◄ 20:6
Verhandeling 20
20:8 ►

De Paradijs-Zonen van God

7. De Leraar-Zonen van de Triniteit

20:7.1

Deze zeer persoonlijke en zeer geestelijke Paradijs-Zonen worden tot aanzijn gebracht door de Paradijs-Triniteit. Zij staan in Havona bekend als de orde der Dagelingen. In Orvonton staan zij bekend als Leraar-Zonen van de Triniteit, zo genoemd vanwege hun afkomst. Op Salvington worden zij soms de Geestelijke Zonen uit het Paradijs genoemd.

20:7.2

De Leraar-Zonen nemen voortdurend in aantal toe. Bij de laatste universele telling die werd uitgezonden, bedroeg het aantal dezer Triniteitszonen dat werkzaam was in het centrale univer- sum en in de superuniversa iets meer dan eenentwintig miljard, buiten de reserves op het Paradijs waartoe meer dan een derde van alle bestaande Leraar-Zonen van de Triniteit behoren.

20:7.3

De orde der Dagelingen-zonen vormt geen organiek onderdeel van het bestuur der plaatselijke of superuniversa. De leden van deze orde zijn scheppers noch redders, en evenmin rechters of regeerders. Zij houden zich niet zozeer bezig met het bestuur van de universa, als wel met hun morele verlichting en geestelijke ontwikkeling. Zij zijn de universele opvoeders en wijden zich aan de geestelijke opwekking en morele leiding van alle gebieden. Hun dienstbetoon staat in innige wederzijdse betrekking tot dat van de persoonlijkheden van de Oneindige Geest en is nauw verbonden met de opklimming van geschapen wezens naar het Paradijs.

20:7.4

Deze Zonen der Triniteit hebben deel aan de gecombineerde naturen van de drie Godheden op het Paradijs, maar in Havona lijken zij meer de natuur van de Universele Vader te weerspiegelen. In de superuniversa lijken zij de natuur van de Eeuwige Zoon uit te beelden, terwijl zij in de plaatselijke scheppingen het karakter van de Oneindige Geest lijken te vertonen. In alle universa zijn zij de belichaming van dienstbetoon en de kiesheid van wijsheid.

20:7.5

Anders dan hun Paradijs-broeders, de Michaels en de Avonals, ontvangen de Leraar-Zonen van de Triniteit geen vooropleiding in het centrale universum. Zij worden rechtstreeks naar de hoofdkwartieren van de superuniversa gezonden en van daaruit aangesteld om dienst te doen in een plaatselijk universum. In hun dienstbetoon aan deze evolutionaire gebieden maken zij gebruik van de gezamenlijke geestelijke invloed van een Schepper-Zoon en de Magistraat-Zonen die met hem meewerken, want de Dagelingen bezitten geen geestelijke aantrekkingskracht van en uit zichzelf.


◄ 20:6
 
20:8 ►