Omstreeks deze tijd groeide er onder de apostelen en hun naaste discipel-medewerkers een toestand van grote nerveuze en emotionele spanning. Ze waren er eigenlijk nog niet aan gewend om met elkaar te leven en te werken. Het viel hun steeds moeilijker de verhouding met de discipelen van Johannes harmonisch te houden. De omgang met de niet-Joden en de Samaritanen was een grote beproeving voor deze Joden. En naast dit alles hadden de uitspraken die Jezus kortgeleden had gedaan de verwarring in hun denken nog versterkt. Andreas was bijna buiten zichzelf: hij wist niet wat hij doen moest en dus ging hij met zijn verwarrende problemen naar de Meester. Toen Jezus het verslag van het hoofd der apostelen over zijn zorgen en moeilijkheden had aangehoord, zei hij: ‘Andreas, je kunt mensen door praten niet meer uit hun verwarrende problemen helpen als zij er zo diep in verwikkeld zijn geraakt, en als er zoveel personen met heftige gevoelens bij betrokken zijn. Ik kan niet doen wat je me vraagt—ik wil mij niet mengen in deze persoonlijke moeilijkheden in jullie omgang met elkaar—maar wij zullen samen drie dagen rust nemen en ons ontspannen. Ga naar je broeders en vertel hen dat jullie allemaal met mij mee moeten naar de berg Sartaba, waar ik een dag of twee rust wil nemen.
‘Nu moet je naar je elf broeders toe gaan en ieder apart nemen en zeggen: “De Meester verlangt dat wij ons met hem voor een tijdje afzonderen om uit te rusten en ons te ontspannen. Aangezien wij de laatste tijd allen geestelijk geïrriteerd en gespannen zijn geraakt, stel ik voor dat wij tijdens deze vakantie niet over onze beproevingen en zorgen praten. Kan ik op je medewerking rekenen in deze zaak?” Benader elk van je broeders op deze wijze persoonlijk en onder vier ogen.’ En Andreas deed zoals de Meester hem had opgedragen.
In de ervaring van ieder van hen was dit een heerlijk evenement: de dag dat ze de berg opgingen, zouden ze nooit vergeten. Tijdens de hele tocht werd er nauwelijks een woord gesproken over hun moeilijkheden. Toen ze de top van de berg hadden bereikt, liet Jezus hen allen rond zich plaatsnemen en zei: ‘Broeders, jullie moet allen de waarde van rust en het nut van ontspanning leren inzien. Je moet beseffen dat de beste methode om bepaalde problemen waarin je verstrikt bent geraakt op te lossen, is om ze een poosje te laten rusten. Daarna, wanneer je verfrist door rust of godsverering terugkomt, kun je je moeilijkheden met een helderder hoofd en een vastere hand aanpakken, om maar niet te spreken van een meer vastbesloten hart. En ook zul je dikwijls merken dat je probleem gekrompen is in grootte en proporties, terwijl jij je gedachten en lichaam tot rust hebt laten komen.’
De volgende dag gaf Jezus aan elk van de twaalf een onderwerp ter discussie op. De hele dag was gewijd aan het ophalen van herinneringen en het praten over zaken die geen verband hielden met hun religieuze werk. Ze waren een ogenblik geschokt toen Jezus zelfs naliet om te danken, in woorden, toen hij het brood brak voor hun middagmaaltijd. Dit was de eerste keer dat zij hem deze formaliteit niet in acht hadden zien nemen.
Toen ze de berg opgingen, had Andreas zijn hoofd vol problemen. Johannes was buitensporig verward in zijn gevoelens. Jakobus leed tot in zijn ziel onder zijn moeilijkheden. Matteüs was in geldnood, aangezien ze zich onder niet-Joden hadden opgehouden. Petrus was overspannen en was de laatste tijd prikkelbaarder geweest dan gewoonlijk. Judas leed aan een periodieke aanval van overgevoeligheid en egoïsme. Simon had het ongewoon moeilijk met zijn pogingen om zijn patriottisme te verzoenen met de liefde voor de broederschap der mensen. Filippus was steeds onthutster door de manier waarop de zaken gingen. Natanael was minder humoristisch geweest sinds ze in contact waren gekomen met de niet-Joodse bevolkingsgroepen, en Tomas zat midden in een periode van zware depressie. Alleen de tweelingbroers waren normaal en onverstoord. Allen zaten volstrekt in de knoop met het probleem hoe ze in vrede met de discipelen van Johannes om moesten gaan.
Toen ze op de derde dag aan de afdaling begonnen om terug te gaan naar hun kamp, was er een grote verandering over hen gekomen. Zij hadden de belangrijke ontdekking gedaan dat veel complexe problemen van de mens in werkelijkheid niet bestaan, dat veel drukkende moeilijkheden door overdreven vrees worden geschapen en het product zijn van overbezorgdheid. Ze hadden geleerd dat zulke ingewikkelde problemen het beste aangepakt kunnen worden door ze met rust te laten; door weg te gaan hadden ze deze problemen zichzelf laten oplossen.
Hun terugkomst van deze vakantie markeerde het begin van een periode waarin de verhouding met de volgelingen van Johannes veel beter werd. Velen van de twaalf moesten werkelijk lachen toen ze zagen hoe iedereens gemoedstoestand was veranderd en merkten dat zij van hun nerveuze prikkelbaarheid waren bevrijd ten gevolge van hun driedaagse vakantie van de dagelijkse plichten van hun leven. Eentonigheid in menselijke contacten brengt altijd het gevaar met zich mee dat er veel meer ingewikkelde problemen ontstaan en dat moeilijkheden veel groter worden.
Niet velen van de niet-Joden in de twee Griekse steden Archelaïs en Phasaelis geloofden in het evangelie, maar de twaalf apostelen deden waardevolle ervaring op door dit eerste meer uitgebreide werk onder uitsluitend niet-Joodse bevolkingsgroepen. Op een maandagochtend, ongeveer in het midden van de maand, zei Jezus tegen Andreas: ‘We gaan naar Samaria.’ En ze gingen direct op weg naar de stad Sichar, dicht bij de put van Jakob.