◄ 160:4
Verhandeling 160
161:0 ►

Rodan van Alexandrië

5. De religie van het ideaal

160:5.1

Ge hebt mij gezegd dat uw Meester de individuele ervaring met geestelijke realiteiten als de ware religie van de mens beschouwt. Ik heb religie beschouwd als ’s mensen ervaring dat hij reageert op iets dat hij de hulde en toewijding van de gehele mensheid waardig acht. In deze zin symboliseert religie onze allerhoogste toewijding aan datgene wat onze hoogste opvatting vormt van de idealen der realiteit en het verste bereik van ons denken over eeuwige vooruitzichten die geestelijk bereikt kunnen worden.

160:5.2

Wanneer mensen op religie reageren in de tribale, nationale of raciale zin, komt dat doordat zij mensen buiten hun groep niet als waarlijk menselijk beschouwen. Wij beschouwen het object van onze religieuze loyaliteit altijd als aller mensen eerbied waardig. Religie kan nooit alleen maar een zaak zijn van verstandelijk geloof of filosofische redenering; religie is immer en altijd een wijze van reageren op levenssituaties, ze is een soort gedrag. Religie behelst eerbiedig denken, voelen en handelen met betrekking tot een realiteit die we waardig achten om universeel aanbeden te worden.

160:5.3

Wanneer iets tot religie is geworden in uw ervaring, is het vanzelfsprekend dat ge reeds een actieve evangelist van die religie bent geworden, aangezien ge de allerhoogste conceptie in uw religie de verering van de gehele mensheid waardig acht, ja van alle denkende wezens in het universum. Indien ge niet een positieve, zendingsevangelist van uw religie bent, hebt ge uzelf misleid in de zin dat wat gij religie noemt, niet meer dan een traditioneel geloof is, of niet meer dan een intellectueel filosofisch systeem. Indien uw religie een geestelijke ervaring is, moet het voorwerp van uw verering de universele geest-realiteit zijn en het universele ideaal van al uw vergeestelijkte ideeën. Alle religies die gebaseerd zijn op vrees, emotie, traditie en filosofie, noem ik de intellectuele religies, terwijl ik de religies die gegrond zijn op echte geest-ervaring de ware religies zou willen noemen. Het voorwerp van religieuze toewijding kan materieel of geestelijk zijn, waar of onwaar, werkelijk of onwerkelijk, menselijk of goddelijk. Religies kunnen daarom of goed of kwaad zijn.

160:5.4

Ethiek en religie zijn niet noodzakelijkerwijs hetzelfde. Een ethisch systeem kan tot een religie worden wanneer het een voorwerp van verering gaat omvatten. Een religie die niet langer een universeel beroep vermag te doen op de loyaliteit en de allerhoogste toewijding van haar aanhangers, kan zich ontwikkelen tot een filosofisch systeem of een morele code. Deze zaak, het wezen, de staat, de bestaansorde, of de mogelijkheid die bereikt kan worden, al wat het allerhoogste ideaal van de religieuze loyaliteit vormt en de ontvanger is van de religieuze devotie van degenen die aanbidden, is God. Welke naam ook gegeven wordt aan dit ideaal van geest-realiteit, het is God.

160:5.5

De sociale kenmerken van een echte religie bestaan in het feit dat zij steevast tracht de individuele mens te bekeren en de wereld te transformeren. Religie impliceert het bestaan van nog onontdekte idealen die ver boven de bekende standaarden van ethiek en moraal uitstijgen, zelfs zoals deze zijn belichaamd in de hoogste sociale gebruiken van de meest gerijpte instellingen der beschaving. Religie reikt naar nog onontdekte idealen, nog onverkende werkelijkheden, bovenmenselijke waarden, goddelijke wijsheid, en het bereiken van echte geest-niveaus. Echte religie doet al deze dingen: geen andere overtuigingen zijn het waard religie genoemd te worden. Er bestaat geen echte geestelijke religie zonder het hoge, verheven ideaal van een eeuwige God. Een religie zonder deze God is een uitvinding van de mens, een menselijke institutie van levenloze, intellectuele geloofsvormen en betekenisloze, emotionele ceremoniën. Een religie zou een hoog ideaal als voorwerp van haar devotie kunnen verkondigen. Dergelijke idealen van irrealiteit zijn echter niet haalbaar, zulk een idee is illusionair. De enige idealen die voor de mens bereikbaar zijn, zijn de goddelijke realiteiten van de oneindige waarden die berusten in het geestelijke feit van de eeuwige God.

160:5.6

Het woord God, de idee God tegenover het ideaal God, kan een deel worden van iedere religie, hoe kinderlijk of onjuist die religie ook moge zijn. En deze idee van God kan alles worden wat degenen die haar hebben, verkiezen ervan te maken. De lagere religies vormen hun ideeën over God zodanig, dat ze tegemoet komen aan de natuurlijke staat van het menselijk hart; de hogere religies eisen dat het hart van de mens zich verandert, zodat het aan de eisen van de idealen van ware religie voldoet.

160:5.7

De religie van Jezus gaat al onze vroegere opvattingen van de idee van godsverering te boven, doordat hij zijn Vader niet alleen afschildert als het ideaal van oneindige realiteit, maar ook stellig verklaart dat deze goddelijke bron van waarden en eeuwig centrum van het universum waarlijk persoonlijk bereikbaar is voor ieder sterfelijk schepsel dat verkiest het koninkrijk des hemels hier op aarde binnen te gaan, daarmede te kennen gevend dat hij zijn zoonschap bij God en zijn broederschap met de mensen aanvaardt. Ik meen te mogen beweren dat dit de hoogste opvatting van religie is die de wereld ooit heeft gekend, en ik ben van oordeel dat er nooit een hogere zal kunnen zijn, omdat dit evangelie de oneindigheid van realiteiten, de goddelijkheid van waarden, en de eeuwigheid van wat universeel bereikt kan worden, omvat. Zulk een conceptie vormt het bereiken van de ervaring van het idealisme van het allerhoogste en het ultieme.

160:5.8

Ik ben niet alleen geboeid door de volkomenheid van de idealen van deze religie van uw Meester, maar ik voel ook een sterke behoefte om mijn geloof uit te spreken in zijn boodschap dat deze idealen van geest-realiteit bereikbaar zijn; dat gij en ik aan dit lange, eeuwige avontuur kunnen beginnen met zijn verzekering dat het vaststaat dat wij uiteindelijk bij de poorten van het Paradijs zullen aankomen. Broeders, ik ben een gelovige, ik ben op weg gegaan, ik ben met u onderweg in dit avontuur der eeuwigheid. De Meester zegt dat hij van de Vader komt, en dat hij ons de weg zal wijzen. Ik ben er ten volle van overtuigd dat hij de waarheid spreekt. Ik ben er definitief van overtuigd dat er los van de eeuwige Universele Vader, geen bereikbare idealen van realiteit of volmaakte waarden bestaan.

160:5.9

Ik kom hier dus niet alleen de God van bestaansvormen vereren, maar de God van de mogelijkheid van alle toekomstige bestaansvormen. Daarom moet uw toewijding aan een allerhoogst ideaal, indien dat ideaal werkelijk is, de toewijding zijn aan deze God van de vroegere, huidige en toekomende universa van dingen en wezens. En er is geen andere God, want er kan onmogelijk een andere God zijn. Alle andere goden zijn verdichtsels van de verbeelding, illusies van het sterfelijk bewustzijn, vertekeningen door valse logica, en voor degenen die ze scheppen, zijn het afgoden waarmee zij zichzelf bedriegen. Ja, ge kunt een religie hebben zonder deze God, maar deze betekent niets. Wanneer ge tracht het woord God in de plaats te stellen van de realiteit van dit ideaal van de levende God, brengt ge uzelf slechts op een dwaalspoor, want dan stelt ge een idee in de plaats van een ideaal, een goddelijke realiteit. Zulke geloofsopvattingen zijn niet meer dan religies van de wensende verbeelding.

160:5.10

Ik zie de leer van Jezus als religie op zijn best. Dit evangelie stelt ons in staat de ware God te zoeken en hem te vinden. Maar zijn wij bereid de prijs te betalen voor dit binnentreden in het koninkrijk des hemels? Zijn wij bereid opnieuw geboren te worden? Om herschapen te worden? Zijn wij bereid ons te onderwerpen aan dit vreselijke proces van zelfbeproeving, van zelfvernietiging en wederopbouw van de ziel? Heeft de Meester niet gezegd: ‘Wie zijn leven wil behouden, moet het verliezen. Meen niet dat ik gekomen ben om vrede te brengen maar veeleer zielestrijd’? Maar het is waar, wanneer we de prijs hebben betaald van onze toewijding aan de wil van de Vader, ervaren we inderdaad grote vrede, mits we blijven wandelen op deze geestelijke wegen van geheiligd leven.

160:5.11

Nu verzaken wij waarlijk de bekoring van de bekende bestaansorde, terwijl wij zonder voorbehoud onze queeste wijden aan de bekoring van de onbekende, onverkende bestaansorde van een toekomstig leven van avontuur in de geest-werelden van het hogere idealisme der goddelijke realiteit. En wij zoeken naar de betekenis-symbolen waarmee wij aan onze medemensen deze begrippen van de realiteit van het idealisme van de religie van Jezus duidelijk kunnen maken, en wij zullen niet ophouden te bidden om de dag wanneer de hele mensheid met geestdrift zal zijn vervuld door het gemeenschappelijke visioen van deze allerhoogste waarheid. Op dit ogenblik is het gefocaliseerde begrip van de Vader zoals wij het in ons hart bewaren, het begrip dat God geest is, en zoals wij het aan onze medemensen duidelijk maken, het begrip dat God liefde is.

160:5.12

De religie van Jezus eist levende, geestelijke ervaring. Andere religies mogen bestaan in traditionele geloofsopvattingen, emotionele gevoelens, filosofisch bewustzijn en zo meer, maar de leer van de Meester vraagt het bereiken van actuele niveaus van reële geest-voortgang.

160:5.13

Het zich bewust zijn van de impuls om zoals God te zijn, is geen echte religie. De gevoelens van het bewogen worden om God te aanbidden zijn geen echte religie. Het kennen van de overtuiging dat men zichzelf moet verzaken en God moet dienen is geen echte religie. De wijsheid in de redenering dat deze religie de allerbeste is, is geen religie als persoonlijke, geestelijke ervaring. Ware religie heeft betrekking op onze bestemming en de realiteit van het bereiken daarvan, evenals op de realiteit en het idealisme van datgene wat van ganser harte in geloof wordt aanvaard. En dit alles moet voor ons persoonlijk gemaakt worden door de openbaring van de Geest van Waarheid.

160:5.14

Zo eindigden de verhandelingen van de Griekse filosoof die tot de grootsten van zijn volk behoorde en was gaan geloven in het evangelie van Jezus.


◄ 160:4
 
Verhandeling 161 ►
 

Nederlandse vertaling © Stichting Urantia. Alle rechten voorbehouden.