Er volgden nu een paar drukke dagen in het kamp bij Pella; de voorbereidingen voor de missie door Perea werden voltooid. Jezus en zijn metgezellen zouden weldra aan hun laatste zendingstocht beginnen, de rondreis door geheel Perea die drie maanden zou duren en pas eindigde toen de Meester Jeruzalem inging voor zijn laatste arbeid op aarde. Gedurende deze gehele periode bleef het hoofdkwartier van Jezus en de twaalf apostelen hier in het kamp bij Pella.
Het was niet meer nodig dat Jezus erop uittrok om de mensen te onderrichten. Zij kwamen nu in een wekelijks groeiend aantal tot hem uit alle streken, niet alleen uit Palestina, maar uit de gehele Romeinse wereld en uit het Nabije Oosten. Ofschoon Jezus met de zeventig meewerkte in de tocht door Perea, bracht hij toch een groot deel van zijn tijd door in het kamp bij Pella, waar hij de menigte leerde en onderricht gaf aan de twaalf. Gedurende deze gehele periode van drie maanden bleven er tenminste tien van de apostelen bij Jezus.
Het vrouwenkorps trof ook voorbereidingen om er twee aan twee met de zeventig op uit te gaan om in de grotere steden van Perea te werken. Deze oorspronkelijke groep van twaalf vrouwen had onlangs een groter korps van vijftig vrouwen opgeleid voor huisbezoek en in de kunst om de zieken en beproefden te verzorgen. Perpetua, de vrouw van Petrus, werd lid van deze nieuwe afdeling van het vrouwenkorps en haar werd onder Abner de leiding van dit meer uitgebreide werk van de vrouwen toevertrouwd. Na Pinksteren bleef zij bij haar vermaarde echtgenoot en vergezelde hem op al zijn zendingstochten; en op de dag dat Petrus te Rome werd gekruisigd, werd zij in de arena voor de wilde dieren geworpen. Dit nieuwe vrouwenkorps had onder zijn leden ook de vrouwen van Filippus en Matteüs en de moeder van Jakobus en Johannes.
Men maakte zich nu gereed om te beginnen aan de laatste fase van het werk voor het koninkrijk onder de persoonlijke leiding van Jezus. En deze fase werd gekenmerkt door geestelijke diepgang, in tegenstelling tot de op wonderen en mirakelen beluste scharen die achter de Meester aantrokken in de vroegere periode van zijn populaiteit in Galilea. Heel veel van zijn volgelingen waren echter nog materieel ingesteld, en vermochten niet de waarheid te vatten dat het koninkrijk des hemels de geestelijke broederschap der mensen is, gegrond op het eeuwige feit van het universele vaderschap van God.
Nederlandse vertaling © Stichting Urantia. Alle rechten voorbehouden.