Hoewel de schepping en de organisatie van universa eeuwig onder de controle blijven van de oneindige Scheppers en hun medewerkers, verloopt dit gehele verschijnsel volgens een verordineerde techniek en overeenkomstig de zwaartekrachtwetten voor kracht, energie, en materie. Maar er is iets geheimzinnigs aan de universele Paradijskrachtlading van de ruimte; wij begrijpen de organisatie van de materiële scheppingen vanaf het ultimatonische stadium heel goed, maar de kosmische voorgeschiedenis van de ultimatons begrijpen wij niet geheel. Wij zijn ervan overtuigd dat de krachten waaruit de ultimatons voortkomen een Paradijs-oorsprong hebben, want bij hun rondwenteling door de doordrongen ruimte volgen zij immer precies de gigantische contouren van het Paradijs. Ofschoon deze krachtlading van de ruimte niet reageert op de Paradijs-zwaartekracht, reageert deze voorloper van alle materialisatie altijd op de aanwezigheid van de onderzijde van het Paradijs, want zij wordt blijkbaar vanuit het centrum van de onderzijde van het Paradijs in omloop gebracht en daar ook weer opgenomen.
De krachtorganisatoren van het Paradijs zetten ruimtepotentie om in oerkracht en ontwikkelen dit premateriële potentieel tot de primaire en secundaire energiemanifestaties der fysische werkelijkheid. Wanneer deze energie niveaus bereikt waar zij reageert op zwaartekracht, verschijnen de krachtdirigenten en hun medewerkers van het regime van de super-universa ten tonele, en zetten hun nooit aflatende manipulaties in die bedoeld zijn om de veelvuldige krachtcircuits en energiekanalen van de universa in tijd en ruimte tot stand te brengen. Zo verschijnt fysische materie in de ruimte, en zo wordt alles in gereedheid gebracht voor de aanvang van de organisatie van universa.
Deze segmentering van de energie is een verschijnsel waarvoor de natuurkundigen van Nebadon nooit een verklaring hebben gevonden. Hun voornaamste moeilijkheid daarbij is gelegen in de betrekkelijke ontoegankelijkheid van de krachtorganisatoren van het Paradijs, want ofschoon de levende krachtdirigenten in staat zijn om ruimte-energie te bewerken, hebben zij niet het minste idee van de oorsprong van de energieën die zij zo bekwaam en intelligent manipuleren.
De krachtorganisatoren van het Paradijs zijn de voortbrengers van nevels: zij zijn in staat om in hun omgeving in de ruimte de aanzet te geven tot de geweldige krachtcyclonen die, eenmaal op gang gebracht, niet meer gestopt of beperkt kunnen worden totdat de aldoordringende krachten zijn gemobiliseerd ten behoeve van de uiteindelijke verschijning van de ultimatonische eenheden van de materie van het universum. Zo worden de spiraal- en andere nevels tot aanzijn gebracht, de moeder-wielen van de zonnen die met hun verschillende stelsels rechtstreeks van hen afstammen. In de buiten-ruimte kunnen tien verschillende nevelvormen worden aangetroffen, fasen van de primaire evolutie van universa, en deze ontzaglijke energiewielen zijn op dezelfde wijze ontstaan als die in de zeven superuniversa.
Nevels verschillen sterk in grootte, en in het resulterende aantal en verzamelde massa van hun nakomelingschap aan sterren en planeten. Een zonnenvormende nevel juist ten noorden van de grenzen van Orvonton, maar nog binnen het ruimteniveau van het superuniversum, heeft bij benadering reeds veertigduizend zonnen doen ontstaan, en het moederwiel werpt nog steeds zonnen af, merendeels vele malen groter dan uw zon. Sommige van de grotere nevels in de buiten-ruimte brengen wel honderd miljoen zonnen voort.
Nevels staan niet in rechtstreeks verband met enigerlei bestuurlijke eenheid zoals de kleine sectoren of de plaatselijke universa, ofschoon sommige plaatselijke universa georganiseerd zijn uit de voortbrengselen van één enkele nevel. Ieder plaatselijk universum omvat precies één honderdduizendste deel van de totale energielading van een superuniversum, ongeacht zijn betrekking tot een nevel, want energie is niet georganiseerd in nevels—zij wordt universeel gedistribueerd.
Niet alle spiraalnevels zijn bezig met het voortbrengen van zonnen. Sommige hebben de beheersing over veel van hun afgescheiden, stellaire nakomelingen behouden, en hun spiraalvormig uiterlijk ontstaat door het feit dat hun zonnen in dichte formatie de nevelarm verlaten, maar langs verschillende routes terugkeren, waardoor zij gemakkelijk op één punt waargenomen kunnen worden, maar moeilijker te zien zijn wanneer ze wijd verspreid terugkomen langs hun verschillende routes verder van de arm van de nevel vandaan. In Orvonton zijn er momenteel niet veel zonnenvormende nevels actief, ofschoon Andromeda die buiten het bewoonde superuniversum is gelegen, wel zeer actief is. Deze verre nevel is voor het blote oog zichtbaar, en wanneer ge haar ziet, bedenkt dan dat het waargenomen licht deze verre zonnen bijna een miljoen jaar geleden heeft verlaten.
Uw Melkwegstelsel bestaat uit ontzaglijke aantallen voorheen spiraalvormige en andere nevels, en vele daarvan hebben nog steeds hun oorspronkelijke configuratie behouden. Tengevolge echter van inwendige catastrofes en uitwendige aantrekkingskracht hebben vele een dusdanige vervorming en herschikking ondergaan, dat deze enorme opeenhopingen zich vertonen als gigantische lichtende massa’s laaiende zonnen, zoals de Magalhäese Wolk. Sterrenhopen van het bolvormige type hebben de overhand aan de buitenranden van Orvonton.
De geweldige sterrenwolken van Orvonton moeten beschouwd worden als individuele opeenhopingen van materie, vergelijkbaar met de afzonderlijke nevels die waarneembaar zijn in de ruimtegebieden buiten het Melkwegstelsel. Veel van de zogenaamde sterrenwolken in de ruimte bestaan echter alleen uit gasvormig materiaal. Het energiepotentieel van deze stellaire gaswolken is ongelooflijk groot, en een gedeelte ervan wordt door zonnen in de buurt opgenomen en opnieuw de ruimte ingezonden als zonnestraling.