◄ 98:5
Verhandeling 98
98:7 ►

Het onderricht van Melchizedek in het Westen

6. Het mithraïsme en het Christendom

98:6.1

Vóór de komst van de mysteriën en het Christendom, kwam persoonlijke religie in de geciviliseerde landen van Noord-Afrika en Europa bijna niet als een onafhankelijke instelling tot ontwikkeling: het was meer een zaak van de familie, van de stadsstaat, van de politiek en van het keizerrijk. De Helleense Grieken hebben nooit een gecentraliseerd cultusstelsel ontwikkeld: het ritueel was plaatselijk bepaald, er was geen priesterdom en geen ‘heilige schrift.’ Evenals de Romeinse religieuze instellingen, misten de Griekse een sterke drijvende kracht die hogere ethische en geestelijke waarden veilig kon stellen. Ofschoon het waar is dat de institutionalisering van de religie meestal afbreuk heeft gedaan aan haar geestelijke kwaliteit, is het ook een feit dat geen godsdienst er tot nu tot in is geslaagd in leven te blijven zonder de bijstand van een institutionele organisatie van enige omvang, groot of klein.

98:6.2

De westerse godsdienst bleef zo kwijnen tot de tijd van de Sceptici, Cynici, Epicureeërs en Stoïci, en tot wat het allerbelangrijkst is geweest, de dagen van de grote krachtmeting tussen het Mithraïsme en Paulus’ nieuwe godsdienst, het Christendom.

98:6.3

Tijdens de derde eeuw voor Christus leken de Mithraïsche en de Christelijke kerken zeer veel op elkaar, zowel qua uiterlijk als in de aard van hun rituelen. De meeste van deze godshuizen lagen onder de grond, en beide typen bevatten altaren met een achtergrond waar op verschillende wijzen het lijden werd uitgebeeld van de heiland die verlossing had gebracht aan een mensenras dat de vloek der zonde droeg.

98:6.4

De vereerders van Mithras hadden altijd de gewoonte gehad om bij het binnengaan van de tempel hun vingers in heilig water te dopen. En aangezien er in sommige districten mensen woonden die tot beide religies tegelijkertijd behoorden, werd deze gewoonte in de meeste Christelijke kerken in de nabijheid van Rome ook ingevoerd. De twee religies bedienden zich beide van de doop en van het sacrament van brood en wijn. Het grote verschil tussen het Mithraïsme en het Christendom, afgezien van de karakters van Mithras en Jezus, was dat de ene het militarisme aanmoedigde, terwijl de ander uiterst vredelievend was. De verdraagzaamheid van het Mithraïsme ten opzichte van andere religies (behalve het latere Christendom) leidde uiteindelijk tot zijn ondergang. Maar de beslissende factor in de onderlinge strijd was de toelating van vrouwen tot het volledige lidmaatschap van de Christelijke broederschap van gelovigen.

98:6.5

Ten slotte is het Westen in naam door het Christelijk geloof overheerst. De Griekse filosofie heeft de denkbeelden van ethische waarde geleverd, het Mithraïsme het ritueel van de godsdienstige ceremonieën, en het Christendom, als zodanig, de methode om zedelijke en sociale waarden te bewaren.


◄ 98:5
 
98:7 ►