Zonen van de Triniteit schijnen zich zo volledig te hebben vereenzelvigd met het regime van de vooruitgang der stervelingen gedurende de vroegste stadia der evolutionaire opklimming, dat wij ons vaak afvragen of zij ook mogelijkerwijs met de volkomenen zullen samenwerken bij hun nog niet onthulde loopbaan in de toekomstige universa. Wij zien dat de bestuurders van de superuniversa ten dele persoonlijkheden van Triniteitsoorsprong zijn, en ten dele opklimmende evolutionaire schepselen die door de Triniteit zijn omhelsd. Wij geloven vast dat de Leraar-Zonen en de volkomenen thans bezig zijn de ervaring te verwerven van hun associatie in de tijd, die wellicht de vooropleiding is om hen voor te bereiden op een nauwe samenwerking bij bepaalde nog niet geopenbaarde arbeid, waarvoor zij in de toekomst zijn bestemd. Op Uversa geloven wij dat wanneer de superuniversa uiteindelijk bestendigd zullen zijn in licht en leven, deze Leraar-Zonen uit het Paradijs, die zo grondig vertrouwd zijn geraakt met de problemen van de evolutionaire werelden en zo lang verbonden zijn geweest met de loopbaan van evolutionaire stervelingen, waarschijnlijk zullen worden overgeplaatst teneinde een eeuwige associatie met het Paradijs-Korps der Volkomenheid te vormen.


◄ 20:8
 
20:10 ►