Het universum van universa is geen oneindig vlak, noch een grenzeloze kubus of een grenzeloze cirkel; het heeft stellig afmetingen. De wetten van fysische organisatie en bestuur bewijzen afdoend dat het gehele enorme aggregaat van Paradijskracht-energie en materie-kracht uiteindelijk functioneert als een ruimte-eenheid, als een georganiseerd en gecoördi-neerd geheel. Het waarneembare gedrag van de materiële schepping vormt het bewijs voor een fysisch universum van welbepaalde afmetingen. Het definitieve bewijs voor het bestaan van een universum dat zowel rond als begrensd is, wordt geleverd door het ons welbekende feit dat alle vormen van fundamentele energie immer rondgaan langs het gekromde pad der ruimteniveaus van het meester-universum, gehoor gevend aan de niet aflatende, absolute aantrekking van de zwaartekracht van het Paradijs.
De opeenvolgende ruimteniveaus van het meester-universum vormen de hoofdafdelingen van de doordrongen ruimte—de totale schepping, georganiseerd en gedeeltelijk bewoond, en nog te organiseren en te bewonen. Ware het meester-universum niet een reeks van ellipsvormige ruimteniveaus met verminderde weerstand tegen beweging, afgewisseld door zones in betrekkelijke rusttoestand, dan denken wij dat sommige kosmische energieën weg zouden schieten naar een oneindige verte, langs een rechte weg de ongebaande ruimte in; wij hebben echter nooit bevonden dat kracht, energie, of materie zich zo gedragen; zij draaien altijd rond en zeilen immer voort langs de banen van de grote ruimtecircuits.
Het meester-universum dat zich vanaf het Paradijs door de horizontale uitgebreidheid van de doordrongen ruimte heen naar buiten uitstrekt, bestaat uit zes concentrische ellipsen, de ruimteniveaus die het centrale Eiland omringen:
1. het Centrale Universum—Havona;
2. de zeven Superuniversa;
3. het eerste niveau van de Buiten-Ruimte;
4. het tweede niveau van de Buiten-Ruimte;
5. het derde niveau van de Buiten-Ruimte;
6. het vierde, buitenste Ruimteniveau.
Havona, het centrale universum, is niet een schepping in de tijd; het is een eeuwige bestaansvorm. Dit universum dat nooit is begonnen en nooit zal eindigen, bestaat uit een miljard werelden van sublieme volmaaktheid, en wordt omringd door de enorme donkere zwaartekrachtlichamen. In het centrum van Havona bevindt zich het stationaire, absoluut gestabiliseerde Paradijs-Eiland, omringd door zijn eenentwintig satellieten. Tengevolge van de enorme omringende massa’s van de donkere zwaartekrachtlichamen in het randgebied van het centrale universum, overtreft de massa-inhoud van deze centrale schepping verre de totale bekende massa van alle zeven sectoren van het groot universum.
Het Paradijs-Havona-Stelsel, het eeuwige universum dat het eeuwige Eiland omringt, vormt de volmaakte, eeuwige kern van het meester-universum; alle zeven superuniversa en alle gebieden van de buiten-ruimte wentelen in vaste kringlopen rond het gigantische centrale aggregaat van de Paradijs-satellieten en de Havona-werelden.
De zeven Superuniversa zijn geen primaire fysische organisaties: nergens doorsnijden hun grenzen nevelfamilies of plaatselijke universa, de primaire scheppingseenheden. Ieder superuniversum is eenvoudig een geografisch complex in de ruimte, ongeveer een zevende deel van de georganiseerde en gedeeltelijk bewoonde schepping na Havona, en elk omvat ongeveer een zelfde aantal plaatselijke universa en een zelfde deel van de ruimte. Nebadon, uw plaatselijk universum, is een van de nieuwere scheppingen in Orvonton, het zevende superuniversum.
Het Groot Universum de huidige georganiseerde en bewoonde schepping. Het bestaat uit de zeven superuniversa, met een verzameld evolutionair potentieel van ongeveer zevenduizend miljard bewoonde planeten, de eeuwige werelden van de centrale schepping buiten beschouwing gelaten. In deze voorzichtige raming houden wij evenwel geen rekening met de architectonische bestuurswerelden, en evenmin zijn de groepen der ongeorganiseerde universa in de buiten-ruimte erbij inbegrepen. De huidige gerafelde rand van het groot universum, zijn ongelijkmatige, onvoltooide buitenzijde, alsmede de enorm onbestendige toestand van het gehele astronomische samenstel, geven onze sterrenkundigen de indruk dat zelfs de zeven superuniversa momenteel nog niet voltooid zijn. Als wij ons van binnenuit, vanuit het goddelijke centrum, buitenwaarts begeven, het doet er niet toe in welke richting, bereiken wij uiteindelijk de buitenste grenzen van de georganiseerde, bewoonde schepping; wij bereiken de buitengrenzen van het groot universum. En dicht bij de buitenste grens, in een verafgelegen uithoek van deze prachtige schepping, leidt uw plaatselijk universum zijn veelbewogen bestaan.
De Buiten-Ruimteniveaus. Ver in de ruimte, op een enorme afstand van de zeven bewoonde superuniversa, verzamelen zich uitgestrekte, ongelooflijk ontzagwekkende circuits van Para dijskracht en materialiserende energieën. Tussen de energiecircuits van de zeven superuniversa en deze gigantische buitengordel van kracht-activiteit, ligt een ruimtezone van betrekkelijke rust die in breedte varieert, maar gemiddeld circa vierhonderdduizend lichtjaren breed is. Deze ruimtezones bevatten geen kosmisch stof—kosmische mist. Degenen die bij ons deze verschijnselen bestuderen, verkeren in onzekerheid over de precieze toestand van de ruimte-krachten die voorkomen in deze zone van betrekkelijke rust waardoor de zeven superuniversa worden omgeven. Doch omstreeks een half miljoen lichtjaren voorbij de buitenomtrek van het huidige groot universum nemen wij het prille begin waar van een zone waar een ongelooflijke energie-activiteit aan de gang is en in omvang en intensiteit toeneemt over een afstand van meer dan vijfentwintig miljoen lichtjaren. Deze geweldige wielen van tot energie wordende krachten bevinden zich in het eerste niveau van de buiten-ruimte, een ononderbroken gordel van kosmische activiteit die de gehele bekende, georganiseerde en bewoonde schepping omringt.
Voorbij deze gebieden vinden er nog grotere activiteiten plaats, want de fysici van Uversa hebben de eerste tekenen ontdekt van Paradijskrachtmanifestaties die zich afspelen op een afstand van meer dan vijftig miljoen lichtjaren voorbij de buitenste ringen van de verschijnselen in het eerste niveau der buiten-ruimte. Deze activiteiten zijn ongetwijfeld de voorboden van de organisatie van materiële scheppingen in het tweede niveau der buiten-ruimte van het meester-universum.
Het centrale universum is de schepping der eeuwigheid; de zeven superuniversa zijn de scheppingen in de tijd; de vier niveaus der buiten-ruimte zijn ongetwijfeld bestemd om te resulteren-evolueren in de ultimiteit der schepping. Sommigen stellen bovendien dat de Oneindige zich nimmer volledig tot uitdrukking kan brengen dan als oneindig; daarom postuleren zij dan ook een bijkomende, niet-geopenbaarde schepping voorbij het vierde, buitenste ruimteniveau, een mogelijk universum dat zich steeds zal uitbreiden en geen einde zal kennen, een universum der oneindigheid. In theorie weten wij niet hoe wij de oneindigheid van de Schepper of de potentiële oneindigheid van de schepping zouden moeten begrenzen, doch zoals het bestaat en bestuurd wordt, beschouwen wij het meester-universum als gelimiteerd, als duidelijk afgebakend en begrensd door open ruimte.