Vóór de formele dienst van bevestiging, sprak Jezus tot de twaalf zoals zij daar om hem heen zaten: ‘Broeders, het uur van het koninkrijk is nu aangebroken. Ik heb jullie hierheen meegenomen om jullie als ambassadeurs van het koninkrijk aan de Vader voor te stellen. Enkelen van jullie hebben mij in de synagoge over dit koninkrijk horen spreken toen jullie voor het eerst werd geroepen. Ieder van jullie heeft meer over het koninkrijk van de Vader geleerd sinds jullie met mij in de steden rond het meer van Galilea zijn gaan werken. Maar op dit ogenblik moet ik jullie iets meer vertellen over dit koninkrijk.
‘Het nieuwe koninkrijk dat mijn Vader nu in de harten van zijn kinderen op aarde gaat oprichten, zal een eeuwigdurende heerschappij zijn. Deze heerschappij van mijn Vader in het hart van hen die verlangen zijn goddelijke wil te doen, zal geen einde kennen. Ik zeg jullie dat mijn Vader niet de God van de Joden is, noch van de niet-Joden. Velen zullen uit het oosten en uit het westen komen om met ons aan te zitten in het koninkrijk van de Vader, terwijl velen van de kinderen Abrahams zullen weigeren toe te treden tot deze nieuwe broederschap van de heerschappij van de geest van de Vader in het hart van de mensenkinderen.
‘De macht van dit koninkrijk zal niet bestaan in de sterkte van legers, noch in de macht van rijkdom, maar veeleer in de glorie van de goddelijke geest die zal komen om het bewustzijn te onderrichten, en te heersen in het hart van de wedergeboren burgers van dit hemelse koninkrijk, de zonen van God. Dit is de broederschap van de liefde waar rechtvaardigheid heerst en waar de strijdkreet zal zijn: Vrede op aarde en welgezindheid jegens alle mensen. Dit koninkrijk, dat jullie heel spoedig zullen gaan verkondigen, is het verlangen van de goede mensen van alle tijden, de hoop van de hele aarde, en de vervulling van de wijze beloften van alle profeten.
‘Maar jullie, kinderen, en alle anderen die jullie in dit koninkrijk willen volgen, zullen nog een zware proef moeten doorstaan. Het geloof alleen zal jullie door de poort van dit koninkrijk voeren, maar jullie moeten de vruchten van de geest van mijn Vader voortbrengen indien je omhoog wilt blijven gaan in het progressieve leven van de goddelijke gemeenschap. Voorwaar, voorwaar zeg ik jullie, niet een ieder die zegt: “Here, Here,” zal het koninkrijk des hemels binnengaan, maar veeleer hij die de wil doet van mijn Vader die in de hemel is.
‘Jullie boodschap aan de wereld zal zijn: Zoek eerst het koninkrijk Gods en de rechtvaardigheid daarvan, en wanneer deze worden gevonden, zal al het andere dat voor de eeuwige overleving noodzakelijk is, daarmee ook zijn verworven. En nu wil ik jullie graag duidelijk maken dat dit koninkrijk van mijn Vader niet met een uiterlijk vertoon van macht of kracht zal komen of met ongepaste demonstraties. Jullie moeten hier niet vandaan gaan om het koninkrijk te gaan verkondigen met de woorden: “het is hier” of “het is daar”, want dit koninkrijk waarover jullie prediken, is God binnen jullie.
‘Een ieder die groot wil worden in het koninkrijk van mijn Vader, zal een dienaar van allen worden; en een ieder die de eerste onder jullie wil zijn, hij worde de dienstknecht van zijn broeders. Maar wanneer jullie eenmaal waarlijk als burgers bent opgenomen in het hemelse koninkrijk, zijn jullie niet langer dienaren, maar zonen, zonen van de levende God. En zo zal dit koninkrijk voortgang maken in de wereld, totdat het iedere barrière zal afbreken en alle mensen ertoe zal brengen mijn Vader te kennen en te geloven in de verlossende waarheid die ik ben komen verkondigen. Nu reeds is dit koninkrijk nabij, en sommigen van jullie zullen niet sterven voordat jullie de heerschappij van God met grote kracht hebt zien komen.
‘En datgene wat jullie ogen nu aanschouwen, dit onaanzienlijke begin van twaalf gewone mannen, zal zich vermenigvuldigen en groeien, totdat uiteindelijk de ganse aarde vervuld zal zijn van lofzegging voor mijn Vader. En het zullen niet zozeer de woorden zijn die jullie spreken, als wel het leven dat jullie leiden, waardoor de mensen zullen weten dat jullie met mij verkeerd hebt en de realiteiten van het koninkrijk hebt leren kennen. Hoewel ik jullie geen drukkende lasten wil opleggen, ga ik jullie ziel nu toch de plechtige verantwoordelijkheid opleggen om mij in de wereld te vertegenwoordigen wanneer ik jullie na korte tijd ga verlaten, evenals ik nu mijn Vader vertegenwoordig in dit leven in het vlees.’ En toen hij was uitgesproken, stond hij op.