◄ 1:0
Verhandeling 1
1:2 ►

De Universele Vader

1. De naam van de Vader

1:1.1

Van alle namen waaronder God de Vader overal in de universa wordt gekend, komt men het meest de namen tegen die hem aanduiden als Eerste Bron en het Centrum van het Universum. De Eerste Vader wordt in de veelsoortige universa en in verschillende sectoren van eenzelfde universum onder verscheidene namen gekend. De namen die het schepsel aan de Schepper geeft, hangen grotendeels af van het begrip dat het schepsel van de Schepper heeft. De Eerste Bron en Centrum van het Universum heeft zich nooit met een naam geopenbaard, doch alleen door zijn natuur. Indien wij geloven dat wij de kinderen van deze Schepper zijn, is het niet meer dan natuurlijk dat wij hem uiteindelijk Vader noemen. Maar dit is de naam die wij zelf gekozen hebben, en komt voort uit het besef van onze persoonlijke verhouding met de Eerste Bron en Centrum.

1:1.2

De Universele Vader legt nooit enige vorm van willekeurige erkenning, formele verering of slaafse dienstbaarheid op aan de intelligente wilsschepselen in de universa. De evolutionaire bewoners van de werelden in tijd en ruimte moeten hem uit zichzelf—in hun eigen hart—erkennen, liefhebben, en vrijwillig vereren. De Schepper weigert de onderwerping van de geestelijke vrije wil van zijn materiële schepselen af te dwingen of op te eisen. De liefdevolle wijding van zijn menselijke wil aan het doen van de wil van de Vader is het meest uitgelezen geschenk dat de mens aan God kan geven: in feite vormt deze heiliging van de wil van het schepsel het enige geschenk van echte waarde dat de mens de Paradijs-Vader kan geven. In God leeft de mens, beweegt hij zich en is hij: er is niets anders dat de mens aan God kan geven dan deze keuze om zich te schikken naar de wil van de Vader, en zulke beslissingen, genomen door de intelligente wilsschepselen in de universa, vormen de realiteit van die ware godsverering die zoveel voldoening schenkt aan de Schepper-Vader, wiens natuur door liefde wordt geregeerd.

1:1.3

Wanneer ge u eenmaal waarlijk van God bewust geworden bent, wanneer ge de majesteite-lijke Schepper werkelijk hebt ontdekt en ge de inwonende tegenwoordigheid van de goddelijke albeheerser begint te beseffen, dan zult ge, in overeenstemming met uw verlichting en met de manier en methode volgens welke de goddelijke Zonen God openbaren, een naam vinden voor de Universele Vader, die uw voorstelling van de Eerste Grote Bron en Centrum passend tot uitdrukking brengt. Zo wordt op verschillende werelden en in veelsoortige universa de Schepper gekend onder talrijke benamingen die alle dezelfde geest van verwantschap uitdrukken, maar waarvan elk in woord- en symboolgebruik de graad, de diepte, aangeeft van Gods tronen in het hart van zijn schepselen in dat bepaalde gebied.

1:1.4

Dichtbij het centrum van het universum van universa wordt de Universele Vader gewoonlijk gekend onder namen waarvan men kan zeggen dat ze Eerste Bron betekenen. Verder naar buiten, in de universa in de ruimte, betekenen de termen waarmee de Universele Vader wordt aangeduid meestal het Universele Centrum. Nog verder naar buiten in de met sterren bezaaide schepping, zoals op de centrale wereld van uw plaatselijk universum, kent men hem als Eerste Scheppende Bron en Goddelijk Centrum. In een constellatie nabij de uwe noemt men God de Vader der Universa. In een andere, de Oneindige Handhaver en meer naar het oosten, de Goddelijke Albeheerser. Men heeft hem ook aangeduid als de Vader der Lichten, de Gave van het Leven, en de Alvermogende.

1:1.5

Op de werelden waar een Paradijs-Zoon een leven van zelfschenking heeft geleefd, kent men God over het algemeen onder een naam die een persoonlijke verhouding, tedere liefde en vaderlijke toewijding aangeeft. Op het hoofdkwartier van uw constellatie wordt God aangeduid als de Universele Vader en op verschillende planeten in uwplaatselijk stelsel van bewoonde werelden wordt hij afwisselend gekend als de Vader der Vaderen, de Paradijs-Vader, de Havona-Vader en de Geest-Vader. Zij die God kennen door de openbaringen van de schenkingen van de Paradijs-Zonen, zwichten ten slotte voor de gevoelsmatige aantrekkingskracht van de ontroerende verhouding die de schepsel-Schepper connectie is, en spreken over God als ‘onze Vader.’

1:1.6

Op een planeet met geslachtelijke schepselen, in een wereld waar de impuls van ouderliefde is ingeboren in het hart van de intelligente bewoners, wordt de term Vader een zeer veelzeggende, geëigende naam voor de eeuwige God. Op uw planeet, Urantia, kent men hem het best en wordt hij het meest universeel erkend onder de naam God. De naam die men hem geeft, is van weinig belang: waar het op aankomt, is dat ge hem kent en ernaar streeft te zijn zoals hij. Uw profeten van weleer noemden hem terecht ‘de eeuwige God’ en spraken van hem als hij die ‘de eeuwigheid bewoont.’


◄ 1:0
 
1:2 ►