◄ 136:8
Verhandeling 136
136:10 ►

De doop en de veertig dagen

9. De vijfde beslissing

136:9.1

Nadat hij zijn beslissingen had genomen over deze beleidskwesties die te maken hadden met zijn individuele betrekking tot de wetten der natuur en zijn geestelijke macht, richtte hij zijn aandacht op de keuze van de methoden die gebruikt dienden te worden bij de verkondiging en vestiging van het koninkrijk Gods. Johannes was reeds met dit werk begonnen; hoe zou hij de boodschap verder uit kunnen dragen? Hoe zou hij de taak van Johannes overnemen? Hoe moest hij diens volgelingen organiseren om hen tot een doelmatige krachtsinspanning en verstandige medewerking te bewegen? Jezus stond nu voor de laatste beslissing die het hem onmogelijk zou maken zichzelf voortaan als de Joodse Messias te zien, althans niet als de Messias zoals het volk zich die toen voorstelde.

136:9.2

De Joden stelden zich een bevrijder voor ogen die, met wonderbaarlijke kracht bekleed, zou komen om Israels vijanden neer te slaan en de Joden tot heersers over de wereld te maken, vrij van gebrek en verdrukking. Jezus wist dat deze hoop nimmer verwezenlijkt zou worden. Hij wist dat het koninkrijk des hemels te maken had met het omverwerpen van het kwaad in de harten der mensen, en dat het zuiver en alleen een zaak van geestelijk engagement was. Hij overdacht in alle consequenties of het raadzaam zou zijn het geestelijke koninkrijk in te wijden met een schitterend, oogverblindend machtsvertoon—en zo’n gang van zaken zou geoorloofd zijn geweest en Michael was er volledig toe bevoegd—maar hij besloot geheel af te zien van een dergelijk voornemen. Hij wilde geen compromis aangaan met de revolutionaire handelwijzen van Caligastia. Hij had de wereld potentieel gewonnen door zich te onderwerpen aan de wil van de Vader, en hij nam zich voor zijn werk te beëindigen zoals hij het was begonnen, en als de Zoon des Mensen.

136:9.3

Ge kunt u nauwelijks voorstellen wat er op Urantia gebeurd zou zijn indien deze God-mens, die nu potentieel in bezit was van alle macht in hemel en op aarde, tot de beslissing zou zijn komen om de banier van zijn soevereiniteit te ontvouwen en zijn wonderdoende bataljons in slagorde op te stellen! Maar hij wilde geen compromis. Hij wilde zich niet dienstbaar maken aan het kwaad opdat de verering van God daar vermoedelijk aan ontleend zou kunnen worden. Hij wilde zich houden aan de wil van de Vader. Hij zou aan een universum dat hem gadesloeg, verkondigen: ‘Gij zult de Here uw God eren en alleen hem zult ge dienen.’

136:9.4

Naarmate de dagen verstreken, zag Jezus steeds duidelijker op welke wijze hij de waarheid zou openbaren. Hij zag in dat Gods weg niet de gemakkelijkste weg zou zijn. Hij begon zich te realiseren dat de drinkbeker van het resterende gedeelte van zijn menselijke ervaring mogelijkerwijs bitter zou zijn, maar hij besloot hem leeg te drinken.

136:9.5

Zelfs zijn menselijke bewustzijn zegt nu de troon van David vaarwel. Stap voor stap volgt dit menselijke bewustzijn het pad van het goddelijke bewustzijn. Het menselijke bewustzijn stelt nog steeds vragen, maar accepteert immer de goddelijke antwoorden als definitieve beslissingen in dit gecombineerde leven: leven als een mens in de wereld die zich aldoor onvoorwaardelijk onderwerpt aan het doen van de eeuwige, goddelijke wil van de Vader.

136:9.6

Rome was meesteres over de Westerse wereld. De Zoon des Mensen die nu in afzondering verkeerde en tot het nemen van deze zeer gewichtige beslissingen kwam, en die de heerscharen des hemels tot zijn beschikking had, vertegenwoordigde voor de Joden de laatste kans om de heerschappij over de wereld te bereiken; maar deze op aarde geboren Jood die zo’n geweldige wijsheid en macht bezat, weigerde zijn universum-kwaliteiten te gebruiken voor zelfverhoging of voor het ten troon verheffen van zijn volk. Hij zag als het ware ‘de koninkrijken van deze wereld’, en hij bezat de macht om deze in bezit te nemen. De Meest Verhevenen van Edentia hadden hem al deze macht in handen gegeven, maar hij had er geen behoefte aan. De koninkrijken der aarde waren te armzalig om de Schepper en Regeerder van een universum belang in te boezemen. Hem stond slechts één ding voor ogen, de verdere openbaring van God aan de mensen, het vestigen van het koninkrijk, de heerschappij van de hemelse Vader in de harten der mensenkinderen.

136:9.7

De idee van veldslagen, strijd, en bloedvergieten was weerzinwekkend voor Jezus; hij wilde er niets mee te maken hebben. Hij wilde op aarde verschijnen als de Vredevorst om een God van liefde te openbaren. Vóór zijn doop had hij opnieuw het aanbod van de Zeloten afgeslagen om hun leider te worden in een opstand tegen de Romeinse onderdrukkers. En nu nam hij zijn definitieve beslissing met betrekking tot die Schriftgedeelten die zijn moeder hem onderwezen had, zoals: ‘De Heer heeft tot mij gesproken: “Gij zijt mijn Zoon; heden heb ik u gegenereerd. Vraag mij, en ik zal u de heidenen ten erfenis geven en de uitersten der aarde tot uw bezit. Ge zult hen breken met een ijzeren roede; ge zult hen in stukken slaan als een pottenbakkersvat.”’

136:9.8

Jezus van Nazaret kwam tot de conclusie dat zulke uitspraken niet op hem betrekking hadden. Ten slotte, en nu definitief, maakte het menselijke denken van de Zoon des Mensen schoon schip met al deze Messiaanse moeilijkheden en tegenstrijdigheden—de Hebreeuwse geschriften, zijn opvoeding door zijn ouders, het onderwijs van de chazan, de Joodse verwachtingen en zijn menselijke ambitieuze verlangens; eens en voor altijd besloot hij welke weg hij zou volgen. Hij zou terugkeren naar Galilea en rustig beginnen met de verkondiging van het koninkrijk en op zijn Vader (de Gepersonaliseerde Richter) vertrouwen om dag aan dag de details van de procedure uit te werken.

136:9.9

Door deze beslissingen gaf Jezus een waardig voorbeeld voor iedere persoon op iedere wereld in zijn gehele uitgestrekte universum, doordat hij weigerde materiële toetsen te gebruiken als bewijzen van geestelijke vraagstukken, doordat hij weigerde op aanmatigende wijze de wetten der natuur te trotseren. Hij gaf een inspirerend voorbeeld van trouw aan het universum en van morele adel toen hij weigerde een greep te doen naar wereldlijke macht als voorspel tot geestelijke glorie.

136:9.10

Indien er bij de Zoon des Mensen al enigerlei twijfel bestond aangaande zijn missie en de aard ervan, toen hij na zijn doop de heuvels introk, kende hij geen enkele twijfel meer toen hij na deze veertig dagen van afzondering en beslissingen bij zijn metgezellen terugkwam.

136:9.11

Jezus heeft nu een programma opgesteld voor het vestigen van het koninkrijk van de Vader. Hij zal zich niet richten op het bevredigen van de materiële verlangens van het volk. Hij zal geen brood uitdelen aan de menigten, zoals hij dat nog kort geleden heeft zien doen in Rome. Hij zal geen aandacht op zichzelf richten door het doen van wonderen, zelfs al verwachten Joden juist dat soort van verlosser. Evenmin zal hij aanvaarding zoeken voor een geestelijke boodschap door vertoon van politiek gezag of wereldlijke macht.

136:9.12

Door het verwerpen van deze methoden om het komende koninkrijk aanzien te geven in de ogen van de verwachtingsvolle Joden, zorgde Jezus ervoor dat deze zelfde Joden al zijn aanspraken op gezag en goddelijkheid beslist en definitief zouden verwerpen. Daar hij dit alles wist, trachtte Jezus gedurende lange tijd te voorkomen dat zijn eerste volgelingen hem aanduidden als de Messias.

136:9.13

Gedurende zijn gehele publieke optreden zag hij zich gesteld voor de noodzaak om drie voortdurend terugkerende situaties onder ogen te zien: de roep om gevoed te worden, het aandringen op wonderen, en het uiteindelijke verzoek om toe te staan dat zijn volgelingen hem tot koning maakten. Maar Jezus week nimmer af van de besluiten die hij gedurende deze dagen van afzondering in de heuvels van Perea genomen had.


◄ 136:8
 
136:10 ►